Direct naar artikelinhoud
Interview

Emily van Olden weeft buiten de lijntjes en tegen de mutsigheid

Weven moet af van het mutsige imago, vindt Emily van Olden (63) van de stichting Save the Loom. In de expositie Migrating Textile worden via aaibaar textiel harde verhalen verteld.

Some Must Wash Their Sins, Some Will Drown Their Sorrow van Katerina Sidorova.Beeld Katerina Sidorova

“In onze door technologie overvleugelde tijd gaat het ­fysieke en materiële deel van onze beleving grotendeels verloren,” stelt Emily van Olden. “De zintuigen zijn in ­gevaar. En daarmee een deel van onze menselijkheid.”

Hoe het ook kan, ondervond ze tijdens haar afstudeerproject aan de Gerrit Rietveld Academie, waarvoor Van ­Olden de industriële en handmatige productie van textiel onderzocht. De drie kleden die ze in het geautomatiseerde laboratorium van het Textielmuseum in Tilburg maakte, waren binnen dertig minuten af. Maar het kleed dat ze met de hand weefde kostte haar 320 uur. 

“Toen ik met mijn tijd in de knoop kwam, schoten jaargenoten mij te hulp. Dan zit je met drie of vier man op een bankje uiterst geconcentreerd te werken. Ook als je elkaar niet kent, ontstaat na een tijdje een soort verbroedering. Als je uren naast ­iemand zit, moet je daar wat mee, je kunt iemand niet ­negeren of afwijzen.”

Haar interesse voor ambachtelijk weven bracht Van ­Olden vervolgens naar Aubusson, een dorp in het midden van Frankrijk dat vanaf de 14de eeuw uitgroeide tot ­wereldweefhoofdstad. Toentertijd telde de regio honderden weefateliers die wandtapijten maakten. Na de uitvinding van behang stortte hun markt echter in en tegenwoordig werkt er nog een handvol meesterwevers, meestal met ondersteuning uit erfgoedpotjes. 

“Ze weigeren buiten de lijntjes van de weeftraditie te werken,” was Van Oldens ervaring. “Maar daar wil ik juist vanaf. Het ­weven – en textielbewerking in het algemeen – moet af van die mutsigheid en meer beeldende kunst zijn.”

Van Olden richtte daarom vier jaar geleden de stichting Save the Loom op. Om het ambacht en de ambachtelijkheid te promoten, maar niet als folklore. Zij wil actuele verhalen vertellen die ertoe doen, met de inzet van handgemaakt materiaal van artistieke kwaliteit.

Borduurnaald

Migrating Textile is de tweede tentoonstelling van Save the Loom en bevat werk van vijf internationaal opererende kunstenaars. Het gebrek aan dogmatiek blijkt al uit het feit dat slechts een van hen daadwerkelijk weeft.

Katerina Sidorova verwerkte gevonden textiel uit haar Russische vaderland tot zes lange kleden. De titel van de installatie, Some Must Wash Their Sins, Some Will Drown Their Sorrow, verwijst naar zowel het mythische zondvloedverhaal als de klimaatapocalyps die ons volgens ­velen te wachten staat. Sidorova vraagt zich af in hoeverre de technologie de aanstaande ramp heeft veroorzaakt en of het tij nog te ­keren is. De letters op haar geweven stroken geven die het aanzien van propagandabanieren. Deze prijken niet aan gevels, maar hangen vermoeid op stalen frames, als doorgezakte bedden in een veldhospitaal.

Red, Yellow, Green van Eylem Aladogan.Beeld Eylem Aladogan

Eylem Aladogan staat vooral bekend om haar grote ­installaties en sculpturen met hout, klei en touw, maar nam voor het werk Red, Yellow, Green de borduurnaald ter hand. Uitgangspunt was een foto van Koerdische soldaten aan het front, vlak voordat zij de strijd aangaan met IS. De strijders versmelten in hun camouflagepakken met het eeuwig aanwezige landschap, de grond waar ze zich mee verbonden voelen en hun leven voor geven.

Ook Preta Wolzak is vertegenwoordigd met borduurwerk. “Aaibaar, maar met een keiharde boodschap,” zoals Van Olden zegt. “Dat is ook de kracht van textiel: het raakt mensen heel direct. Preta maakte portretten van Inuit die door klimaatverandering hun voedselvoorziening zien veranderen, maar ook de samenhang van hun gemeenschap. Jongeren trekken weg, werkloosheid en alcoholisme zorgen voor verdere desintegratie.”

Zo heeft textiel een overdrachtelijke betekenis binnen de tentoonstelling: het maatschappelijk weefsel. Dat komt ook terug in het werk van Maja Bajevic en Razan Hassan. Laatstgenoemde is een pas 23-jarige student van de Filmacademie. Ze vluchtte als kind met haar vader uit Syrië. Het cassettebandje met opgenomen liedjes dat haar achtergebleven moeder haar had meegegeven, bleek bij aankomst in Nijmegen het verkeerde exemplaar te zijn. In de documentaire Before I Forget probeert ze haar verloren verleden te reconstrueren.

Ma petite inuite # 3 van Preta Wolzak.Beeld Preta Wolzak

Van Bajevic is in Migrating Textile een film te zien over een tapijtfabriek in voormalig Joegoslavië. De vrouwelijke arbeiders slepen met loodzware rollen, de werkruimte is koud en lawaaierig. Op de geluidsband klinkt een weemoedig werkliedje over het vaderland dat niet meer ­bestaat en de belabberde positie van de ontheemde vrouw.

Verknipte jurkjes

Van Olden is al van kleins af aan gek van textiel. “Ik verknipte al mijn jurkjes, tot spijt van mijn ouders. Het liefste wilde ik naar de modeacademie. Maar mijn ouders, woonachtig in een dorp, stelden Amsterdam gelijk aan sodom en gomorra en hielden dat tegen.”

Het alternatief was Spaanse letterkunde in Leiden, met aansluitend een baan als secretaresse bij de KNSM. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en via een opleiding in New York kwam Van Olden toch in de mode ­terecht. Ze was een jaar assistent van Frans Molenaar voordat ze de overstap maakte naar C&A, waar ze ontwerper werd. 

Emily van Olden: ‘Textiel raakt mensen heel direct.’

“Dan produceer je 250.000 broeken per maand die in zestien minuten van de lopende band moeten rollen. Maar ik droomde van mooie en fijne spullen. Ik ben dus al snel veel andere dingen gaan doen. Zo produceerde ik wijn in Frankrijk. En in 2005 maakte ik het eerste biologisch eetprogramma van Nederland, Van tuin naar tafel. Na acht afleveringen voor de Avro klopte Endemol aan en kwam daar het programma Puur Smaak achteraan.”

Toen werd ze ernstig ziek en lag ze in scheiding. Voor de meeste mensen reden om onder een steen te kruipen. Voor Van Olden een uitgelezen moment om zichzelf ­opnieuw uit te vinden. Ze ging naar de Rietveld Academie om daarna door te studeren aan de kunstacademie van Brussel, de enige ter wereld met een masteropleiding in ­tapisserie. Een paar jaar later volgde nog een masteropleiding in etstechniek aan de academie van Glasgow.

Verbinding

Momenteel werkt ze aan haar proefschrift. “Het gaat over de Japanse Duizendknoop. Die plant werd in de 19de eeuw vanuit het Verre Oosten naar Europa geïmporteerd bij wijze van statussymbool, maar woekerde zo door dat hij nu in Groot-Brittannië wordt beschouwd als staatsvijand. Wat dat betreft is er een inhoudelijke parallel met Migrating Textile: ook migranten zijn ooit actief hierheen gehaald en worden nu door sommigen gezien als negatief element in de samenleving. En dat terwijl we in een hybride maatschappij leven.” 

Detail uit het kleed Focal Point van Van Olden, 2010.Beeld Emily van Olden

“Verbinding is meer dan ooit nodig. Om die reden houden wij ook op 2 juni de workshop The Loom in Action. Iedereen mag meedoen op het weefgetouw in de tentoonstellingsruimte. De basis is een kleed waar nieuwe bewoners van Amsterdam aan geweven hebben. Het is een kleed dat doorloopt in de tijd, dat misschien zelfs zonder einde is.”

Migrating Textile: 23 mei t/m 15 juni in Nieuw Dakota, Ms. Van Riemsdijkweg 41b.