Terug naar de krant

Provocateur die een hekel had aan ‘design art’

Leeslijst necrologie

Enzo Mari (1932-2020) Voor Enzo Mari bestond ontwerpen uit het scheppen van vormen die vanzelfsprekend moesten zijn. Sommige van de honderden alledaagse gebruiksvoorwerpen van zijn hand zijn al vijftig jaar in productie.

Leeslijst

Als productontwerper wilde hij niet in de eerste plaats de gebruikers van zijn producten plezieren, maar vooral de fabrieksarbeiders die ze moesten maken. Het was een van zijn stokpaardjes, afgeleid van het Communistisch Manifest: met inspirerende ontwerpen konden arbeiders worden bevrijd van geestdodende werkzaamheden.

Enzo Mari, de Italiaanse ontwerper die maandag op 88-jarige leeftijd overleed, gold als een radicale provocateur. Een communist die design en architectuur vaak heeft doodverklaard en vakgenoten, potentiële opdrachtgevers en zijn studenten graag schoffeerde.

Vooral collega’s die hun eigen persoon op de voorgrond stelden – „publiciteitshoeren”, aldus Mari – nam hij graag de maat. Toen hij eens bij een lezing in Londen onder zijn gehoor Rem Koolhaas ontwaarde, noemde hij de Nederlandse architect „een pornografische etaleur”.

Mari ergerde zich steeds meer aan de vercommercialisering van de designwereld, die in zijn ogen steeds meer een bijwagen van de modewereld was geworden. Vooral aan dure ‘design art’ in gelimiteerde oplage had hij een broertje dood.

Voor Mari bestond ontwerpen uit het scheppen van vormen. Sculpturale vormen met de vanzelfsprekendheid van een hamer of een schaar. Neem ‘Ameland’ (1962), zijn briefopener voor Danese. Een scherp gemaakt stripje roestvrij staal dat spiraalvormig is gedeformeerd. Supersimpel, functioneel en door zijn elegantie uitnodigend tot in de hand nemen.

Compromisloos

Honderden alledaagse gebruiksvoorwerpen heeft Mari ontworpen, van een peper-en-zoutstel tot speelgoed, en van keukengereedschap tot kalenders. Compromisloze voorwerpen, die opvallen door hun originaliteit en tijdloosheid. Sommige zijn al vijftig jaar in productie.

Mari werd in het dorpje Cerano in Noord-Italië geboren. Toen zijn vader in 1947 ernstig ziek werd, ging de 15-jarige Mari van school om het gezin financieel te kunnen steunen. In Milaan werkte hij als metselaar, verkoper van scheermesjes en portier. Tot hij ontdekte dat hij zonder middelbare-schooldiploma toegelaten kon worden tot de kunstacademie. Kort nadat hij in 1952 was toegelaten, raadden de docenten schilderen en beeldhouwen hem aan iets anders te gaan doen. „Ik stelde te veel vragen en was nooit tevreden met de antwoorden die ik kreeg”, zei Mari daarover later. Hij deed vervolgens een opleiding decorontwerpen.

Voor Mari moest design voor iedereen beschikbaar zijn. Uit ergernis over een fabrikant die er niet in slaagde een door hem ontworpen slaapbank in productie te nemen, publiceerde hij in 1974 Autoprogettazione, een doe-het-zelfboek met negentien ontwerpen voor houten meubels. Mari was ervan overtuigd dat gebruikers meer waardering zouden opbrengen voor meubels die ze zelf hebben gemaakt.

Het Finse Artek ontfermde zich dertig jaar later over een van de ontwerpen uit het doe-het-zelfboek: de stoel Sedia 1. Voor 260 euro ontvangt de besteller dertien voorgezaagde grenen latten, een doos met spijkers en een bouwtekening.

Op de site van de meubelfabrikant staat een video waarop Mari zelf de stoel in elkaar zet. Op verzoek van de bebaarde Italiaan zitten in het bouwpakket twee oefenlatjes. „Probeer eerst maar eens of je die latjes aan elkaar kunt spijkeren”, begint hij zijn instructie. De hamer altijd aan het uiteinde van de steel vasthouden. En eerst een paar kleine tikjes op de spijker voor je grote klappen gaat uitdelen. Mari lijkt te beseffen dat niet in alle designliefhebbers een timmerman schuilgaat.

In het designmuseum La Triennale in Milaan opende afgelopen zaterdag een overzichtstentoonstelling van Mari’s zes decennia omspannende werk. De tentoonstelling bevat ook een reeks video-interviews, waarin mede-samensteller Hans Ulrich Obrist met de ontwerper spreekt, onder meer over zijn „constante ethische spanningen”.

Een versie van dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 21 oktober 2020.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in