Direct naar artikelinhoud

Familie Humeyra razend om vonnis Bekir E.

De familie van de vermoorde Rotterdamse scholiere Humeyra is woest over de veroordeling van Bekir E. wegens doodslag tot veertien jaar cel en tbs. Het Openbaar Ministerie had eerder twintig jaar en tbs geëist.

Advocaat van de nabestaanden Nelleke Stolk op weg naar de zitting, met rechts naast haar de moeder van Humeyra.Beeld Koen van Weel/ANP

De familie van de eind 2018 doodschoten Humeyra bestormde vrijdag de rechtszaal. De woede richtte zich na het uitspreken van het vonnis op E., die onder geschreeuw en gebonk op de ramen werd afgevoerd.

Ook het Nederlandse rechtssysteem moest het ontgelden. De nabestaanden zijn vooral kwaad dat de rechtbank de kwalificatie doodslag gaf aan het doden van Humeyra. E. (32) had na een korte relatie met haar de 16-jarige Rotterdamse maandenlang gestalkt. Politie en justitie, en zelfs de minister, erkenden pas na Humeyra’s dood dat lichtvaardig met de bedreigingen was omgegaan.

Opwelling

Een maand geleden was de familie nog tevreden met de strafeis van twintig jaar en tbs voor moord. Maar toen de rechtbank vrijdag ‘afschaalde’ naar doodslag en veertien jaar met tbs, sloegen de stoppen door. Hoe kan dit geen moord zijn?

De rechtbank redeneerde dat E. (zwakbegaafd en verminderd toerekeningsvatbaar) in een opwelling heeft gehandeld. Want wie echt maanden met een moordplan rondloopt, kiest niet een school uit om op klaarlichte dag toe te slaan, aldus de rechter.

E. was wel op zoek naar Humeyra, maar handelde in een vlaag van woede toen hij haar zag. Ook het feit dat hij rennend en schietend achter haar aan ging, getuigt niet van een moment van bezinning. Die was er ook niet toen hij haar van dichtbij door haar hoofd schoot.

Strafmaximum hoger

Zelfs de Rotterdamse rechtbank schaarde zich achter de nabestaanden. “Het verschil tussen de maximale straf voor moord en voor doodslag is te groot. De rechtbank realiseert zich dat dit onrechtvaardig voelt,” zei de rechter. 

De straf die rechters aan verdachten kunnen opleggen voor doodslag zou omhoog moeten. Nu is die vijftien jaar, voor moord is het dertig jaar of levenslang. Het kabinet werkt overigens al aan een wetsvoorstel om het strafmaximum voor doodslag te verhogen.

Het Openbaar Ministerie overweegt in beroep te gaan.