Direct naar artikelinhoud
Investeringsfonds

Economen: Nu de dividendbelasting blijft, kan die in onderzoek worden geïnvesteerd

Meisje op de open dag op de High Tech Campus.Beeld ANP

Ga voor het nieuwe investeringsfonds niet alleen lenen, maar gebruik ook meevallers en de dividendbelasting, adviseren economen het kabinet.

Met een nieuw investeringsfonds kan het kabinet twee doelen dienen: groene groei en nieuwe kennis. En voor dat laatste doel zou onder meer de opbrengst van de dividendbelasting moeten worden gebruikt. Want bedrijven zijn partner in de kennisontwikkeling en hebben baat bij wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

Dat advies krijgt Den Haag van een groep economen onder wie Luc Soete. Hij is hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en veelgevraagd adviseur in Nederland en Europa. 

Het kabinet kondigde in de Miljoenennota de oprichting aan van een nieuw investeringsfonds, waaruit volgens premier Rutte nog voor het eind van het jaar de eerste projecten gefinancierd zullen worden. Welke projecten voor financiering in aanmerking komen is nog onduidelijk, maar het idee roept herinneringen op aan het Fonds Economische Structuurversterking (Fes) dat Nederland ooit had.  

Het Fes werd gevuld met de aardgasbaten die de staat ontving, en vooral gebruikt voor de aanleg van infrastructuur, zoals de Betuwelijn, snelwegen (vooral in de Randstad) en de hogesnelheidslijn. Maar 10 procent van de Fes-middelen werd gebruikt voor kennisinfrastructuur en wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s. Voor het kennisveld was dat een aanzienlijke geldstroom van honderden miljoenen per jaar. Die viel in een keer droog, toen het kabinet-Rutte I het Fes schrapte. De bodem van het gasveld kwam in zicht en daarmee het einde van Fes, was gedachte. De aardgasbaten vloeien sindsdien rechtstreeks de schatkist in.

Met het nieuwe investeringsfonds richt dit kabinet weer een soort Fes op. Maar het heeft weinig zin om daaruit te investeren in klassieke infrastructuur van asfalt en beton. Dat is ook niet gedachte in Den Haag; het kabinet wil innovatieve projecten steunen. Die liggen, zegt Soete, vooral in duurzame ontwikkeling, energie en klimaat. De transitie naar duurzaamheid dus, en daarvoor zou je een Fonds Duurzame Structuurversterking kunnen oprichten. Soete: “Voor dat fonds kun je, zeker met de huidige rentestand, prima leningen aangaan. Want het gaat om projecten die op afzienbare termijn hun geld ook weer opleveren.”

Een veld zonnepanelen waar voorheen landbouw of veeteelt werd bedreven .Beeld Hollandse Hoogte / Flip Franssen

Anders ligt dat met projecten in wetenschap en technologie. Die hebben zonder enige twijfel economisch rendement, maar garanties dat de investering binnen een bepaalde termijn wordt terugverdiend, zijn er niet. Voor kennisontwikkeling zou je een investeringsfonds moeten voeden met meevallers op de rijksbegroting en met de opbrengsten uit de dividendbelasting. 

Het kabinet heeft het bedrijfsleven ooit beloofd dat de dividendbelasting zou worden afgeschaft, maar moest die belofte intrekken. Nu zou je met het bedrijfsleven kunnen afspreken dat de dividendbelasting blijft en dat de opbrengsten ten goede komen aan wetenschap en technologie, zegt Soete.

Voor bedrijven is een goede infrastructuur voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van levensbelang, en Nederland investeert daarin minder dan het zou moeten doen én dan het zich had voorgenomen. Het is onorthodox om belastinginkomsten voor een bepaald doel te reserveren, zegt de econoom, maar in dit geval kan het heel goed werken, omdat het bedrijfsleven direct belang heeft bij die kennisontwikkeling.

De onderzoeksprojecten die uit zo’n nieuw kennisfonds gefinancierd worden, zullen voor een deel direct ten goede komen aan de concurrentiekracht van bedrijven. Andere projecten kunnen worden gericht op grote maatschappelijke vraagstukken, zoals energie en klimaat, maar ook gezondheid en vergrijzing. 

Een derde categorie projecten die Nederland nodig heeft, niet alleen volgens Soete maar volgens vele adviezen uit het kennisveld, betreft veerkracht. Mensen worden meer dan vroeger geconfronteerd met onzekerheden en moeten daarin zelf een weg vinden. Ze verhuizen vaker, wisselen van baan, en moeten zich hun leven lang blijven ontwikkelen. Er is nieuwe kennis nodig om die veerkracht te vergroten. 

En tot slot moet Nederland meer investeren in zijn kennisabsorptievermogen. Het gaat niet alleen om kennisontwikkeling in eigen land, maar ook om het benutten van kennis die elders wordt ontwikkeld. Of beter: het kunnen benutten. Wil Nederland aansluiting houden bij de top van de mondiale kennisproductie, dan moet het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in topconditie blijven, zegt Soete.

Lees ook: 

De waarde van wetenschap is ongekend, dus moeilijk in euro’s uit te drukken

De waarde van de wetenschap voor economie en samenleving is letterlijk ongekend. En dat heeft zijn politieke gevolgen.