Direct naar artikelinhoud

Hotelketen wil de stad een ‘toeristenbos’ geven

Hotelketen Conscious Hotels heeft het plan om per gast die komt overnachten een boom te planten. Zo zou een heus ‘toeristenbos’ moeten ontstaan. ‘Bossen lossen een groot deel van de CO2-uitstoot op.’

Het Amsterdamse Bos. Als het aan Marco Lemmers van Conscious Hotels ligt, komt er in of rondom Amsterdam nog een bos.Beeld ANP

De stad moet weer wat gastvrijer naar toeristen worden. En toeristen moeten iets terug doen voor de stad. Dat is in elk geval de gedachte van Conscious Hotels. Om toeristen en Amsterdammers dichter bij elkaar te brengen, wil de hotelketen per gast die komt overnachten een boom planten. “Zou het niet fantastisch zijn dat door de komst van toeristen ergens in of rondom Amsterdam een bos groeit?” vraagt directeur Marco Lemmers zich hardop af.

Tienjarig bestaan

Aanleiding voor de actie is het tienjarige bestaan van de keten. De eerste vestiging opende in 2009 de deuren aan het Museumplein, een jaar later kwam er een hotel bij naast het Vondelpark, in 2017 werd een derde locatie op de Amstelveenseweg geopend en vorig jaar april een vestiging in het Westerpark. Daartoe moesten wel eerst enkele bomen worden gekapt of verplaatst. “We hebben de stad toen aangeboden om elf nieuwe bomen te plaatsen, maar daar hebben we niks meer op gehoord,” zegt Lemmers.

Toen is Conscious Hotels zelf aan de slag gegaan: samen met de Pollinators, een Amsterdams platform dat zich inzet voor de natuur, werden vorig jaar zeshonderd ­bomen in de Tuinen van West ­geplant. “We planten dus al bomen, maar willen nu met een Toeristenbos structureel voor nieuwe bomen zorgen.”

Plan B

Het afgelopen jaar overnachtten 175.000 toeristen in een van de vier hotels. Dat zijn flink wat bomen die in of rondom Amsterdam moeten komen. Ook is het nog maar de vraag of de gemeente wil meewerken. Zo niet, dan heeft het hotel een plan B. “Dan kopen of pachten we zelf ergens landbouwgrond en laten we daar bomen groeien. ­Bossen lossen een groot deel van de CO2-uitstoot op.”