Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Zeilen

Race naar startlijn in eerste America’s Cup

Zeilen In 2021 doet voor het eerst een Nederlandse boot mee aan de strijd om de America’s Cup, ’s werelds oudste sportbokaal. De ambities zijn hoog, maar de tijdsdruk is groot.

Team New Zealand viert de winst van de America’s Cup in 2017. Als winnaar zijn zij de organisator van de editie in 2021.
Team New Zealand viert de winst van de America’s Cup in 2017. Als winnaar zijn zij de organisator van de editie in 2021. Foto John G. Mabanglo/EPA

Jaloers keek zeiler Simeon Tienpont hoe Team New Zealand twee jaar terug voor de derde keer de befaamde America’s Cup won. Die „schapenhoeders uit Nieuw-Zeeland” liepen innovatief zo ver voor, en waren daardoor lastig te verslaan. Tegelijkertijd was de ‘maritiem ingenieur’ in Tienpont – hij wilde er zijn vakgebied van maken maar bleef hangen in het zeilen – gefrustreerd.

Tienpont is een bekende in de America’s Cup. De 37-jarige Nederlander deed drie keer mee en is één van de weinige zeilers die de Cup tweemaal won. Maar nooit zeilde hij op een Nederlandse boot om de bokaal. En daar komt zijn frustratie vandaan. „We kunnen dit gewoon. Alles staat klaar in Nederland.”

Prins Hendrik kreeg in 1851 vanuit Engeland een uitnodiging voor de eerste editie van de strijd om de Auld Mug maar legde deze naast zich neer. Eind vorig jaar, 167 jaar later, meldde voor het eerst een Nederlands team zich in de strijd om de oudste sportbokaal ter wereld. ’s Lands oudste zeilverenigingen Muiden en De Maas uit Rotterdam willen de America’s Cup in 2021 naar Nederland halen, onder leiding van schipper Tienpont.

Het bleef lang stil nadat verdediger Team New Zealand eind december in een persbericht de acceptatie van de aanmelding bekend had gemaakt. Op de officiële website werd Team The Netherlands zelfs niet toegevoegd aan het lijstje van deelnemende teams. Tot afgelopen woensdag. In het Topsportcentrum Zeilen in de Scheveningse haven – iets verderop finishte in juni 2018 de Volvo Ocean Race – werden intussen de eerste details gepresenteerd.

Ervaren scheepsontwerper

Initiatiefnemer Tienpont vertelde dat de knoop pas negen dagen voor de uiterste inschrijfdatum was doorgehakt. Op het moment dat de Nederlandse aanmelding werd geaccepteerd, lag de testboot bij twee van de andere zes uitdagers al in het water. De Nederlandse testboot is naar verwachting pas in november klaar.

„We lopen eigenlijk een jaar achter”, vertelt Dirk Kramers. Met de geboren Hengeloër heeft het Nederlandse team een ervaren scheepsontwerper en ingenieur in huis gehaald. Kramers vertrok 43 jaar geleden naar Amerika, waar de kans voor het ontwerpen van schepen groter was. Elf van zijn ontwerpen voeren al eens de America’s Cup; zesmaal was ‘zijn’ boot de snelste.

„Op het ogenblik is het voor ons een race naar de startlijn”, zegt Kramers. De ‘echte’ boot, een 23 meter lange monohull (scheepstype met een enkele romp), moet volgens de planning in maart 2020 klaar zijn. Dat is een jaar later dan dat het reglement toestaat om de eerste boot te water te laten.

In tegenstelling tot de laatste drie edities wordt er niet in een catamaran, maar monohull gevaren. Of – beter gezegd – gevlogen. Want door de innovatieve technologie in de America’s Cup bewegen de boten zich meer als een vliegtuig dan als boot. De zeilboten ‘vliegen’ letterlijk boven het water. „Er is heel wat ontwikkeling nodig om dat te controleren”, zegt Kramers. „We hebben veel ideeën, maar moeten nu partners vinden die ons hiermee kunnen helpen.” Ook moet nog worden bepaald wie de scheepsbouwers worden.

Het gereedschap en de kennis is in ieder geval aanwezig in Nederland, zegt Tienpont. „We hebben een aantal unieke technische facetten die de rest van de wereld niet heeft.”

De America’s Cup wordt gezien als een platform om technologische innovatie te ontwikkelen. „Het kost veel, maar levert ook veel op”, stelt Tienpont. „Uniek aan deze campagne is dat wordt geïnvesteerd in kennis op veel grotere vraagstukken.” Bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van drijvende windplatformen.

Het neemt niet weg dat er veel geld nodig is voor een succesvolle deelname. Het Engelse team schraapte bijvoorbeeld al een slordige 153 miljoen dollar (134 miljoen euro) bij elkaar. Tienpont gaf geen cijfers prijs over de budgettering en financiering. Behalve dat er een onderzoek loopt naar de sociale en economische impact, en dat er naast de „oude traditionele sponsoring” met de investeringen in kennis innovatiepakketten worden verkocht. „Je ziet dat daar een enorme vraag naar is bij heel veel Nederlandse partijen waarmee we in gesprek zijn.”

Bovendien doet de America’s Cup in juni 2020 tijdens de World Series – ‘opwarmertjes’ voor de echte race in Auckland – mogelijk Scheveningen aan. Het was één van de voorwaarden die het team stelde aan deelname. Het zou betekenen dat de Nederlandse zeilliefhebber de indrukwekkende boten in eigen land kan aanschouwen. Het evenement moet 50.000 bezoekers per dag trekken.

Op zoek naar ‘supersterke gasten’

Uiteindelijk draait het bij de America’s Cup natuurlijk om het zeilen en het winnen. Het is aan Peter van Niekerk en Carolijn Brouwer om op zoek te gaan naar bemanning. Brouwer werd in 1998 en 2018 verkozen tot wereldzeilster van het jaar en won vorig jaar als eerste vrouw de Volvo Ocean Race. Van Niekerk won de America’s Cup in 2003 en 2007 met het Zwitserse team Alinghi.

Er zal niet alleen worden gevist uit de vijver van talentvolle zeilers. Om zo hard mogelijk te varen, zijn „supersterke gasten” nodig. Daarom wordt bijvoorbeeld ook aangeklopt bij de roei- en judobond, vertelt Brouwer, die zelf hoopt stuurvrouw te mogen zijn. Maar de sportschool inlopen en de acht sterkste meenemen, zal niet gebeuren. „Misschien kiezen we er twee puur op power. We hebben wel echt een hoop goede zeilers nodig”, aldus Van Niekerk.

Ook Brouwer en Van Niekerk beseffen dat de tijd dringt, ondanks het ‘gebrek’ aan een testboot. Met een simulator is er voorlopig een alternatief. „Daarmee zorgen we ervoor dat we op dag één wel de haven uit kunnen varen, zonder opstartproblemen.”