Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Fortuyn en Baudet, zoek de verschillen

Fortuyn & Baudet Net als Pim Fortuyn is Thierry Baudet een gepromoveerde dandy met humor die van provoceren houdt, schrijft . Maar er zijn ook verschillen.

Illustratie Hajo

‘Hij begrijpt het niet”, lacht Mark Rutte tijdens de Algemene Beschouwingen van 2018 als Baudet hem vraagt waarom de premier zijn moties niet uitvoert. Het is Baudet opgevallen dat het kabinet alle moties heeft ontraden, behalve één van coalitiepartij VVD. Rutte legt op spottende toon uit dat Baudet de politieke spelregels in de Tweede Kamer niet begrijpt. Daarop beent de leider van Forum voor Democratie naar voren en vraagt om een verklaring. Rutte repliceert dat hij met Baudets „bizarre” motie niks kan. Badinerend zegt hij: „Zet die camera maar uit, dit wordt een pijnlijk moment.” Hij geeft Baudet een paar flinke verbale klappen. Een homerisch gelach stijgt op uit de bankjes in de Tweede Kamer na zijn ‘uitleg’. Baudet laat het gelach unverfroren over zich heen komen.

Het deed mij denken aan de entree van Pim Fortuyn in de politieke arena. Ook hij moest zijn plek bevechten. Ook hij kon rekenen op hoongelach en dedain. Nu is Rutte natuurlijk het tegendeel van de chagrijnige, wat verzuurde Ad Melkert (die klaarstond om premier Kok op te volgen), maar de sfeer waarin Fortuyn en Baudet werden ontvangen, is vergelijkbaar. Die ademt nu, net als bij Fortuyn: ‘u hoort hier niet thuis’.

Achteraf gezien was die confrontatie tussen Baudet en Rutte een cruciaal moment. Na afloop van het Kamerdebat kwamen nogal wat Kamerleden zoals gebruikelijk naar Nieuwspoort, het hart van de wandelgangen in het parlement. Ik was daar ook bij. Hoewel de codes verbieden daar rechtstreeks uit te citeren, kan ik wel vermelden dat er meteen een spontane evaluatie ontstond over dit incident. Enkele gezaghebbende Kamerleden voelden: dit is niet de manier om Thierry Baudet te attaqueren.

Zelden wordt de nieuwkomer begrepen

De parlementaire geschiedenis toont dat het politieke establishment altijd grote moeite heeft gehad met ‘onwelgevallige indringers’, mannen (het zijn bijna altijd mannen) die niet mee willen doen met de gangbare parlementaire mores. Of ze worden genadeloos afgeserveerd (Janmaat) óf liefdevol opgenomen (D66-leider Hans van Mierlo) óf er volgt een roemloze aftocht (de LPF’ers).

Maar zelden begrijpen gevestigde politici de oprechte noodkreet van de nieuwkomer. Die van Fortuyn ging over het politiek-correcte denken in Nederland, dat een taboesfeer legde over thema’s als de mislukte, multiculturele samenleving. Die van Baudet behandelt zijn angst voor de teloorgang van de grote, Europese beschaving, het ten onder gaan van de westerse normen en waarden. In zijn overwinningspeech sprak hij dan ook onmiddellijk over ‘de partij van de renaissance’.

Fortuyn en Baudet: ze vallen op, zijn razendsnel opgekomen en worden omringd door fans. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? Beiden verbeelden de verpersoonlijking van de politiek na de verzuiling. Het draait niet langer om de ideologie of de partij, maar om het gezicht van de partij. Mannen met een ragfijn Fingerspitzengefühl voor de vox populi.

Pim Fortuyn distantieerde zich van extreem-rechts gedachtegoed

Baudet zegt het hardop: Dat Nederlandse, ambitieuze klimaatbeleid, die ‘groene gekte’, moet toch niet duizend miljard kosten? Hij doorbreekt het taboe om klimaat niet belangrijk te vinden, net zoals Fortuyn deed bij de politieke correctheid over migratie. Ook al laten weldenkende mensen een overtuigende, wetenschappelijke onderbouwing zien van de opwarming van de aarde en de noodzaak om in te grijpen, die ratio telt niet. Er is volgens hem een soort klimaatreligie ontstaan, gepropageerd door geslaagde mensen in prettige, vaste banen. Fortuyn raakte diezelfde snaar bij een groot deel van de bevolking toen hij openlijk ageerde tegen taboes uit zijn tijd; de wachtlijsten in de zorg en de mislukte, multiculturele samenleving.

Baudet is, net als Fortuyn, ook niet bang voor een tikje overdrijving: Baudet in een kaki gevechtstenue in de Tweede Kamer, Fortuyn met zijn hondjes Carla en Kenneth. Dat is precies het verschil met Geert Wilders: de speelse Fortuyn en Baudet appelleren met hun humor aan mensen die gewoonlijk niet op hen zouden stemmen. Daarin onderscheiden ze zich van Wilders die zich in zijn boze, eigen gelijk opsluit.

Lees ook: De ‘oude’ partijen gaven ruimte aan doemartiest Baudet

Fortuyn en Baudet, allebei dandy’s met de diepe overtuiging dat er iets mis is in de samenleving en daar hardnekkig aan vasthouden. Outsiders, die overal al ruzie hebben gemaakt: op de universiteit, bij de media waar ze voor werkten, in hun persoonlijke levenssfeer. Ze hebben een narcistische inslag, die zich uit in hun turbulente liefdesleven – Baudet schreef er zelfs twee romans over, Fortuyn sprak veelvuldig in de media over zijn grote liefde Ari. Zoals Baudet op social media zijn lijf liet zien op de rand van een infinity pool, zo hing Fortuyns Palazzo di Pietro vol met schilderijen van hemzelf.

Baudet waakt, net als Fortuyn, zorgvuldig over zijn politieke stijl. Hij is, net als Fortuyn, gepromoveerd en gaat prat op zijn intellectuele bagage. Ook in die zin is Baudet een erfgenaam van Fortuyn: zoals Baudets Oikofobie: De angst voor het eigene (2013) en zijn proefschrift De aanval op de natiestaat schreef, zo publiceerde Fortuyn zijn gedachtegoed in De verweesde samenleving, De islamisering van Nederland en De puinhopen van acht jaar Paars.

Baudet heeft, net als Fortuyn, het lef om zijn achterban tegen te spreken. Dat maakt ze authentiek en ongrijpbaar. Zoals Fortuyn een generaal pardon bepleitte, zo had Baudet de moed om de alom verguisde dividendbelasting van Rutte te steunen. Het is daarom te gemakkelijk om politici als Baudet en Fortuyn als simpele populisten weg te zetten die altijd het volk naar de mond spreken. Beiden houden van ontregelen en provoceren.

De kritiek op de elite en de baantjesmachine is nog zo’n overeenkomst. Fortuyn sprak over ‘OSM’ (Ons Soort Mensen), Baudet schreef het boek Breek het partijkartel!, waarin hij zich richt tegen de „zichzelf reproducerende elite”. Zegt de pianospelende doctor-die-premier wil worden, wonend in de Amsterdamse grachtengordel en komend uit een intellectueel milieu.

Ingebouwde tijdbommen

Zowel Fortuyn als Baudet hadden er ‘zin an’, die sprong naar de macht. Ook Baudet maakt er geen geheim van dat hij tot in de top van het landsbestuur wil doordringen. Maar heeft Baudet daar de partij voor? Gaat Forum voor Democratie de chaos van de LPF achterna? De jonge partij moet oppassen niet in dezelfde valkuil van onderlinge na-ijver en machtsstrijd verzeild te raken als het grote succes is gekomen.

Hoewel FvD zorgvuldiger is opgebouwd, omdat ze langer de tijd heeft gehad dan de LPF, heeft ook FvD een aantal ingebouwde tijdbommen. Baudet staat voor een krachtproef: hoe groot is zijn huismacht? Binnen FvD bestaat tot nu toe een machtsevenwicht tussen enerzijds de Machers (partijvoorzitter Henk Otten, en tevens de nieuwe fractievoorzitter in de Eerste Kamer, en Jeroen de Vries, woordvoerder en toekomstig senator) en anderzijds de intellectuelen onder leiding van Thierry Baudet. Tot nu toe wordt de partij geregeerd door dit gesloten triumviraat.

Het bondgenootschap heeft al haarscheurtjes opgelopen. Zo is Otten terughoudender over een Nexit dan Baudet. Het volkse deel onder leiding van Otten en De Vries zijn de vertolkers van een gedisciplineerde partijstructuur van FvD. De intellectuelen, geleid door Thierry Baudet en filosoof en columnist Paul Cliteur, zijn onder geen beding van plan de intellectuele vlag te strijken.

De politiek werd een uitweg voor deze selfmade politici

Naast de vele overeenkomsten zijn er ook belangrijke verschillen. Fortuyn distantieerde zich heel nadrukkelijk van extreem-rechts gedachtegoed. Hij was diep beledigd als hij ‘de Hollandse Haider’ werd genoemd, hield grote afstand tot de Franse Jean-Marie Le Pen en moest niets hebben van de Vlaamse Filip de Winter.

Baudet schurkt tegen de alt-right-beweging aan. Hij waarschuwde om op te passen voor „homeopathische verdunning” van de Nederlandse bevolking met alle volken van de wereld. Dat maakt hem niet alleen kwetsbaar, maar doet hem ook van het politieke midden afdrijven. Baudet vervreemdt zich zo van veel politici en maakt zich voor sommige onaanvaardbaar.

Een ander verschil is hun visie op Europa. Fortuyn zag het belang van politieke en maatschappelijke instituties. Hij was kritisch over de EU („Zielloos Europa”), maar voor babyboomer Fortuyn (1948) lag de Tweede Wereldoorlog nog te vers in het geheugen. Hij zag de dwingende noodzaak van een Europees bondgenootschap in.

Voor Baudet (1983) is de Tweede Wereldoorlog veel verder weg – ook al is zijn grootmoeder onderscheiden met de Yad Vashem-onderscheiding, gegeven aan mensen over de hele wereld die in de oorlogsjaren hulp aan Joden boden. Hij ziet geen verband meer tussen Europese eenwording en het vermijden van oorlog. Baudet is veel eurosceptischer dan Fortuyn: „Ik ben ideologisch tegen de EU, tegen de interne markt, tegen de open grenzen, tegen de euro, tegen het hele ding.”

Lees ook: Vooral mannen kiezen voor Forum voor Democratie

Hoewel ze alle twee politieke outsiders zijn, hebben ze een andere politieke geschiedenis. Fortuyn had een verleden in bestaande partijen (PvdA, VVD) en sloot zich uiteindelijk bij Leefbaar Nederland aan. Hij moest daar uitstappen en richtte de LPF op. Baudet heeft geen partijpolitieke geschiedenis, maar begon zelf een politieke beweging, het referendum over Oekraïne was de aanleiding. Fortuyn en Baudet waren lange tijd dwalende eenlingen. De politiek werd een uitweg voor deze selfmade politici.

Iedereen die de Nederlandse politiek een beetje volgt, herinnert zich het wijsvingertje van Pim Fortuyn, gefilmd vanuit zijn Daimler. „Let op mijn woorden, ik word de nieuwe minister-president van Nederland.” We zullen het nooit weten.

Hoe zit het met de Wille zur Macht van Thierry Baudet? Met zijn ambitie om Rutte op te volgen? „Het gaat me niet om de politieke bekroning, maar ik denk wel dat het nodig is dat ik premier moet worden.” Hoe stabiel is Baudet? Bij veel Nederlanders rijst die vraag, naar aanleiding van zijn extravagante levensstijl en zijn radicale ideeën – waar bovendien een deel van de bevolking van gruwelt. Het is een vraag die indertijd ook bij Fortuyn werd gesteld.

Rutte heeft de sleutel

Wie de senaat verovert, bestuurt nog niet Nederland. Het is geen feitelijke, uitvoerende macht, maar beperkte, indirecte macht. De bestaande partijen zullen er alles aan doen om Baudet in te kapselen. Zoals het CDA in 2002 handig gebruik maakte van het machtsvacuüm na het wegvallen van de paarse partijen PvdA, D66 en VVD, zo zal Baudet zich de VVD en PVV van het lijf moeten houden, die azen op dezelfde kiezers. Zoals Fortuyn zijn finest hour bij de gemeenteraadsverkiezingen beleefde, zo beleeft Baudet die nu bij de Statenverkiezingen.

Maar heeft hij niet te vroeg gepiekt? Kan hij zijn politieke populariteit vasthouden? Als dit kabinet de rit uitzit, duurt het nog twee jaar voor er Tweede Kamerverkiezingen zijn. Niet voor niets vindt Baudet zelf dat er sneller nieuwe Tweede Kamerverkiezingen moeten komen.

Daarnaast heeft Baudet een aantal stevige concurrenten. Fortuyn wist dat hij zijn opponenten de baas kon zijn. Wim Kok had in 2002 de fakkel overgedragen aan Ad Melkert. Fortuyn wist dat hij Melkert en de te links-liberale VVD’er Dijkstal kon verslaan, GroenLinks-leider Rosenmöller was geen serieuze concurrent met zijn te kleine partij, D66’er Thom de Graaf moest uit de schaduw van Borst en Van Mierlo komen. Balkenende tot slot, moest zich nog ontpoppen.

Baudet heeft een aantal gevaarlijke Angstgegners: niet alleen zijn Klaver (GroenLinks) en Asscher (PvdA) aan hem gewaagd, ook op de andere flank van de Nederlandse politiek staan geduchte tegenstanders klaar. Klaas Dijkhoff verdedigde deze week zijn VVD-bastion Noord-Brabant met verve. En in die provincie is al vaker een beslissende politieke slag gestreden. Wilders blijft een electorale concurrent en de behendige CDA’er Wopke Hoekstra kan het Baudet ook nog lastig maken.

Maar voorlopig ligt de sleutel bij Mark Rutte. Niemand in de politiek heeft sinds de moord op Pim Fortuyn het populisme zo handig van zich afgeschud als hij. Eerst schakelde hij Rita Verdonk vakkundig uit, daarna wist hij de opmars van Wilders te stuiten. Uit een onmogelijke brij van partijen en partijtjes wist slangenmens Rutte een kabinet te smeden.

In 2002 was er nog veel fantasie voor nodig om Pim Fortuyn als de nieuwe premier van Nederland te zien, in de wereld van 2019 wordt Thierry for president aannemelijker.

Correctie 23-03: In een eerdere versie van dit artikel stond foutief vermeld dat Fortuyn lid geweest is van CDA. Dat moest VVD zijn.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.