De stichting Museumkaart moet de gegevens van een kaarthouder delen met de Belastingdienst. Het recht op privacy moet wijken voor “het algemene belang van een correcte belastingheffing”, besloot de kortgedingrechter in Amsterdam donderdag.
Lees ook: Musea: voor het eerst meer eigen inkomsten dan subsidieDe fiscus verzocht in maart 2017 de gegevens vanaf 2014 van de betreffende kaarthouder. De Belastingdienst deed onderzoek naar de woonplaats van de betrokkene, om vast te stellen of de betreffende kaarthouder belasting moest betalen. De stichting Museumkaart, met zo’n 1,35 miljoen kaarthouders en 400 aangesloten musea, weigerde hier gehoor aan te geven. Het zou een inbreuk zijn op de privacy van kaarthouders en negatieve gevolgen hebben voor de verkoop van Museumkaarten en museumbezoek.
De rechter acht het echter “voldoende aannemelijk” dat de gegevens van kaarthouders van belang kunnen zijn bij belastingheffing. Hoe vaak en welke musea iemand bezoekt, kan uitwijzen waar de betrokkene woont. Volgens de rechter is het “onvoldoende onderbouwd” dat het delen van bezoekhistorie zal leiden tot de dalende verkoop van museumkaarten.
De stichting Museumkaart moet daarom “volledig en onvoorwaardelijk” meewerken aan het onderzoek van de Belastingdienst. Binnen veertien dagen moet ze de gegevens verstrekken. Voor elke dag vertraging heeft de rechter een dwangsom van 5.000 euro opgelegd.