Direct naar artikelinhoud
AchtergrondDemonstratierecht

Wat mogen de boeren wel dat Extinction Rebellion niet mag?

Actievoerders van Extinction Rebellion bezetten op 7 oktober de Mauritskade voor het Rijksmuseum in Amsterdam. Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Waar in Amsterdam afgelopen weekeinde 130 klimaatdemonstranten van Extinction Rebellion werden gearresteerd, krijgen protesterende boeren in Den Haag woensdag opnieuw ruim baan om het verkeer vast te laten lopen met hun trekkers. Wordt er met twee maten gemeten als het gaat om het demonstratierecht?

en

Jozias van Aartsen, oud-burgemeester van Den Haag, herinnert zich uit zijn tijd als hoogste ambtenaar op het ministerie van Binnenlandse Zaken hoe hij in de jaren negentig met minister Ien Dales een blokkade organiseerde tegen protesterende boeren die vanuit het noorden op hun tractor onderweg waren naar Den Haag. ‘We hebben ze tegengehouden bij Wezep door de weg te blokkeren met een soort pantservoertuigen. Zeer effectief.’

De gemeente Den Haag pakt het woensdag bescheidener aan: demonstrerende boeren zijn welkom in de stad, maar ze mogen niet richting het Binnenhof met hun tractor. Zware verplaatsbare vrachtwagens van Defensie zullen de toegangswegen blokkeren. In tegenstelling tot het eerste protest van 1 oktober – toen maximaal 75 tractors welkom waren maar er 2.200 op het Malieveld verschenen – is er nu geen maximum gesteld aan het aantal trekkers.

‘Bijkans heilig’, noemde wijlen burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam het recht op demonstreren. Ook, of misschien juist, als de demonstratie een visie onder de aandacht brengt waarvoor je bij het grote publiek de handen niet op elkaar krijgt – anti-abortus, pro-moslimfundamentalisme of tegen de criminalisering van pedofilie. Omdat demonstreren een grondrecht is, moet de overheid zoveel mogelijk doen om demonstraties de ruimte te geven en de organisatie ervan te faciliteren. Ook als dit tijdelijk ten koste gaat van bijvoorbeeld de bereikbaarheid van een stad.

Grens bereikt

‘Als burgemeester probeer je het grondrecht op demonstreren zo veel mogelijk te respecteren, tot het moment komt dat je vindt dat de verstoring van de openbare orde zodanig groot is en het maatschappelijk leven dusdanig wordt ontwricht, dat een grens is bereikt’, schetst voormalig burgemeester van Haarlem Bernt Schneiders het dilemma. Hij was tevens voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters.

Waar die grens precies ligt, is volgens Schneiders ‘maatwerk’, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van dat moment en de persoonlijke inschatting van de burgemeester. ‘Je zou het ook willekeur kunnen noemen, als je het negatief wilt formuleren.’

Het verschil tussen de aanpak van de klimaatactivisten in Amsterdam en de boeren in Den Haag wekte verbazing bij advocaat Barbara van Straaten, die veel demonstranten bijstaat (maar niet de boeren of Extinction Rebellion). ‘Burgemeesters reageren niet allemaal hetzelfde. Dat Den Haag niet ingreep, is prima. Maar Amsterdam grijpt al in als er één straat wordt geblokkeerd. Daar is veel meer met de overlastbril op gekeken. Ik vraag me af of ingrijpen daar wel echt noodzakelijk was.’

‘Leven we in een tractorstaat?’, vroeg de Partij voor de Dieren zich dinsdag af. Maar minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid ontkende in antwoord op Kamervragen dat er met twee maten wordt gemeten. Volgens hem was er sprake van onvergelijkbare situaties, omdat de klimaatdemonstranten zich niet aan de vooraf opgegeven actielocatie hadden gehouden en de boeren in Den Haag wel.

Controversiële onderwerpen

Nationale ombudsman Reinier van Zutphen constateerde vorig jaar na eigen onderzoek dat gemeenten het demonstratierecht bij kleine, weinig omstreden demonstraties meestal respecteren. Maar bij controversiële onderwerpen en acties met grote impact signaleert de ombudsman een neiging tot ‘risicomijdend gedrag’ bij de overheid, waarbij het ‘handhaven van de openbare orde’ te gemakkelijk als argument wordt gebruikt om een demonstratie te verplaatsen, verbieden of beëindigen.

Deskundigen merken dat de boodschap van de demonstratie in de praktijk de beslissing van burgemeesters wel degelijk kleurt. ‘Zou Pegida met tractoren naar Den Haag komen en de grootste file ooit veroorzaken, dan zal daar anders op worden gereageerd dan op boeren waarvoor men denk ik meer sympathie heeft’, zegt Berend Roorda, universitair docent rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en gepromoveerd op demonstratierecht. Advocaat Van Straaten: ‘Op een antifascistische beweging wordt anders gereageerd dan op de bond voor het vogelbehoud.’

Schneiders denkt dat ook ‘couleur locale’ de afweging beïnvloedt. ‘Als je burgemeester bent in een gemeente waar de meerderheid van de bevolking vindt dat Zwarte Piet gewoon moet kunnen, ben je waarschijnlijk meer geneigd een anti-Zwarte Piet-demonstratie beperkingen op te leggen. Dat mag geen factor zijn, maar ik sluit niet uit dat dat in het oordeel wel een beetje meeweegt.’

Daarbij denkt hij dat het recht van de sterkste soms geldt. ‘Het is nu eenmaal gemakkelijker om vijftig demonstranten in de boeien te slaan dan honderd trekkers uit een stad te verwijderen. Moet de ME dan boeren met geweld uit hun tractor gaan trekken?’

Het voordeel van protesterende boeren is volgens Van Aartsen dat ze op ook weer terug naar hun bedrijf moeten om bijvoorbeeld de koeien te melken. ‘Het is niet zoals met die Occupy-types, dat ze de boel wekenlang bezetten.’