Direct naar artikelinhoud
Overlijden Karl Lagerfeld

Els Pynoo: “Lagerfeld bleef ons uitnodigen voor feestjes, maar dat paste zelden in onze agenda”

Karl Lagerfeld in 2002.Beeld Photo News

Vive La Fête, Vlaanderens coolste elektropopcombo, mocht zich in 2002 het huisorkest van het modehuis Chanel noemen. De overleden Karl Lagerfeld verklaarde zich zelfs hun grootste fan. Sindsdien hoeft Els Pynoo zich niet meer af te vragen welke kleren ze moet aantrekken.

Hoe heeft de grote Karl Lagerfeld jullie leren kennen?

“Wij hadden net een plaat uit, en die werd opgepikt door Michel Gaubert, de man die de muziek samenstelt voor onder meer de defilés van Chanel. Eigenlijk wou Karl Lagerfeld de muziek van David Bowie gebruiken voor zijn shows, maar toen hij ons hoorde, heeft hij alles omgegooid. Plots kregen we de vraag of we als eerste band ooit live muziek wilden spelen op de catwalk. Hij bewonderde ons om de echtheid die we uitstraalden, meer dan eens noemde hij zich onze grootste fan. Of hij al afspraken met Bowie had gemaakt? Dat durfde ik niet te vragen, hoor.

“Onze eerste show deden we tijdens de Haute Couture Show in Parijs, later volgden Las Vegas, New York en Tokio. Dat we zouden reizen, wisten we niet. Pas toen Lagerfeld ons zei ‘tot over twee weken in Vegas’, werd duidelijk waar we aan begonnen waren. Hij breide er telkens weer een stukje aan, omdat het zo’n fijne, speelse samenwerking was. Ik zie Danny (Mommens, andere lid van Vive La Fête, de partner van Pynoo, red.) nog altijd achter Lagerfeld lopen om met de kabel van zijn gitaar tegen zijn poep te porren. (lacht)

Els Pynoo.Beeld Steven Richardson

Volgde u zijn werk daarvoor al?

“Helemaal niet. Als pubermeisje kocht ik weleens modemagazinekes, en zo herinner ik me beelden van hem – veel zwaarder – naast bijvoorbeeld Claudia Schiffer. Dat leek me wel tof, maar nooit had ik gedacht dat ik ooit aan zijn zijde zou staan. Misschien maar beter: was ik wél met mode bezig geweest, dan was het nooit zo spontaan verlopen, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Maar ik ben hem wel gaan bewonderen voor hoe hij in elkaar zat.”

Zijn jullie achteraf in contact gebleven?

“We zijn een paar keer bij hem thuis in Parijs geweest, en een paar dagen in zijn buitenverblijf in Biarritz. Dat waren altijd heel warme momenten. Ik heb nooit een afstand tussen ons gevoeld. Altijd hadden wij een heel nonchalante, natuurlijke manier om met elkaar om te gaan. 

“De eerste jaren stuurde hij regelmatig bloemen en kaartjes, met korte maar lieve tekstjes. Soms stuurde ik iets terug, dat deed hem veel plezier. We zijn hem onze nieuwe muziek blijven bezorgen. Maar nooit met de intentie om die live-ervaring nog eens over te doen. Hij bleef ons ook uitnodigen voor feestjes, maar dat paste zelden in onze agenda. Weet je, soms had ik gewoon geen goesting om over en weer naar Parijs te rijden voor een fuifke. Uiteindelijk groeiden we uit elkaar. Maar ik ben hem wel altijd in mijn hart blijven dragen.”

‘Ik heb nooit een afstand tussen ons gevoeld. Altijd hadden wij een heel nonchalante, natuurlijke manier om met elkaar om te gaan’

Heeft hij u kledingstukken cadeau gedaan?

“Ik heb best veel kleren, botten en sjakossen gekregen. (lacht) Maar als mensen me vragen: wat is dat nu waard? Geen enkel idee, dat interesseert me niet. Alleen de manier waarop ik dat gekregen heb, telt. Hij zag mij écht graag, in de boekskes noemde hij mij zijn muze. Daarom blijf ik die spullen koesteren. Niet dat ik ze elke dag draag, en al zeker niet op de boerderij. Maar zelfs de lege potjes make-up die klaarstonden in de hotelkamers kan ik niet weggooien.”