Direct naar artikelinhoud
ColumnHans Vandeweghe

Beseft Vandenhaute dat de aversie in het wielrennen klein bier is vergeleken met het wantrouwen in het voetbal?

Beseft Vandenhaute dat de aversie in het wielrennen klein bier is vergeleken met het wantrouwen in het voetbal?
Beeld DM

Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen.

Misschien is de anekdote die volgt hier al eens verschenen, maar als ik het niet meer weet (laatste check: van alles aan de hand maar nog geen dementie) dan u ook niet natuurlijk. Daarom vertel ik ze graag nog eens.

Deze krant was failliet gegaan ergens halfweg de jaren tachtig en we speelden een benefietwedstrijd op ‘het plein van Meulestee’, het veld van FC Meulestede bij Gent. We, dat was de sportredactie aangevuld met de gewone redactieleden die konden voetballen (zoals filmman Jan Temmerman, een dijk van een doelman) en versterkt in de as van het veld door onze voetbalkundige medewerkers.

Na afloop dronken we nog iets op onze miserie en ik bracht onze medewerker Waregem naar het station. De hele weg van de Muide naar het station had hij niet gezwegen en bij het uitstappen sprak hij inmiddels historische woorden: “Ja maar Hans, ik blijf geen medewerker Waregem hoor.” Dat was Wouter Vandenhaute, net afgestudeerd als licentiaat lichamelijke opvoeding. Hij heeft woord gehouden.

Enkele jaren later belde hij: of ik met mijn mooie topsportster/vrouw niet naar de VRT wilde komen voor de eerste uitzending van het nieuwe tv-programma dat hij samen met Mark Uytterhoeven had uitgedacht. Het zat goed in elkaar, ze hadden alleen nog wat publiek nodig om de studio te vullen. Familie, vrienden en bekenden werden opgetrommeld. Zo zaten wij als vriendendienst op de eerste rij bij de allereerste aflevering van het cultprogramma Het huis van wantrouwen.

Nog wat later reden we af en toe samen met de fiets met politicus André Denys en BRTN-sportchef Marc Stassijns, tot hun dood zijn vrienden. Stassijns, een klaarziende strateeg, zei mij ooit: “Wouter is de strafste die ik ooit heb gezien, altijd op de juiste plek, op het juiste moment, en wringen dat hij kan.” Dat was niet pejoratief bedoeld en het sloeg niet alleen op fietsen.

Voorzitter Wouter Vandenhaute (links) en zijn CEO Karel Van Eetvelt in de tribune van het Lotto Park.Beeld BELGA

Veel later belde Vandenhaute mij met de vraag om klankbord te zijn tijdens een ritje van Oostduinkerke tot ver in Frankrijk, want hij had veel te vertellen over een plan. Het ging hard: het plan en het fietsen. Gelukkig was hij het die voluit praatte en hoefde ik alleen maar te luisteren. Zijn Cycling 2020 was toen en is tot vandaag de meest doortastende visie op hoe het wielrennen zich kon/had moeten ontwikkelen.

Ik pingpongde en hij vroeg mij mee naar de vergaderingen met alle sleutelspelers uit het wielrennen: Bjarne Riis, Johan Bruyneel, de Franse, Italiaanse en Spaanse kliek van oldskool ploegleiders, Patrick Lefevere natuurlijk en ten slotte, niet onbelangrijk, zijn kapitaalverschaffers. Dat grote wielerverhaal – nooit was meer geld beschikbaar voor die sport – is een van de schaarse momenten dat de strateeg Vandenhaute zijn slag niet thuishaalde. De mannen met het geld haakten af. Niet zijn schuld. Het echec was het resultaat van een boycot door ASO (van de Tour) en in mindere mate de UCI en Hein Verbruggen, die pas laat tot inzicht kwam dat Wouterke (zoals hij hem steevast aanduidde) misschien toch een coherent verhaal had.

Deconfiture

Ik weet niet of Vandenhaute beseft dat de aversie die hem toen in het wielrennen te beurt is gevallen klein bier is vergeleken met het wantrouwen van vandaag in het voetbal. Ongetwijfeld zijn vanuit alle presidentiële voetbalkantoren van de eersteklassers sms’en met felicitaties verstuurd, maar dat is schijn. Anderlecht is nu ko, de rijkaard Marc Coucke hangt in de touwen en geen eersteklasser die dat niet nog een tijdje zo wil houden, Brugge, Gent, Antwerpen, Luik en Genk op kop.

Coucke is nu gewoon eigenaar. Wat een deconfiture voor de man die het zo fantastisch vond in het voetbal omdat iedereen hem als ‘voorzitter’ aansprak. Het best denkbare scenario voor RSCA en voor de gezondheid van de man is hem zo onzichtbaar mogelijk houden.

De communicatieve strategie daaronder mag je gerust overlaten aan Vandenhaute. Hoe het verhaal dat hij en Vincent Kompany in het kapitaal van de club stappen daarin moet passen, is een ander paar mouwen. Her en der wordt al gesproken van kapitaalinjectie of kapitaalverhoging. Prima, maar hoe moet dat dan binnen de bestaande regels van – daar zijn we weer – de financiële fair play? 

Uit het Staatsblad van 9 maart 2019 blijkt dat de nv RSC Anderlecht een kapitaalverhoging doorvoerde van duizend nieuwe aandelen van 30.000 euro, dus 30 miljoen, zijnde de maximale kapitaalverhoging die is toegestaan in drie jaar. Er zal een andere strateeg nodig zijn, liefst een met kennis van voetbalfinanciën, om daaruit te geraken zonder de licentiecommissie tegen te komen.