Direct naar artikelinhoud
AnalyseNederland moederland

Waarom de crèche vrijwel altijd de moeder belt en nooit de vader

Kinderen van groep 3 en 4 van de Gravin van Rechterenschool in Appeltern maken een cadeautje voor Vaderdag.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Nederland kampt met een ‘moederschapsideologie’, zo blijkt wederom uit een vrijdag verschenen onderzoek van kenniscentrum Rutgers. Waarom zijn de traditionele ouderschapsrollen zo hardnekkig in Nederland?

Is een peuter of kleuter ziek, dan belt de crèche vaak – standaard – de werkende moeder. Een jonge vader die op zijn werk uren inlevert, kan gefronste wenkbrauwen van zijn collega’s verwachten. En voor Vaderdag mogen de vaders zich op vrijdagochtend vroeg bij de crèche melden om de knutselwerkjes in ontvangst te nemen; moeders zijn voor Moederdag vaak in de middag welkom, want – zo is de aanname – die zijn toch vrij.

Nederland kampt al decennia met een hardnekkige ‘moederschapsideologie’. Dat werd nogmaals bevestigd door een rapport dat kenniscentrum Rutgers vrijdag aanbood aan minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken. Uit het onderzoek blijkt dat slechts 11 procent van de vaders ouderschapsverlof opneemt. Bij moeders ligt dat rond de 23 procent.

Jonge vaders voelen vaak een belemmering om meer vaderschapsverlof op te nemen. Ze durven het niet aan te kaarten bij hun leidinggevenden en zien te weinig financiële ruimte om meer tijd vrij te maken voor de verzorging en ondersteuning van hun pasgeboren kind.

Traditionele rollen

Sinds dit jaar kan een vader aanspraak maken op vijf dagen geboorteverlof. Vanaf 1 juli volgend jaar wordt dat maximaal vijf weken ‘aanvullend vaderschapsverlof’. Vaders hebben dan recht op 70 procent doorbetaling van hun loon. Nu kunnen ze ook al ouderschapsverlof opnemen. Dat verlof, van maximaal 26 keer het aantal uren dat een ouder per week werkt, is onbetaald. Al kan de werkgever wel besluiten om alsnog salaris uit te keren.

Het is een van de factoren die de traditionele ouderschapsrollen in stand houden, zegt Renske Keizer, hoogleraar Vaderschap aan de Erasmus Universiteit. Volgens Keizer is onder meer een verbetering nodig van de financiële regeling voor vaderschapsverlof. ‘Hoe hoger het percentage dat wordt vergoed bij verlof, hoe hoger de kans dat vaders verlof opnemen.’

Maar het is niet de enige reden waarom de traditionele rolverdeling in Nederland hardnekkiger is dan elders in Europa. (Zo zijn vaders en moeders in sommige Scandinavische landen verplicht om het grootste deel van het verlof tussen elkaar te verdelen.)

Erfenis uit de oorlog

Volgens hoogleraar Keizer is het mogelijk een erfenis uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. ‘Nederland had in beide oorlogen militair gezien een kleine rol. Daardoor vertrokken minder mannen naar het front’, zegt Keizer. ‘In andere landen moesten vrouwen het werk overnemen. Die omslag heeft in Nederland niet plaatsgevonden.’

De Nederlandse vrouw bleef daardoor langer dan elders in Europa de ‘hoeksteen van de samenleving’. De samenleving werd er zelfs op aangepast. Een vrouw moest tot 1956 vaak haar baan opgeven als ze trouwde. Er gold een minimuminkomen voor de man dat hoog genoeg was om het hele gezin te onderhouden. Keizer: ‘De vrouw zorgde voor de kinderen en de man verdiende geld om het gezin te onderhouden.’

Het is moeilijk voor te stellen, maar lange tijd werd het zelfs als luxe gezien dat je als vrouw niet hoefde te werken, zegt Esther de Jong – Hoofd Beleidsadvisering bij het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis Atria. ‘Pas toen er in de jaren zestig tekorten kwamen op de arbeidsmarkt werden vrouwen vaker ingezet.’

Cultuuromslag 

De cultuuromslag is niet makkelijk gemaakt. De overheid heeft decennialang de situatie zo gunstig mogelijk gemaakt voor ouderschap waarbij één van de ouders fulltime werkt en de ander in deeltijd. En die regelingen werken door in de normen van de Nederlandse samenleving. ‘In Nederland ben je een slechte ouder, of moeder, als je je kind drie dagen per week naar de crèche brengt’, zegt hoogleraar Keizer.

Nederlandse vrouwen werken vaak parttime. Meer dan vier op de vijf jonge moeders gaan in deeltijd werken, terwijl dat onder jonge vaders nog niet eens één op de vijf is. De voorwaarden daarvoor zijn in Nederland gunstig. ‘In andere landen heb je vaak niet dezelfde arbeidsvoorwaarden als je deeltijd gaat werken’, zegt Keizer.

Dat de vrouw voor het kind moet zorgen, zit nog in de hoofden van veel mensen, zegt Esther de Jong. ‘Dat verandert maar heel langzaam omdat de hele samenleving ervan doordrongen is. Het zit soms in de kleine dingen: een loodgieter kan langskomen tussen 8 uur ’s ochtends en 5 uur ’s avonds. Er wordt van uitgegaan dat er dan iemand thuis is, en dat is van oudsher de vrouw.’ 

Voorzichtige verschuiving

Toch is volgens Kenniscentrum Rutgers een ‘voorzichtige verschuiving’ gaande. Zo werd het vaderschapsverlof begin dit jaar met drie dagen uitgebreid tot vijf dagen na de geboorte van het kind, alhoewel dat in vergelijking met landen als Zweden en Denemarken nog steeds laag is.

Dat de Nederlandse overheid het ouderschap beter probeert te verdelen, heeft volgens hoogleraar Keizer ook een financiële reden. ‘In Nederland zijn relatief veel vrouwen niet financieel zelfstandig na een scheiding.’ Door een situatie te creëren waarin de vrouw vaker en langer kan werken, kan de regering de afhankelijkheid van de vrouw ten opzichte van de man verminderen.

Meer over het vaderschapsverlof

Hoe regelen Nederlanders het vaderschapsverlof? De Volkskrant vroeg een jonge vader en een aanstaande vader hoe zij de zorg voor hun kind hebben geregeld. 

Vaders willen wel verlof opnemen, maar stuiten op heersende ‘moederschapsideologie’

Het wil nog niet vlotten tussen jonge vaders en het ouderschapsverlof. Ze wíllen het wel opnemen, maar durven het nog onvoldoende aan te kaarten bij leidinggevenden en collega’s en ervaren nog financiële belemmeringen. Dat schrijft stichting Rutgers in een rapport dat de organisatie vandaag aanbiedt aan minister Koolmees van Sociale Zaken.