Nostalgie + technologie = kassa! Disney domineert Hollywood met gerecycleerde tekenfilms

Foto: RV

Foto: RV

Terwijl zowat alle bioscopen in Hollywood dit jaar in zwaar verkeren, krijgt Disney het geld uit de kassa's amper geteld. Met dank aan een reeks gerecycleerde klassiekers, waarvan 'The Lion King' de laatste in de rij is. Het is een beproefd recept in de Disneykeuken, dat al sinds 1994 meegaat.

Het recept is even simpel als geniaal. 1: Disney kiest een tekenfilm uit die x-aantal decennia geleden het volk in dikke rijen naar de bioscoop lokte. 2: de producent huurt een batterij animatiespecialisten in die er wat up-to-date CGI-technologie tegenaan gooien en de handgetekende animatie vervangen door fotorealistische computerbeelden. Eventueel kunnen er ook enkele acteurs van vlees en bloed bij, die volgens de liveaction-formule worden gebruikt. Resultaat: de kinderen van toen zijn met hun kroost al op weg naar de bioscoop om de oogstrelende 'remake' te aanschouwen. En de hoge piefen op het hoofdkantoor van The Walt Disney Company kunnen collectief 'Hakuna Matata' aanheffen - al worden ze overstemd door het gerinkel van kassa's wereldwijd.

Jungle Book was eerst

The Lion King , die deze week uitkwam, is al de tiende in een rij Disneyfilms die zo'n behandeling onderging. Zijn negen voorgangers brachten liefst 3,6 miljard dollar (3,2 miljard euro) in het laatje. Nog minstens tien andere films worden vanonder het archiefstof gehaald en krijgen een gelijkaardige opfrisbeurt. Het is dan ook al sinds 1994 een beproefd recept. Toen kwam de eerste remake van Jungle book uit - het origineel stamt uit 1967 - en in 2016 kwam er weer één. Eerder dit jaar maakten Aladdin en Dumbo al hun comeback op het witte doek, daarvoor hadden Belle en het Beest, Assepoester, Alice in Wonderland, 101 Dalmatiërs en Maleficent (een spin-off van Doornroosje) al bewezen dat de formule marcheert.

Uiteraard ziet Disney graag dertigers en veertigers die uit nostalgie naar de filmzalen worden gelokt. Maar nog meer mikt de mediagigant op kinderen, voor wie de computerbeelden hun eerste kennismaking met Disney vormen. Zo slaagt het bedrijf erin de aandacht te vangen van een demografische groep die anders toch maar aan gameconsoles en smartphones gekluisterd zit. Geen verkeerde keuze van een bedrijf dat aan het begin van deze eeuw nog in de hoek van het cultureel erfgoed zat, en zich overeind hield met themaparken en heruitgaven op dvd van tekenfilms die dateerden van voor de maanlanding.
 

De kalender bepalen zij

Maar Disney anno 2019 teert niet enkel op remakes van tekenfilms. Het huis van de muis voerde de voorbije jaren een agressief overnamebeleid en sleepte filmmaatschappijen als Pixar, Lucasfilm ('Star Wars'), Marvel en 21st Century Fox in de wacht. Vandaag bepaalt Disney quasi eigenhandig de filmkalender wereldwijd. Nagenoeg elke maand kan het een troefkaart in de vorm van een filmaffiche op tafel gooien waarnaar de rest van de filmwereld zich te schikken heeft. In de eerste helft van dit jaar rolden vier van de vijf best scorende films uit Disneystudio's: Avengers: Endgame, Captain Marvel, Aladdin en Toy Story 4. Enkel Sony wist zich met Spider Man: Far From Home op positie vier te wringen.

Het heeft er bovendien alle schijn van dat Disney zijn herwonnen status van 'opslokker van Hollywood' nog zal versterken. In april onthulde het bedrijf haar plannen voor een eigen streamingdienst. Daarmee wil het Netflix het vuur aan de schenen leggen, want Disney+ belooft onder hun prijs te duiken. Vanaf november wordt Disney+ in de VS uitgerold, volgend jaar volgen wellicht Europa en de rest van de wereld. Bovendien zouden enkele nieuwe remakes alleen daar te zien zijn, en niet meer in de bioscoop.