Feeney is winnaar voor zijn dood, Piëch verliezer daarna
Winnaar: Chuck Feeney
Gaf blij de laatste van 9 miljard dollars weg
Het is hem gelukt: hij is alles kwijt. Alle negen miljard dollar (op twee miljoen na). Chuck Feeney, de voorheen schatrijke held van nog schatrijkere mannen zoals Warren Buffett en Bill Gates, heeft de opdracht van zijn moeder volbracht. ‘Giving while living’ leerde zij haar zoon, die, geboren in een arbeidersgezin tijdens de Grote Depressie, vanaf de jaren tachtig heel veel te geven had.
De nu 89-jarige Amerikaan van Ierse komaf verdiende een fortuin met zijn in 1960 opgerichte bedrijf Duty Free Shoppers, de winkels-achter-de-paspoortcontrole op luchthavens. Eerst wilde Feeney de helft van zijn geld weggeven aan goede doelen, eind vorige eeuw besloot hij: ik zorg dat ik 2 miljoen overhoud.
Bijna de helft van al het geld ging naar onderwijs en zijn alma mater Cornell University. De andere helft vond bestemmingen die getuigen van groot engagement. Met zijn geld probeerde Feeney de vrede in Noord-Ierland te bewaren, de doodstraf in de VS af te schaffen, racisme en mensenrechtenschendingen te bestrijden, de zorg in Cuba en Vietnam een impuls te geven, ongelijkheid in Zuid-Afrika te verminderen enzovoorts.
De ‘arme’ Feeney zal niet anders leven dan de rijke. Hij was zo’n miljardair voor wie geld vooral een rekeneenheid is: eenvoudig huurappartement en auto noch business class. ‘Geven als je leeft is zoveel leuker.’
Verliezer: Ferdinand Piëch
Kroonjuweel Bugatti verpatst door nazaten
Het is misschien niet zo aardig om iemand die nog maar net het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld tot verliezer van de week te bestempelen, maar we vermoeden dat de betrokkene, de vorig jaar overleden Volkswagenpatriarch Ferdinand Piëch, er precies zo over denkt.
Piëch zou zich in zijn graf omdraaien als hij vernam wat zijn nazaten van plan zijn met zijn automobiele erfenis: die wordt verpatst, zoals ze het op zijn Duits zeggen. Verkocht, aan een voor velen tamelijk onbeduidende firma ook nog eens. Het gaat hier om Bugatti, het roemruchte sportwagenmerk uit het begin van de vorige eeuw, dat door Piëch in de jaren negentig tot leven werd gewekt met de Veyron, de duurste, krachtigste, meest excentrieke sportwagen die ooit in of meer in massale aantallen is gebouwd.
De Veyron vormde een van de kroonjuwelen op Piëchs werk en vormde het vlaggenschip van het Volkswagenconcern dat onder zijn naam was ontstaan. Toen Piëch in de jaren negentig aan het roer kwam bij VW, stond het autoconcern aan de rand van de afgrond. Piëch reorganiseerde met straffe hand en rijgde allerlei bestaande merken aan de merkketen, zoals het chique Bentley en het flamboyante Lamborghini. Met Bugatti bestreek zijn Volkswagen het complete automobiele spectrum: van de zuinige en goedkope stadsauto Škoda Citigo tot de miljoenen euro’s kostende CO2-spuiter Veyron.
Niet langer: deze week werd bekend dat VW af wil van Bugatti, dat altijd een financieel blok aan het been is geweest. Nieuwe tijden zijn aangebroken en kennelijk ziet de huidige leiding geen toekomst voor een elektrische variant. Bovendien heeft het concern geld nodig om de ambitie waar te maken ’s werelds marktleider te worden op gebied van e-auto’s. Volgens bronnen gaat het merk Bugatti naar het Kroatische Rimac, dat de elektrische supersportwagen C_Two bouwt.
Volgens het Britse Car Magazine wil de huidige leiding niet overdadig geld spenderen aan de ‘hobbymerken die de voormalige CEO heeft overgenomen’. Het zal je maar gezegd worden.