Direct naar artikelinhoud
Besmetting kinderen

Net als de scholen weer bijna opengaan, duiken studies op over besmette kinderen

In de Duitse deelstaat Mecklenburg-Vorpommern zijn de scholen deze week weer open gegaan: hier neemt een vader afscheid van zijn dochter op het schoolplein van de Lankow-basisschool in Schwerin.Beeld Jens Büttner/dpa-Zentralbild/dp

Nu de datum nadert dat scholen opengaan, ontstaat twijfel. Wat zeggen de nieuwe onderzoeken over besmettingen onder kinderen?

Doorgaans zijn kinderen de motor van een epidemie, zeker als het om luchtweginfecties gaat. Kinderen hebben nog weinig weerstand tegen virussen en met hun vele en innige contacten geven ze de ziekte snel door. Het coronavirus is anders. Dat lijkt kinderen nauwelijks te deren en de meeste studies wijzen erop dat ze een marginale rol spelen bij de verspreiding. Vooral kinderen onder de twaalf lijken buiten de pandemie te staan.

Dat was – en is nog steeds – de basis voor het advies om de scholen te openen. Maar juist nu het nieuwe schooljaar staat te beginnen, verschijnen er studies die dat fundament ondermijnen. Een onderzoek uit Zuid-Korea bevestigde weliswaar dat kleine kinderen het virus niet verspreiden, maar tieners wel. Middelbare scholieren deden wat dat betreft niet onder voor volwassenen. Een studie rond een uitbraak op een middelbare school in Noord-Frankrijk gaf hetzelfde beeld. Een hoog besmettingspercentage onder leerlingen en docenten, maar veel minder onder hun gezinsleden.

En dan was er nog een Amerikaanse studie van een zomerkamp in Georgia. Dat werd door 350 kinderen (gemiddelde leeftijd 12 jaar) bezocht die door 250 stafleden (van gemiddeld 17 jaar) werden begeleid. Toen eind juni een staflid ziek werd en besmet bleek, werd het kamp opgeheven en werd iedereen in de dagen erna naar huis gestuurd. Het kwaad was toen al geschied: 260 van de 344 geteste bezoekers bleken besmet met het virus.

Geen aanleiding om standpunt te veranderen

De studies roepen de vraag op hoe verantwoord het is de scholen komende week weer open te laten gaan. Maar Susan van den Hof, epidemioloog bij het RIVM, ziet geen aanleiding het standpunt te veranderen. “We houden het onderzoek goed in de gaten. En de uitkomsten van deze studie wijken niet af van ons beeld. De jongste kinderen worden het minst geïnfecteerd en geven het virus nauwelijks door. Bij de 10 tot 19-jarigen lopen de percentages iets op, maar niet veel. We hebben altijd gezegd dat het openen van de middelbare scholen zou bijdragen aan de verspreiding, maar dat dit effect niet opwoog tegen het voordeel dat leerlingen weer naar school kunnen.”

Zo hard vindt ze het tegenbewijs van genoemde studies niet. “Het was een kamp. Daar rollen de kinderen over elkaar heen. Niet verrassend dat ze elkaar sneller besmetten. Bovendien werd op dit kamp veel gesport en gezongen. Daarbij vliegen de besmettelijke speekseldruppels in het rond.”

De Koreaanse studie lijkt verontrustender, maar ze heeft er haar twijfels bij. “Ze zien dat de middelbare scholieren naar verhouding veel anderen hebben besmet, maar die scholieren hebben heel weinig contacten. Alsof ze alleen de hoog-risico-contacten hebben nagespeurd.” Ze wordt daarin bijgevallen door haar Amerikaanse tegenhanger Caitlin Rivers, die haar regering adviseerde de scholen te openen. Rivers zei tegen de New York Times dat deze studie voor haar geen aanleiding was haar advies te wijzigen. “We weten dat symptomatische kinderen besmettelijk zijn. De vraag is hoe besmettelijk de besmette kinderen zijn die geen symptomen hebben? Daar zegt deze studie niets over.”

Deze week verscheen overigens ook een Australische studie naar de rol van scholen en kinderopvang bij de verspreiding van het virus. Die rol bleek gering.

Een leraar laat in de klas aan basisschoolleerlingen zien wat de coronamaatregelen zijn.Beeld ANP

Studie naar gezinnen wordt weer opgepakt

Het RIVM baseerde zijn advies over de scholen aanvankelijk op internationaal onderzoek. Begin juni kwam het instituut met eigen onderzoek onder 54 gezinnen. Daaruit bleek dat kinderen weliswaar soms besmet werden, maar zelden degenen waren die het virus het huishouden hadden binnengebracht. Die studie wordt weer opgepakt als de scholen opengaan, zegt Van den Hof. “Die eerste studie had één beperking. In de periode van het onderzoek, in maart, werden alleen gezondheidsmedewerkers en patiënten getest. Nu verwachten we ook gezinnen te kunnen volgen waarin een kind als eerste positief test. De vraag is dan: is het kind ook de bron in het gezin? En als dat zo is, geeft het vervolgens het virus ook door in het gezin?”

Intussen verwacht de epidemioloog niet dat het begin van het schooljaar voor een opleving van het virus zorgt. “De scholen zijn al open geweest, en toen hebben we daar geen uitbraken geconstateerd. En hoewel het virus in Nederland weer iets oplaait, zien we nu nog geen clusters van kinderen.”

Lees ook:

Nederland wil de tweede golf lokaal verslaan

Als het coronavirus zich verder verspreidt, gaat Nederland vooral lokaal op slot. Maar hoe dan? En wat gebeurt er met de horeca en scholen?