Advertenties van weleer: In elke GKv een ND-agent
Inspecteur buitendienst. Die functie had Klaas Wolters (58) uit Groningen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Via twaalf hoofdagenten stuurde hij een agentencorps aan dat bestond uit ongeveer driehonderd agenten die waren verdeeld over alle plaatsen met een Gereformeerde Kerk vrijgemaakt in Nederland. Zij hielden zich hoofdzakelijk bezig met familieberichten en ze deden ook aan abonneewerving. De krant was toen nog volop vrijgemaakt-gereformeerd en in die gelederen waren de agenten ook te vinden.
Wolters: ‘Van oudsher was het zo dat de krant in iedere plaats een agentschap had waar je terechtkon voor van alles en nog wat. Mensen gaven geboorte- en verlovingsberichten door via de agenten. Meestal gingen ze langs bij de agent; die was bekend. De agent belde de advertenties dan door of stuurde ze op per post.’ Het agentencorps moest het de lezers zo makkelijk mogelijk maken. ‘De abonnees hoefden niet te bellen of een postzegel te spenderen aan een advertentie.’ De ND-vertegenwoordiger kreeg een provisie van 15 procent over de advertenties die hij aanbracht. ‘Mensen kregen een kleine vergoeding, maar ze konden er niet van leven. Ze deden het naast hun werk of als ze gepensioneerd waren deden ze het als vrijetijdsbesteding’, aldus Wolters.
In de meeste plaatsen was wel iemand te vinden die het agentschap op zich wilde nemen, alleen in Brabant en Limburg was het wat lastiger omdat de vrijgemaakte kerken daar wat dunner gezaaid waren, weet Wolters te vertellen. Ieder postcodegebied had een hoofdagent, twaalf stuks in totaal. Die hoofdagenten bezocht Wolters eens per maand. Een keer per halfjaar was er een agentenvergadering. Alle agenten van een regio zaten dan bij elkaar en er werd gesproken over de doelstellingen en wat het aandeel van het corps was in de totale advertentie-exploitatie.
Wolters gebruikte voor zijn werk een knaloranje ND-bus. Hij vertelt er enthousiast over. ‘Voor op de bus stond in spiegelbeeld “Ik en mijn huis, wij zullen de Here dienen” en daar stoof ik dan mee over de snelweg. We gingen ook naar evenementen, naar de Schooldag in Kampen bijvoorbeeld. We hadden een uitklapluifel en daar stonden we dan kranten uit te delen.’
Hoogtepunt van het jaar voor de agenten was de werving van de nieuwjaarswensen in de oudejaarsbijlage. Die wensen besloegen een compleet katern. Wolters: ‘Bijna iedereen deed mee. Je werd erop aangekeken als je géén advertentie plaatste. Voor de lezers was het dan de kunst om in dat katern je eigen naam weer op te zoeken.’
Een aantal agenten verkocht ook zakelijke advertenties. Anthony Borg van de advertentieafdeling: ‘Die werden acquisiteurs genoemd. Mede door hen ontstonden populaire en jarenlang succesvolle regiopagina’s, onder andere Groningen, Hardenberg, Zwolle en Twente.’
Het agentennetwerk leverde de nodige advertenties aan de krant. Tegelijkertijd was het ook veel werk om dat netwerk te onderhouden. ‘Operationeel kostte het best wat. Iedere maand moesten er driehonderd provisieoverzichten gemaakt worden.’ Op een gegeven moment werden advertenties steeds meer rechtstreeks doorgegeven. In 1995 kwam het omslagpunt dat het niet meer rendabel was het agentennetwerk in stand te houden. ‘Dat was wel jammer, want de krant verloor daardoor ook een beetje de binding met de achterban. Via de agenten hoorde je altijd wat er leefde in een bepaalde plaats.’
Een aantal jaren nadat het agentennetwerk werd opgeheven, begon de krant met regioconsulenten. Zeger Koops, manager commerciële zaken bij het Nederlands Dagblad: ‘Dat waren acht enthousiaste ambassadeurs van het ND die vooral op relevante evenementen aanwezig waren om de krant te promoten.’
Klaas Wolters is vandaag de dag WMO-consulent. Maar hij kijkt met veel plezier terug op zijn werk als Inspecteur Buitendienst. ‘Ik kwam overal en had een heel goede band met iedereen. Voor mij was het een mooie tijd.’