Direct naar artikelinhoud
ReportageProtesten in Hongkong

Dit is waarom de kerk nu wél een politieke rol speelt in Hongkong

Agenten staan vrijdag gereed bij een demonstratie tegen de controversiële uitleveringswet.Beeld AFP

De sterke christelijke aanwezigheid bij de protesten in Hongkong vormt een groot contrast met 2014. ‘Veel kerken beseffen nu dat ze zich meer moeten openstellen.’

Het is een van de krachtigste beelden van de Hongkongse protesten: niet de traangasgranaten, niet de relschoppers met stoeptegels, maar een minzaam groepje christenen. Al dagenlang staan ze aan de barricades rond het regeringskwartier, recht tegenover de oproerpolitie, te bidden en te zingen. ‘Sing hallelujah to the Lord!’, klinkt het eindeloos, alsof ze de politie in trance hopen te brengen.

De sterke christelijke aanwezigheid in de protesten tegen de uitleveringswet is bijzonder, want katholieken en protestanten maken nog geen 10 procent van de Hongkongse bevolking uit, en doorgaans houden ze zich ver van politiek. Maar de vredige gelovigen zijn zowat het gezicht van de protesten geworden, en hun hymne de soundtrack, zelfs meegezongen door niet-gelovigen.

‘We willen de demonstranten het gevoel geven dat iemand hen steunt’, zegt Tak, een jeugdwerker van een protestants seminarie, die nauw betrokken is bij de protesten. Hij wil niet met zijn volledige naam in de krant, om de werking van zijn congregatie niet in gevaar te brengen. ‘Veel jonge betogers zijn bang, zeker als overal traangas rondvliegt. Wij proberen een sfeer van sereniteit te scheppen, en iedereen wat te kalmeren.’

Tak hoort bij een groepje predikanten, die een actieve rol spelen in de demonstraties. Aan de vooravond van de protesten in het regeringskwartier riepen ze gelovigen op om een buffer te vormen tussen politie en betogers, en met gezang de gemoederen te bedaren. Toen later toch geweld uitbrak, stuurden ze de volgende dag sociaal werkers de straat op, om psychologische bijstand te verlenen.

Contrast

De betrokkenheid van de christelijke kerk is opmerkelijk, en staat in scherp contract met het verleden. Toen in 2014 de ‘parapluprotesten’ uitbraken, en tienduizenden jongeren het centrum van Hongkong bezetten in hun strijd voor algemeen stemrecht, keerden veel kerkleiders zich tegen hen. In Hongkong hadden ze het best goed, zeiden ze, en met hun radicale eisen zouden de jongeren het alleen maar slechter maken.

Veel christelijke jongeren waren zwaar teleurgesteld in hun geestelijke leiders, en vielen zelfs van hun geloof af. ‘Dat heeft veel kerken de afgelopen jaren aan het denken gezet over hun rol in de maatschappij’, zegt Bowie, een 17-jarige Bijbelstudent, die aan de barricades een van de bid- en zangprotesten leidt. Om veiligheidsredenen wil hij niet met zijn volledige naam in de krant. ‘Veel kerken beseffen nu dat ze zich meer moeten openstellen, en dat ze de betogers moeten steunen.’

En de betogers steunen, dat doen de Hongkongse kerken dit keer met verve. De hoogste kerkleiders hebben de uitleveringswet verworpen en lieten weten ‘te bidden voor de overheidsfunctionarissen’, opdat die ‘de zorgen van het grote publiek niet negeren’. En rond het regeringskwartier richtten vier kerken een rustplaats voor betogers in, met bevoorrading, eerste hulp en psychologische zorg. ‘Dat is wat een kerk moet zijn’, zegt Bowie. ‘We moeten midden in de samenleving staan.’

Wat ook meespeelt, is dat de positie van christenen op het Chinese vasteland de afgelopen jaren enorm verslechterd is. In zijn ijver om de hele maatschappij onder controle te krijgen, heeft president Xi Jinping de regels voor officiële kerken aangescherpt, en de repressie tegen officieuze kerken opgevoerd. Regelmatig verschijnen berichten over vernielde kerken, weggehaalde kruisen of gearresteerde priesters.

Nauwe banden

Veel Hongkongse congregaties hebben al jarenlang nauwe banden met Chinese zusterkerken, en proberen hen met theologisch onderricht en studiemateriaal te ondersteunen. Maar zulke contacten zijn volgens de Chinese wet illegaal, en worden de laatste jaren steeds moeilijker. Met de uitleveringswet zouden Hongkongse geestelijken zomaar gestraft kunnen worden voor hun bemoeienis. ‘Dan is het alsof er een zwaard boven je hoofd hangt’, zegt Tak. ‘Ieder moment kan het vallen.’

Ook de 17-jarige Bowie vreest dat de uitleveringswet de vrijheid van godsdienst in Hongkong kan beperken. Hij wijst naar het vijftigtal zingende en biddende gelovigen voor hem, naar de devotie op hun gezicht, naar de kruisbeelden die aan de barricade zijn vastgebonden. ‘Als we in China publiekelijk zouden bidden, zouden we gearresteerd worden’, zegt hij. ‘Misschien wordt het in de toekomst ook zo in Hongkong. Daar ben ik bang voor.’

Maar voorlopig gaat hij door met zingen. ‘Sing hallelujah to the Lord!’, keer op keer, zolang als het moet. ‘Het lijkt misschien een simpel liedje, maar ik weet dat we iets goeds doen’, zegt hij. ‘Vroeger werden we soms uitgescholden door niet-gelovigen, maar nu bedanken ze ons.’

Lees ook:

In Hongkong, de dag na het traangas. 'De politie is gek geworden.’

Vijf jaar na de parapluprotesten lijkt het drama zich te herhalen in Hongkong. Demonstranten en regering liggen op ramkoers over de nieuwe uitleveringswet.