Terug naar de krant

Kattenkruid maakt high én beschermt tegen muggen

Leeslijst Nieuws

Biologie Kattenkruid bevat een stof die muggen op afstand houdt, blijkt uit Japans onderzoek met de matatabi-plant.

Leeslijst

Wie zelf katten heeft, of weleens kattenfilmpjes op internet kijkt, weet: katten zijn dol op kattenkruid. Ze ruiken eraan, rollen erin en raken welhaast in katzwijm. In Science Advances opperen Japanse biologen een mogelijke evolutionaire verklaring voor die toegewijde liefde: het kruid houdt muggen op afstand.

Wild kattenkruid (Nepeta cataria) behoort tot de lipbloemenfamilie en heeft lichtpaarse bloemen en behaarde stengels. Van nature groeit de soort in Afrika, Azië en Zuid-Europa. De aantrekkingskracht ervan op katten is al ruim 250 jaar bekend: een Britse botanicus schreef erover in 1759. En al in 1704 maakte een Japanse botanicus melding van een ándere plant waar katten dol op zijn: matatabi (Actinidia polygama).

Gelukzalige reactie

Voor het huidige onderzoek bestudeerden de Japanse biologen vooral die laatste soort in detail, en ontdekten dat matatabi de stof nepetalactol bevat, verwant aan het nepetalacton in kattenkruid. Vervolgens zagen ze dat nepetalactol net als nepetalacton het endorfineniveau in het bloed verhoogt, wat een gelukzalige reactie bij katten opwekt.

Die beloning op zichzelf is duidelijk, maar er schuilt meer achter. Uit eerder onderzoek bleek al dat nepetalacton bij mensen een muggenwerende functie heeft, en daarom vermoedden de Japanse onderzoekers dat een kattenkruid- of matatabidelirium een soortgelijk doel kan dienen bij katten. Het fervent rollen door de plant zou zorgen voor een goede verspreiding van de antimuggenstof over het lijf en de kop.

Mug bleef uit de buurt

Om die hypothese te testen lieten de onderzoekers de Aziatische tijgermug (Aedes albopictus) los in de buurt van kooitjes met matatabi-bladeren en met nepetalactol-oplossing. In beide gevallen bleef de mug uit de buurt. Vervolgens werden ook zes paar katten (onder verdoving) in kooitjes geplaatst. Van elk paar kreeg één kat 500 microgram nepetalactol-oplossing op z’n kop gesmeerd, en de ander 500 microgram van een oplossing zónder nepetalactol. Die laatste groep werd gemiddeld tweemaal zo vaak gebeten door de tijgermug (de kooitjes waren zodanig ingericht dat de mug alleen de kop kon bereiken).

Tot slot herhaalden ze het experiment nog met echte matatabibladeren, waar een deel van de katten doorheen mocht rollen. Ook hier werden katten zónder matatabi-bad significant vaker gebeten dan de andere katten. Voldoende bewijs dat wrijven langs en rollen door kattenkruid en matatabi een plantaardig muggenwerend middel oplevert, aldus de auteurs. Ook andere insecten zouden er mogelijk door op afstand blijven. Wel zo handig, speculeren de auteurs, voor een kat die geruisloos zijn prooi wil bespringen. Krabben aan een jeukende beet zou dan ongewenste aandacht trekken. Toch zijn katten zijn niet de enige dieren met insectenwerende trucs, voegen ze toe. Zo smeren witsnuitneusberen zichzelf in met citrusvruchten, maken kapucijnapen een ‘zalfje’ van miljoenpoten en verwerken huismussen soms sigarettenpeuken in hun nest.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 22 januari 2021.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in