Direct naar artikelinhoud
Analyse

Wie dicht de grote kloof tussen flexbanen en vast werk?

Nieuwe ronde, nieuwe kansen: verkiezingen bieden uitzicht op ander beleid voor slepende kwesties. Welke problemen mogen straks niet ontbreken in het regeerakkoord? En waar liggen de grote politieke verschillen? Vandaag: de aanval op het leger flexwerkers. 

Wie dicht de grote kloof tussen flexbanen en vast werk?
Beeld Matteo Bal

Wat is het probleem? 

Een zeurend maatschappelijk probleem is door de coronacrisis een brandende maatschappelijke kwestie geworden. Door de crisis kwamen flexkrachten en zelfstandigen massaal op straat te staan zonder inkomsten. Een jarenlang genegeerde maatschappelijke ontsteking is plots een etterende wond geworden.

Het kabinet poogt met steunmaatregelen zo veel mogelijk bedrijven en de werkgelegenheid overeind te houden tijdens de coronacrisis. De NOW, de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkgelegenheid, zou werk moeten behouden voor vaste en flexkrachten.

Voor zelfstandigen is er de Tozo, de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Vooral deze Tozo is al snel versoberd. Zelfstandigen die gewend waren succesvol door het leven te gaan, vonden zichzelf ineens terug in de rij bij de voedselbank. 

Hoe is het probleem ontstaan?

De kloof tussen werkenden is verbreed en verdiept sinds werkgevers in de jaren negentig de ‘flexibele schil’ ontdekten: het aantal werknemers moest ‘mee-ademen’ met de orders. De kern van het bedrijf bestaat uit de werkers in vaste dienst aangevuld met flexkrachten zoals tijdelijke contractanten, oproep- en nulurencontractanten, payrollers en zzp’ers, zelfstandigen zonder personeel. Voor de vaste krachten zijn er cao’s en sociale zekerheid, voor de meeste flexkrachten en zelfstandigen zijn die er niet. En zij zijn makkelijk te ontslaan. Want dat is het argument bij uitstek van werkgevers: vaste krachten zijn te duur, en je komt er zo moeilijk vanaf.

De flexkrachten zijn vooral goedkoop voor werkgevers: geen dure cao-regelingen zoals vakantiedagen, en geen premies voor pensioen of sociale zekerheid. Was een tijdelijk contract vroeger de eerste kennismaking tussen werkgever en werknemer waarop een vaste baan volgde, nu blijven jongeren vaak jaren ‘hangen’ in tijdelijke contracten, waardoor gezinsvorming of huisaanschaf wordt uitgesteld.

Hele bedrijfsmodellen zijn gebouwd rondom flexwerk en zzp. Werknemers in bijvoorbeeld de thuiszorg en post- en pakketbezorging zijn massaal verzelfstandigd tot zzp’er: goedkoop voor baas, aandeelhouder en klant, maar zonder zekerheid voor de zzp’er zelf. Werknemers verzelfstandigden zichzelf ook, bijvoorbeeld in de zorg.

Werkenden kunnen er door belastingtarieven netto enorm op vooruitgaan, soms ook als zij zich verzekeren en wat opzij zetten voor hun pensioen, terwijl zij voor de werkgever niet duurder worden. In de zorg kunnen verpleegkundigen hun contract opzeggen en meteen terugkomen als zelfstandige. Dat leidde in 2018 versneld tot het faillissement van het Amsterdamse Slotervaart Ziekenhuis. Op de dag dat het ziekenhuis uitstel van betaling aanvroeg, kwamen de zelfstandigen niet meer. Zij zouden voor hun loon dan achteraan sluiten bij de schuldeisers. Ze konden meteen elders aan de slag.

Jongeren van FNV Young & United in het ministerie van SZW na hun gesprek met minister Koolmees.Beeld Martijn Beekman

De overheid heeft geprobeerd het flexwerk te reguleren door bijvoorbeeld het aantal opeenvolgende tijdelijke contracten te maximeren. Daarna volgt een vaste baan of een ‘afkoelperiode’ van een paar maanden. De markt bedacht daarop de draaideurconstructie: wegwezen en daarna terugkomen. Voor zzp’ers bedacht de overheid in 2004 de VAR, de verklaring arbeidsrelatie. Na de afschaffing in 2016 zou een nieuw systeem worden ingevoerd, maar dat kwam niet van  de grond. 

De regeringspartijen VVD en PvdA stonden lijnrecht tegenover elkaar. De VVD staat pal voor de succesvolle, zelfredzame zelfstandige, terwijl de PvdA vooral oog heeft voor de werknemer die tegen wil en dank verzelfstandigd is, beroofd van sociale zekerheid en pensioen. Rutte III verkleinde het verschil tussen werkenden wel een beetje door de zelfstandigenaftrek te verlagen en flexwerk duurder te maken. Maar inmiddels draaien ‘platformbedrijven’ als Uber (taxi), Deliveroo (maaltijdbezorging) en Temper (horeca) volledig op zzp’ers.

De diepe kloof die werkenden scheidt, is al jaren bekend en uitputtend beschreven. Vorig jaar bracht een commissie onder leiding van oud-topambtenaar Hans Borstlap een blauwdruk uit om de kloof te dichten.

Een greep: hoger minimumloon, dezelfde tarieven voor belasting en pensioensparen voor alle werkenden, uitzendwerk alleen voor ‘piek en ziek’, iedereen die bij een bedrijf of organisatie werkt is werknemer tenzij de werkgever kan aantonen dat iemand zelfstandige is, een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden met bijverzekeren via cao of individueel, persoonlijk ontwikkelbudget voor alle werkenden, een korte maar hoge werkloosheidsuitkering. Het is een samenhangende visie maar ook een grabbelton waaruit de politieke partijen naar believen putten in hun verkiezingsprogramma’s.

Wat is nu de politieke keuze? 

Zo pakt het ook uit in de praktijk. In de verkiezingsprogramma’s worden her en der maatregelen geopperd, geen samenhangende stelselwijzigingen. Veel zal afhangen van de partijen die bij de formatie aanschuiven, maar ook van de vraag of vakbeweging en werkgevers nog voor de formatie komen met een gezamenlijke visie.

Als partijen in hun programma iets opperen, gaat het meestal om subtiliteiten. Zo is vrijwel iedereen voor een oud links thema, een hoger minimumloon. Dat helpt niet direct de zzp’ers, wel de flexwerkers die dan per uur meer gaan verdienen. In principe volgen uitkeringen zoals bijstand en AOW die stijging van het minimumloon, maar in de programma’s is niet iedereen voor die koppeling. Zo is ook de VVD nu voor een hoger minimumloon en, met het oog op de oudere kiezer, hogere AOW. Maar de bijstand wordt vier jaar ‘bevroren’– een groter verschil tussen bijstand en het laagste loon maakt werken aantrekkelijk, is de gedachte. Andere politieke partijen willen alle uitkeringen verhogen om armoede tegen te gaan.

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen komt terug bij CU, GroenLinks, D66, PvdA en SP. Maar niet bij VVD en CDA. SP en PvdA opperen ook verplicht pensioensparen voor zelfstandigen, terwijl CU, VVD en SGP het pensioensparen juist willen versoberen.

.Beeld .

De belangrijkste verhalen en het laatste nieuws over de verkiezingen leest u hier.