Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

‘Chef’ Van den Hoogenband vroeg veel te veel geld

Reconstructie Pieter van den Hoogenband (40) is chef de mission van de Nederlandse ploeg bij de Olympische Spelen van Tokio 2020. Bijna was het niet zover gekomen.

Pieter van den Hoogenband: „Mijn hart gaat sneller kloppen als ik de sport kan helpen.”
Pieter van den Hoogenband: „Mijn hart gaat sneller kloppen als ik de sport kan helpen.” Foto Andre Weening/AW Foto

Het lijkt een ideale zet: Pieter van den Hoogenband als chef de mission bij de Olympische Zomerspelen van 2020 in Tokio. Een oud-zwemmer van wereldfaam tegen wie de huidige generatie topsporters graag aanschurkt. Een empathische kerel bovendien, die met een inspirerende herinnering uit zijn rijke carrière voor teamspirit kan zorgen.

Maar het heeft weinig gescheeld of de gewenste kandidaat, nadrukkelijk voorgedragen door Maurits Hendriks, technisch directeur van sportkoepel NOC*NSF, zou het niet zijn geworden. Aan Van den Hoogenbands verlangen lag het niet, dat is enorm groot. Wel aan zijn financiële wensen, die bleken zo hoog te zijn dat ze de onderhandelingen stagneerden.

De drievoudig olympisch kampioen, bijgestaan door zijn zaakwaarnemer Patrick Wouters van den Oudenweijer van sportmarketingbureau House of Sports, verlangt een jaarsalaris ter hoogte van twee keer de balkenendenorm, aldus ingewijden die anoniem willen blijven. Die norm is voor 2018 vastgesteld op 187.000 euro.

Het bestuur van NOC*NSF, dat de finale klap op de benoeming moet geven, is verbluft: dit is onbespreekbaar.

Vrij laat verzoek

Zo komt medio september abrupt een einde aan een ogenschijnlijk warme relatie, die begon met een lunch op een mooie zomerdag in 2018. Hendriks heeft Van den Hoogenband uitgenodigd, en legt onmiddellijk zijn kaarten op tafel. Hij wil hem voordragen als chef de mission voor zowel de Europese Spelen van 2019 in Minsk als de Olympische Zomerspelen van 2020 in Tokio. Wil hij erover nadenken?

Het verzoek komt vrij laat, gelet op de verwachtingen die de technisch directeur een jaar eerder bij zijn herbenoeming had geuit. Destijds meldde Hendriks in een persbericht dat zijn opvolger als chef de mission voor de Spelen van Tokio in de loop van 2017 bekend zou worden gemaakt.

Lees ook hoe de sportwereld dacht over de kandidatuur van Pieter van den Hoogenband

Van den Hoogenband is enthousiast over Hendriks’ verzoek. Hij is al eens door NOC*NSF gevraagd zich te kandideren voor het lidmaatschap van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), maar dat verzoek legde hij naast zich neer. „Sportbestuurlijke zaken vind ik niet zo interessant”, zegt hij desgevraagd. „Mijn hart gaat sneller kloppen als ik de sport kan helpen. Ik dacht na het vertrek van Maurits: die rol van chef de mission, dát zou ik nu leuk vinden. Maar je moet er wel voor gevraagd worden. En zo gebeurde. Nee, ik hoefde niet lang na te denken.”

Dat ligt anders bij het NOC*NSF-bestuur. De reacties op Van den Hoogenbands voordracht zijn niet onverdeeld positief. Er komen bezwaren ter tafel, bijvoorbeeld dat de oud-zwemmer als erg beeldvullend wordt aangemerkt. Geen Van den Hoogenband-show graag. Bestuursleden zien een chef de mission bij voorkeur in een dienende rol. De critici verwachten weliswaar dat Van den Hoogenband sympathie bij het Nederlandse volk oproept, maar hebben ook hun twijfels over zijn inhoudelijke kwaliteiten. Hij wordt niet gezien als een visionair, een diepgraver.

Over die bezwaren willen de bestuursleden nog heenstappen. Niet over zijn salariseisen. De teneur, samengevat: is-ie helemaal gek geworden. Met name voorzitter André Bolhuis reageert fel en onwrikbaar. Hij is ronduit boos. Toen hij zelf chef de mission was (Barcelona 1992, Atlanta 1996) deed hij dat geheel op vrijwillige basis. Bolhuis kreeg destijds alleen zijn onkosten vergoed.

Dat de tijden zijn veranderd, beseft Bolhuis goed. Hij is ook niet tegen een vergoeding. Er is vooraf tenslotte besloten dat de chef de mission een professional zou worden. Maar tweemaal de balkenendenorm? Dat vindt de voorzitter absurd. Binnen het bestuur was afgesproken dat eenmaal de norm, maximaal 187.000 euro, nog bespreekbaar was geweest. Zou de meervoudige zwemkampioen overvragen, dan gingen ze op zoek naar een andere chef de mission. Van den Hoogenband schrikt van die harde afwijzing.

Charmeoffensief

De Volkskrant meldt op 23 september dat zijn benoeming nabij is, maar „onnodig” wordt vertraagd. Volgens Van den Hoogenband door de „onnavolgbare” André Bolhuis. Hierop zet Van den Hoogenband nog diezelfde week een charmeoffensief in. Onder andere via zijn column in De Telegraaf laat hij weten graag chef de mission te willen worden en positioneert zich als de ideale kandidaat. „Ik zou het een enorme eer vinden om TeamNL aan te mogen voeren en […] sporters, coaches en andere begeleiders te helpen om het beste uit zichzelf én elkaar te halen.”

Na overleg met Wouters van den Oudenweijer besluit de oud-zwemmer zijn financiële eisen drastisch te verlagen. Hij laat NOC*NSF weten dat „we elkaar verkeerd hebben begrepen” en salariëring op basis van de balkenendenorm voor hem nu wel bespreekbaar is. Mede op aandringen van Hendriks, die fanatiek voor Van Hoogenband pleit, bespreekt het bestuur op 29 oktober een tweede maal zijn kandidatuur. Algemeen directeur Gerard Dielessen krijgt groen licht om opnieuw met Van den Hoogenband te onderhandelen, onder voorwaarde dat hij zijn rol als chef de mission bescheiden zal invullen.

De heropende gesprekken verlopen gesmeerd. Van den Hoogenband gaat uiteindelijk akkoord met het voorstel om de balkenendenorm van 187.000 euro als basis voor zijn jaarsalaris te nemen, met dien verstande dat hij naar rato van het aantal gewerkte dagen krijgt uitbetaald. Uitgangspunt is een werkweek van 38 uur. Minder uren is minder geld, overwerk zorgt voor extra inkomsten. Opmerkelijk detail: Hendriks houdt zich buiten die besprekingen, hoewel de kosten voor een chef de mission op zijn budget rusten. Zijn verklaring: „Ik doe liever geen financiële onderhandelingen met iemand met wie ik nauw ga samenwerken.”

Persconferentie bij ‘DWDD’

Dinsdag 13 november is het zover: Van den Hoogenband wordt gepresenteerd als chef de mission. Niet officieel met een persconferentie op nationaal sportcentrum Papendal, maar live op televisie, in de uitzending van De Wereld Draait Door. De kijkers zien een zichtbaar opgeluchte en gretige Van den Hoogenband. Hij heeft er zin in. Geen woord over de financiën, het offer dat hij heeft moeten brengen. Na afloop, tijdens een geïmproviseerde persconferentie in de studio, spreekt hij tegen te hebben overvraagd. Zijn verklaring: „Qua vergoeding zijn we uiteindelijk in de lijn van NOC*NSF gaan meedenken en heb ik het bod geaccepteerd.”

Alle betrokkenen uiteindelijk tevreden; Van den Hoogenband zijn verlangde baan, Hendriks zijn wenskandidaat als compagnon. Belangrijk, want de nieuwe chef zal zich alleen met zaken bezighouden die zijn gerelateerd aan de uitzending van de olympische ploeg. De technisch directeur hoeft programma-inhoudelijk geen bevoegdheden af te staan. Hendriks zal wel nauw betrokken blijven bij het olympische team. Moet ook wel, want hij houdt zich al vijf jaar met de voorbereidingen op ‘Tokio’ bezig. In Van den Hoogenband vindt hij een ideale partner. Die heeft ook alleen de ambitie om de Nederlandse ploeg in Tokio te leiden, niet om het topsportbeleid van NOC*NSF mede te bepalen.

Maar hoe zal die samenwerking over twintig maanden in Japan uitkristalliseren? Omdat hij geen dubbelrol meer vervult als chef de mission – zoals vanwege de werkdruk is besloten – is er voor de technisch directeur geen plaats meer in het olympisch dorp, zei algemeen directeur Dielessen bij de evaluatie van de laatste Zomerspelen in Rio de Janeiro. In de praktijk betekent het dat Hendriks niet meer permanent in het olympisch dorp zal verblijven, maar er wel zal komen. „Al is het maar omdat ik deel uitmaak van het crisismanagementteam”, zegt Hendriks. „Mijn relatie met de chef de mission zal vooral voor en na de Spelen intensief zijn. Maar dat ik hem ook in Tokio vaak ga zien, is zeker.”