Direct naar artikelinhoud
AnalyseRechtsbescherming

Minister Dekker moet op eieren lopen, wil hij de rechtsbijstand nog herzien

Zonder steun van de oppositie zal het plan van minister Dekker voor herziening van de rechtsbijstand schipbreuk leiden. Toenadering is nog niet in zicht, en vanuit de sociale advocatuur wordt vrijwel unaniem bezorgd gereageerd.

Minister Sander Dekker (met bril) in juni 2018 bij een protest van advocaten op het plein in Den Haag.Beeld Laurens van Putten / Hollandse Hoogte

Twee plannen uit het regeerakkoord, twee politieke werkelijkheden. Met steun van de oppositie loodste minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming eerder deze week het wetsvoorstel door de Kamer dat een einde maakt aan het automatisme waarmee gedetineerden na het uitzitten van tweederde van hun straf voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld.

Maar met het voorstel om het stelsel van rechtsbijstand te herzien, wil het de VVD-bewindsman maar niet lukken de handen van de oppositie op elkaar te krijgen. Dekker heeft beloofd de Kamer nog voor de zomervakantie een voortgangsrapportage te sturen, maar donderdag al zal hij er opnieuw vragen over krijgen in het debat over het jaarverslag 2018 van het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Dekker wil het aantal zaken met gefinancierde rechtshulp terugdringen. ‘Minder procedures, meer oplossingen’ is zijn credo. Wie wil procederen met steun van een door de overheid betaalde advocaat, zou eerst langs een ‘triage’ moeten – een poortwachter die bepaalt of bemiddeling niet beter is dan vragen om het oordeel van de rechter. Ook zou de juridische markt ‘rechtshulppakketten’ moeten aanbieden, waarin voor een vast bedrag een gelimiteerd aantal uren van een advocaat is opgenomen.

In een eerder Kamerdebat vol wederzijdse irritaties verdedigde Dekker zijn plan met de vaststelling dat vanaf 2000 het aantal zaken met een toegevoegde advocaat met 42 procent is gestegen. Volgens de Raad voor Rechtsbijstand waren het er in 2016 ongeveer 419 duizend. In het regeerakkoord kreeg Dekker de opdracht ‘binnen de bestaande budgettaire kaders’ – jaarlijks zo’n 400 miljoen euro – het stelsel van rechtsbijstand te herzien. Dit terwijl de beroepsgroep al jaren klaagt dat de vergoedingen te laag zijn.

Had Dekker met het langer uitzitten van gevangenisstraf het maatschappelijke tij mee, waardoor hij de oppositie wist te overtuigen, met wijzigingen in de toegang tot het recht trapt hij op gevoelige tenen. Niet alleen in de samenleving, ook bij partijen als SP, GroenLinks en PvdA. En juist steun van de oppositie is straks noodzakelijk, omdat de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in de Eerste Kamer geen meerderheid meer heeft.

Verstoorde verhouding

Om zijn plan levensvatbaar te houden, zal Dekker op eieren moeten lopen. Hij wil met een verlaging van het aantal zaken ruimte in zijn budget creëren voor hogere vergoedingen aan de sociale advocatuur. Op dit punt heeft hij de wind mee, want volgens de Raad voor Rechtsbijstand is het aantal toevoegingen in 2018 gedaald naar ruim 381 duizend.

Maar tot royalere honoraria heeft dat nog niet geleid. SP-Kamerlid Michiel van Nispen zal donderdag een amendement indienen, waarin hij vraagt de vorig jaar niet-gebruikte financiële middelen – zo’n 46 miljoen euro – over te hevelen naar het budget voor 2019, in plaats van ze aan andere zaken binnen de begroting van Justitie en Veiligheid te besteden.

Van Nispen legt ook de laatste hand aan een enquête die hij onder de beroepsgroep heeft gehouden. Daaruit blijkt hoezeer de verhouding tussen Dekker en de sociale advocatuur is verstoord. Op een totaal van 7.000 sociaal advocaten die in Nederland actief zijn, reageerden er de afgelopen twee maanden 1.200 op een lijst met vijftien vragen. Liefst 98 procent van de respondenten maakt zich zorgen over de aangekondigde stelselherziening. Bij 94 procent is de angst dat zij zal leiden tot een tweedeling tussen mensen die wel en niet toegang hebben tot het recht. ‘Dekker sluit Jan Modaal uit van rechtskundige bijstand’, schrijft een advocaat.

Aan de minister de komende maanden de taak om niet alleen tot een oplossing voor de nijpende financiën te komen, maar ook om de maatschappelijke onrust te bezweren. Alleen zo zal hij mogelijk nog de broodnodige steun van de oppositie weten te verwerven.

Hoe zat het ook alweer?

Dekker lanceerde zijn plan vorig jaar november: hij wil ‘een halt toeroepen aan de juridisering van de samenleving’.

In het Kamerdebat in januari ontstond irritatie: ‘De minister maakt er een zootje van.’

Die irritatie was in het vervolgdebat niet verdwenen. De oppositie liet er collectief weinig van heel: te vaag, niet financieel onderbouwd, te groot risico op rechtsongelijkheid.

Hoe zat het ook alweer?

Waar interessante en spraakmakende verhalen online en in de krant ophouden, gaat het Volkskrantgeluid verder. Wat is een zwart gat precies? En hoe gaat het eraan toe in tbs-klinieken? Onze verhalenmakers leggen het uit.