Direct naar artikelinhoud
reportagestiltegebied

Stiltegebied in de drukke Randstad: ‘Jeetjemineetje, dat dit er mag zijn’

Josje Duijndam op haar stiltegebied op de grens van Pijnacker en Delft.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Per toeval hoorde Josje Duijndam dat de provincie Zuid-Holland 10 hectare land in de Bieslandse polder te koop aanbood. Ze wist meteen wat ze er wilde: een stiltegebied. Alleen, hoe maak je van stilte een verdienmodel?

Toen laatst een groepje wandelaars druk keuvelend over haar Stiltegoed liep, trok Josje Duijndam de stoute schoenen aan. ‘Dames, dit is een stiltegebied!’, riep ze vriendelijk doch beslist. De groep schrok van de vermaning, maar liep wel zwijgend verder. ‘Ik vond het moeilijk om er iets van te zeggen, maar ik weet zeker dat ze de rust en de ruimte intenser hebben ervaren. Ik had er wel een film van willen maken.’

Er is bos, moeras en weids polderlandschap, maar het gaat te ver om te beweren dat het buurtschap Klein-Delfgauw door God en de wereld is verlaten. De Haagse Vinexwijk Ypenburg en de gemeente Pijnacker-Nootdorp liggen op een steenworp afstand. De A13 tussen Rotterdam en Den Haag is niet te zien, maar laat wel degelijk van zich horen. Tussen de bomenrij floept de reclamemast op van de Ikea in Delft.

‘Het huidige leven in de Randstad is behoorlijk overprikkeld’, zegt Josje Duijndam (60), uitbater van Buitengoed De ­Uylenburg, een hotel met vergaderlocaties in de Bieslandse polder. ‘In het weekend is het hier net het Vondelpark met wandelaars, fietsers en hardlopers.’

Verstilde live muziek

Nadat de provincie Zuid-Holland in dit gebied 10 hectare grond te koop had aangeboden, wist ze er meteen een bestemming voor: een stiltegebied. Nu, drie jaar later, is het ‘Stiltegoed’ een feit. Op 1 september wordt het feestelijk geopend met yogaworkshops en meditatiesessies, verstilde live muziek en mooie verhalen. ‘Ik heb geen stiltegebied gemaakt, het wás voor Randstedelijke begrippen al stil’, zegt Duijndam tijdens een wandeling over een grindpad dat meandert door de polder. ‘Ik heb het ingericht met paden en solitaire stoelen en probeer het te bezielen.’

Met een beetje geluk tref je hier lepelaars en een buizerd, of zie je een vos de passie preken. Tot voor kort stonden hier nog dikbilkoeien, maar de provincie zocht een koper die het gebied op een meer natuurlijke wijze wilde ­inrichten. Het moest een overgangs­gebied worden tussen bos en weide. Landbouw was mogelijk, maar alleen biologisch. ‘Ik kwam er min of meer per toeval achter dat de 10 hectare te koop stond, omdat de provincie een zaaltje bij me kwam huren voor een inloopavond. Daar wilde ik het fijne van weten.’

Een aantal potentiële investeerders haakte al snel af, want huizen of een hotel waren taboe. Duijndam ging een paar keer in het gras liggen om na te denken. ‘Het was duidelijk: als ik iets wilde, moest het nú gebeuren.

Uiteindelijk zijn er drie plannen ingediend bij de provincie. Het eerste van Josje Duijndam, het tweede van de manege die omringd wordt door de 10 hectare – de manege kreeg in 2017 rood licht van de Raad van State om uit te breiden. De derde gegadigde was Hoeve Biesland, een biologisch-dynamische boerderij met zonnepanelen op de koeienstallen. ‘Die boerderij is van Jan, mijn broer. Dus het lag wel even gevoelig toen ik uiteindelijk het gebied mocht kopen.’

Bordje bij de ingang van het Stiltegoed.Beeld de Volkskrant

Weerstand 

Weerstand was er ook. In de lokale media klonk kritiek. Hoezo stiltegebied? Waarom kon hier niet het buitenzwembad komen waar iedereen zo naar verlangt? En waarom komen hier geen goedkope huurwoningen, waar overduidelijk vraag naar is? Anderzijds was er weerstand toen Duijndam een schapenschuurtje wilde bouwen op het gebied. Want dat zou juist de weldadige rust en weidsheid verstoren.

‘Waarschijnlijk wordt het niks, ik heb het eindeloos vaak gezegd, nog zelfs op weg naar de notaris.’ Nu denkt ze verwonderd, telkens als ze over het Stiltegoed wandelt of er het gras maait (met een zo stil mogelijke maaier): ‘Jeetjemineetje, dat dit er mag zijn.’

Maar de belangrijkste vraag moet Josje Duijndam zelf de komende jaren beantwoorden: hoe verdien je geld aan stilte? De provincie heeft betaald voor de inrichting en verstrekt een beheerssubsidie voor natuur- en landschapsbeheer. Maar met alleen een gefiguurzaagd bordje ‘Ssssttt, stilte is de kortste weg naar geluk’ is ze er nog niet.

Op termijn wil Duijndam hier een retraitecentrum bouwen. Dat past nog niet in het huidige bestemmingsplan van Pijnacker-Nootdorp. De gemeente heeft besloten om eventuele aanpassingen van het bestemmingsplan uit te stellen tot de provincie een nieuwe gebiedsvisie heeft opgesteld. ‘Mijn plan wijkt af van het bestemmingsplan’, beaamt ze. ‘Maar ze vroegen om een visie, dus ik heb gedacht: wat heeft de wereld nodig? Of nee, niet te arrogant: wat heeft deze plek nodig?’

Josje Duijndam op haar Stiltegoed dat op 1 september feestelijk wordt geopend met yogaworkshops en meditatiesessies.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Verdienmodel

Een verdienmodel is volgens Duijndam wel nodig, anders verdwijnt de plek misschien op termijn. Ze heeft de 10 hectare weliswaar gekocht, maar gemeente of provincie kunnen over dertig jaar wel de bestemming veranderen. Zo midden in de Randstad weet je nooit of het gebied ten prooi valt aan bedrijven, industrie of woonwijken. 

‘Het gaat me niet om geld verdienen, maar ik moet ervoor zorgen dat dit gebied behouden blijft. Tegen de tijd dat zoiets speelt, ben ik 90’, zegt Duijndam. ‘Daarom heb ik een verdienmodel nodig waarbij de natuur zijn gang kan gaan. Als het moet, ga ik op de barricaden.’ Ach, ze heeft eerder met dat bijltje gehakt, toen ze jaren geleden Buitengoed De Uylenburg begon – wie niet goed kijkt, denkt dat de uitspanning met rieten dak er van oudsher is geweest, maar er staat echt ‘anno 2000’ op de gevel.

Josje Duijndam heeft geen haast. En ze maakt zich geen zorgen. ‘Ik ben niet de gevestigde orde met mijn gefladder en gedoe. Ik wil dit stiltegebied voor langere tijd bezielen en bewaken.’

Verdienmodel