Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Overig

Sparen voor schoolreisje gaat soms niet

Armoede Stichting Leergeld helpt arme gezinnen met extraatjes voor de kinderen, „Het gaat ons erom dat kinderen kunnen meedoen.”

Het gezin van Miranda Jongen (links) uit Oudheusden krijgt steun van Stichting Leergeld.
Het gezin van Miranda Jongen (links) uit Oudheusden krijgt steun van Stichting Leergeld. Foto Merlin Daleman

Het is armoe troef in het gezin van Miranda Jongen. Per week moet ze van tachtig euro rondkomen. „Dag en nacht ben ik met geld bezig. Daar word je heel moe van”, verzucht ze. Miranda (41) uit het Brabantse dorp Oudheusden is getrouwd en heeft drie kinderen: twee meisjes van 18 en 16 jaar en een jongen van 12. „Als we gaan winkelen, kunnen we alleen kijken. Zelfs een ijsje is te duur.”

Zelf is Miranda Jongen wegens ziekte afgekeurd, en ongeveer tegelijkertijd raakte haar man werkloos nadat het sloopbedrijf een tijdelijk contract niet verlengde. „Toen konden we onze hypotheek niet meer betalen”, vertelt ze aan de eettafel. „De bank verkocht ons huis en wij stonden op straat. Ik was wanhopig, ik dacht dat ik gek werd. Ik heb overwogen met m’n kinderen naar België te gaan, om te voorkomen dat ze me zouden worden afgenomen.”

Ze werd gered door een wijkagent. „Die heb ik van de straat geplukt. Hij heeft alle hulplijnen ingeschakeld. Uiteindelijk mochten we een straat verderop wonen, in dit huurhuis.” Ze krijgt elke week drie tassen eten mee van de voedselbank. Ze maakt gebruik van de bijzondere bijstand van de gemeente. De kinderen hebben „een heel lieve grootmoeder” die soms een jas koopt. Ook de buurtbewoners helpen.

Af en toe krijgt ze een extraatje van verschillende organisaties, zoals een dagje uit met Rotary. Ook maakt ze gebruik van de steun van de Stichting Leergeld Heusden, een van de ruim honderd lokale afdelingen van Leergeld, een landelijke vereniging die opkomt voor kinderen die „om financiële redenen niet meedoen aan activiteiten die voor hun leeftijdgenootjes heel normaal zijn”. Dankzij de stichting kon de zoon van Jongen onlangs de „zogenaamd vrijwillige bijdrage” voor het speciaal onderwijs betalen.

„Het gaat ons erom dat kinderen mee kunnen doen”, zegt Theo Nelissen, voorzitter van de plaatselijke afdeling. Na een aanvraag volgt een huisbezoek, waarbij bekeken wordt welke ondersteuning mogelijk is, bijvoorbeeld zwemles, sport, muziekles, scouting, of een fiets of computer.

Stichting Leergeld is een van de organisaties die dit jaar door het NRC Lezersfonds zijn bedeeld met een gift. Het fonds, dat elk jaar een kerstactie houdt en daarbij ongeveer 135.000 euro aan giften ontvangt, honoreert aanvragen van instanties die zich de praktische behoeften van onder meer drugsverslaafden, jeugdprostituees, daklozen of vluchtelingen aantrekken.

Daarnaast krijgen dit jaar vijf organisaties, waaronder Stichting Leergeld, elk 9.000 euro ter gelegenheid van het negentigjarig jubileum van het fonds. De stichting besteedt het geld aan computers; negen afdelingen in het land krijgen elk vijf laptops. Heusden is er blij mee. „Wij vinden dat eigenlijk in elk gezin met kinderen een computer aanwezig moet zijn”, zegt Nelissen, gepensioneerd onderwijskundige.

Lees ook: Vorig jaar ging geld van NRC-lezers naar boeken voor asielkinderen

Schrik van de aktetas

Armoede is de belangrijkste zorg van het NRC Lezersfonds. In Nederland kunnen ruim een miljoen mensen min of meer arm genoemd worden. Bovendien leeft één op de negen kinderen in armoede. Stichting Leergeld trekt zich die armoede aan en heeft vorig jaar ruim 103.000 kinderen gesteund voor 22 miljoen euro. Dat gebeurt veelal in natura, ze krijgen een fiets of een computer, of contributie die rechtstreeks wordt betaald aan bijvoorbeeld sportverenigingen. „Het voordeel daarvan is dat wij kunnen onderhandelen over de prijs”, zegt Leergeld-directeur Gaby van den Biggelaar. „Wij willen zuinig met het geld omspringen dat gemeenten of particulieren ons verstrekken.”

Ook met scholen wordt regelmatig onderhandeld, al is het maar om ze te wijzen op dure schoolreizen. „Wat is de bedoeling van schoolreizen naar China of New York? De scholen antwoorden ons dat de leerlingen ervoor kunnen sparen. Maar, zeggen wij dan: denken jullie dat een arm gezin daarvoor kan sparen?” Ook maakt Leergeld zich zorgen om het gemak waarmee scholen de ouders ‘verplichte leermiddelen’ als computers laten betalen. „Wij zeggen: als een computer verplicht is, dan moeten scholen dat financieren. Veel ouders weten niet dat een computer niet verplicht is. En van het geld voor zo’n computer kunnen wij drie kinderen een jaar laten sporten.”

Leergeld zegt dat de werkwijze van haar „bijna professioneel getrainde vrijwilligers” leidt tot een effectievere steun aan arme gezinnen dan die van overheidsinstanties. Dat is ook de uitkomst van een onderzoek dat Leergeld onlangs liet doen naar de ervaringen van geholpen gezinnen. „Regelmatig staat de menselijke benadering in schril contrast met hoe gezinnen door andere instanties, zoals de gemeente of het UWV zijn behandeld”, aldus een van de conclusies. De cliënten voelen zich meer gerespecteerd.

Een van de mensen die op huisbezoek gaat, is Theo de Vaan. Hij zegt: „Arme mensen zijn vaak murw. Ze maken de rekeningen niet meer open. Als ik aan de deur kom, durven ze me soms niet binnen te laten. Ze zijn bang dat ik er weer eentje ben van instanties waar ze schulden aan hebben.” Hij vertelt dat hij in het begin van zijn vrijwilligerswerk een aktetas onder zijn arm hield. Dat doet hij niet meer, want zo’n tas schrikt af. „Ik heb nu een plastic tas van de supermarkt.”

Het gezin van Miranda Jongen zit intussen in de schuldsanering, omdat het gezin na de gedwongen verkoop van het huis kampte met een schuld van een ton. Haar man werkt weer, als vrachtwagenchauffeur. Zijn loon wordt ingehouden. De schuldsanering duurt nog twee jaar. „Dat gaan we volhouden”, zegt Miranda Jongen, strijdbaar.