Direct naar artikelinhoud
AnalyseDecentrale selectie

In Nederland is ‘selectie’ een vies woord in het hoger onderwijs

Anne Nobel waagt dit jaar een tweede keer poging voor de selectie van de studie Diergeneeskunde.Beeld Werry Crone

Waarom is het selecteren van studenten aan buitenlandse universiteiten normaal en is er hier discussie over? Die vraag speelt op, nu het verbod op loten onder vuur ligt.

en

Met trots verkondigt onderwijsminister Ingrid van Engelshoven keer op keer dat het Nederlandse hoger onderwijs voor iedereen toegankelijk moet zijn. Ze doet haar belofte gestand, want studentenaantallen aan Nederlandse universiteiten zijn de afgelopen jaren spectaculair gestegen, net als het aandeel buitenlandse studenten. Maar die toegankelijkheid brengt ook problemen met zich mee: uitdijende universiteiten waar de werkdruk toeneemt.

Het is tegen deze achtergrond dat de Adviesraad voor wetenschap, techniek en innovatie afgelopen zomer met een duidelijk, maar omstreden advies kwam: als Nederland de concurrentie met het buitenland niet wil verliezen, moeten meer opleidingen gaan selecteren aan de poort. Een woord dat in het vocabulaire van Van Engelshoven niet voorkomt. Het advies verdween ergens onderin een la.

De discussie werd vorige week nieuw leven ingeblazen toen D66-Kamerlid Jan Paternotte de toegankelijkheid van het hoger onderwijs opnieuw ter sprake bracht: probeer de selectie met toetsen en motivatiebrieven aan universiteiten tot een minimum te beperken en hef het verbod op loten op. Het is eerlijker voor iedereen, stelt Paternotte. Waarom is er zoveel discussie over selectie aan de poort terwijl het in landen als Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Zweden allang gemeengoed is?

Alleen voor de elite?

Dat laatste is wellicht precies het probleem. Van Engelshoven (D66) is bang dat universiteiten straks alleen nog toegankelijk zijn voor de elite. Het argument wordt kracht bijgezet met de onderzoeken van de afgelopen jaren waaruit blijkt dat de studentpopulatie aan sommige opleidingen minder divers is geworden sinds er geselecteerd wordt. Nog een vervelende bijkomstigheid: bijlesbureaus die als paddestoelen uit de grond schieten om studenten voor te bereiden op een toets. Iets dat in het buitenland overigens ook veelvuldig voorkomt.

Maar diezelfde onderzoeken melden ook dat de selectiecriteria die opleidingen met een studentenstop hanteren een ratjetoe zijn. Bij sommige procedures telt het eindexamencijfer mee in combinatie met een motivatiebrief of cv. Anderen nemen een toelatingstoets af.

Slechts 16 van de 46 opleidingen met een studentenstop hebben een zogenoemd studentprofiel samengesteld. Concreet betekent dat: welke student past het best bij een bepaald type opleiding? Het idee achter selecteren aan de poort is namelijk: uitval voorkomen en zo goed mogelijk testen wie het meest geschikt is voor de opleiding.

Geselecteerde studenten doen het beter

Op de Universiteit Maastricht slagen ze daar heel aardig in, bleek vorige week uit het proefschrift van Sanne Schreurs: ‘Selectie voor geneeskunde’. Zij vergeleek geneeskundestudenten die via selectie binnenkwamen met studenten die waren afgevallen, maar via loting alsnog in Maastricht konden studeren. De selectie had wel degelijk voorspellende waarde, concludeert Schreurs, want de geselecteerde studenten doen het beter. Het verschil tussen de groepen wordt zelfs groter naarmate de opleiding vordert. Schreurs: “Tijdens de masterfase worden studenten getoetst op zeven competenties en krijgen ze feedback van artsen en verpleegkundigen. De geselecteerde studenten scoorden veel vaker boven verwachting dan de geneeskundestudenten die na afwijzing alsnog waren ingeloot.”

Wat verklaart dit succes? “We wilden er zeker van zijn dat studenten die kiezen voor de opleiding geneeskunde in Maastricht ook daadwerkelijk passen bij ons onderwijs”, zegt de promotor van Schreurs, Mirjam oude Egbrink. De universiteit werkt namelijk met probleemgestuurd onderwijs. Met andere woorden: kleine klassen, geen grote hoorcolleges, veel samenwerken. Dat aspect is meegenomen in het selectieproces, want niet iedere student past bij dit type onderwijs.

Het is precies waar de adviesraad op hamerde in haar advies van afgelopen zomer: laat de selectie aansluiten bij het onderwijs, maak duidelijk wat studenten kunnen verwachten en toets de selectiecriteria op onwenselijke effecten zoals ongelijkheid. Als opleidingen zich hieraan houden, heeft het instrument volgens de adviesraad grote kans van slagen en vermindert het de kans op uitval en studievertraging.

En waar toetsen zijn komen bijlesbureaus om de hoek kijken. Maar dat bevordert de kansgelijkheid niet, zegt een bijlesaanbieder.

Als universiteiten niet loten, maar zware kennistoetsen hanteren om nieuwe lichtingen studenten te selecteren, profiteert de bijleseconomie. Scholieren met veel geld kloppen ter voorbereiding op selectiedagen van  universiteiten aan bij bijlesbureaus, zoals TentamenTrainingen.nl. Oprichter en eigenaar Martin Riesmeijer verwelkomde de voorbije jaren dan wel honderden klanten, liever ziet hij zijn bedrijfstak niet zo floreren. “Ik ben voor het idee dat universiteiten straks weer mogen kiezen tussen loten en toetsen. Decentrale selectie is niet eerlijker.”

Bijlesbureaus als de zijne fungeren als opvangnet voor scholieren met vragen over de ingewikkelde leerstof. Oneerlijk, ziet Riesmeijer. Vooral de eerstegeneratiestudenten zijn de dupe van de strenge selectieprogramma’s van universiteiten, zegt hij. Familieleden die dezelfde studie eerder volgden, of ervaring hebben met studeren aan een universiteit, kunnen jongeren ook thuis de leerstof helpen onder de knie te krijgen.

“Loten biedt een grotere kans op een studentenpopulatie met verschillende typen achtergrond”, zegt Riesmeijer. Docenten gaven via zijn bedrijf al bijlessen aan universitaire studenten, toen hij door de groeiende vraag drie jaar geleden ook besloot scholieren bij te spijkeren voor de decentrale toetsen.

Bijlesbureaus bieden soelaas voor wie geen hulp op het thuisfront heeft. Maar ze zijn, erkent ook Riesmeijer, erg prijzig. Bijlesdagen van zes uur kosten, her en der in Nederland, al snel tussen de 150 en 200 euro.

Kennistoets, motivatietest en/of intelligentietest

De bijlesbureaus helpen jongeren met selectietoetsen voor de studies tandheelkunde, geneeskunde en diergeneeskunde. Docenten geven door het hele land les in gehuurde ruimtes. Universiteiten hanteren meerdere toetsvormen. Naast een kennistoets bijvoorbeeld ook een motivatie- of een intelligentietest. Ook letten commissies op ervaring, zoals werkervaring in de zorg bij de studie geneeskunde.

“Sommige leerlingen raad ik op basis van hun gebrek aan ervaring af om deel te nemen aan een selectietoets”, zegt Christine Koekkoek van bijlesbureau DecentraleStudent. “Hen adviseer ik om het volgend jaar te proberen. Maar dat hoeft niet als sommige universiteiten de optie loten gaan aanbieden. Dan kunnen die leerlingen daar mogelijk terecht.” Koekkoek merkt dat het per scholier, universiteit en zelfs per studie erg verschilt of toetsen of loten de voorkeur geniet.

Liever de kosten en relatieve zekerheid van een toets

Student in spe Anne Nobel (18) faalde vorig jaar, door de drukte rondom het eindexamen, voor de selectie van de studie diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht. Dit jaar probeert ze het opnieuw. “Ik nam een tussenjaar om me optimaal voor te bereiden”, zegt Nobel. Ze schrok van de hoge tarieven van bijlesbureaus, maar had het ervoor over. Nobel was zeer content met haar bijspijkerdag, waarin ze hulp kreeg bij de ‘behoorlijk pittige’ Engelse leerstof. Ze heeft liever de kosten en relatieve zekerheid van een toets, dan loten. “Ik ben principieel tegen loten, want dat voelt heel willekeurig.” 

Ook Kim Doelman (18), die voor de tweede poging gaat voor de studie geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam, vindt de decentrale selectie, hoe zwaar ook, eerlijker dan loten. “Maar andere scholieren vinden loten zoals vroeger weer prettiger. Misschien is het goed als we kunnen kiezen.”

Lees ook:

Als het aan D66 ligt, mag loten voor studies straks weer

Het verbod op loten voor studies met een numerus fixus heeft een oneerlijke uitwerking, zegt D66. Het partijstandpunt krijgt bijval.

Honderden studenten te veel, wie moet je kiezen?

Er mag niet meer worden geloot als er te veel aanmeldingen zijn voor studies. Dat betekent: selectie, en dat kost tijd.