Raad voor de Journalistiek: LC bericht zorgvuldig over Friesche Jacht Centrale

De Raad voor de Journalistiek oordeelt dat de Leeuwarder Courant journalistiek zorgvuldig heeft gehandeld in zijn berichtgeving over de Friesche Jacht Centrale.

De krant wijdde de afgelopen maanden een reeks artikelen over de liquidatie van deze ruim vijftig jaar oude jachtmakelaardij in Heeg: diverse booteigenaren voelen zich beroofd van hun eigendom. Voormalig makelaar Egon Brenninkmeijer deed zijn beklag over de in zijn ogen onjuiste en tendentieuze berichtgeving in de LC.

Verdwenen vertrouwen

Brenninkmeijer heeft bezwaar tegen het vermelden van zijn achternaam en meent dat de LC een onjuiste sfeer heeft gecreëerd, waardoor het vertrouwen van veel schuldeisers van de Friesche Jacht Centrale verdwenen zou zijn. De Raad voor de Journalistiek stelt echter vast dat de LC duidelijk onderscheid heeft gemaakt tussen feiten, beweringen en meningen.

Bovendien heeft toenmalig LC-redacteur Hildebrand Bijleveld waar nodig Brenninkmeijer en zijn raadsman Oscar van Oorschot om wederhoor gevraagd. ,,Er bestaat dan ook geen aanleiding voor de conclusie dat een zodanig vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, dat daarmee sprake is van een niet-waarheidsgetrouwe of tendentieuze berichtgeving’’, zo oordelen de vijf raadsleden onder voorzitterschap van oud-rechter Egbert Myjer.

Journalistiek relevant

De raad vindt bovendien dat ,,de vermelding van de achternaam van de klager journalistiek relevant was en dat daarmee zijn belangen niet onevenredig zijn geschaad’’.

Inmiddels is het openbaar ministerie een onderzoek begonnen naar aanleiding van vijftien aangiftes van diefstal en verduistering bij de Friesche Jacht Centrale. Politie en OM gaan na of er bij het opheffen van de makelaardij sprake is geweest van strafrechtelijk verwijtbaar handelen. Het OM verwacht daar pas na de zomer duidelijkheid over te krijgen.