Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

En weer gaat een rafelrand verloren

Auke Kok

Een groot cadeau op de stoep, manshoog met een strik van goud erom, leuk hoor. Of eigenlijk niet. Ik wilde er langs want had nog meer te doen. Beetje de geïrriteerde burgerman was ik. Nu even geen ludieke toestanden graag. Er stonden demonstranten om het cadeau, een van hen drukte mij een pamflet in handen waar ik niets van begreep. Ook dat nog. Twee stappen verder overhandigde een jonge vrouw met een strakke blik mij een chocolademunt. Enkele medestanders hielden een spandoek vast. Iets met eigenzinnigheid die verloren gaat als… ja, als? Politieagenten waren er ook. Uiteraard, zonder oom agent geen demonstratie. En ze glimlachten en knipoogden geheel in stijl van de samenscholing op de stoep in de Watergraafsmeer. Volmaakt kansloos.

Van de pakweg dertig demonstranten ging een verzengende passiviteit uit. Het ging om de ADM-werf, ongeveer aan de andere kant van de stad, die na decennia van kraken en rechtszaken moet worden verlaten. Door de ontspannen types dus die nu het fietspad voor een café blokkeerden. Ten overstaan van passanten die zonder te luisteren doorliepen. Lekker handig.

Onhandig en kansloos, een treffende illustratie van het einde der rafelranden. Na het faillissement van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij in 1985 werd de werf in het Westelijk Havengebied bevolkt door kunstenaars en kleine ondernemers die er, zoals zij zeggen, een speeltuin voor volwassenen van maakten. Een posthippie-oord „zonder geld en macht” waar niemand last van had, een kermis, een circus, een zootje ongeregeld. En net zoals vele andere rafelranden zal ook de ADM-werf worden opgenomen in het nieuwe nette Amsterdam 3.0. Van Zeeburgereiland tot ’t Landje bij de A5: wij, de burgers, willen werken en wonen. Niets aan te doen.

Van Zeeburgereiland tot ’t Landje bij de A5: wij, de burgers, willen werken en wonen. Niets aan te doen

Bij vorige aanpassingen maakte ik me nog wel eens druk, zoals bij het afscheid van de glasblazers, autoslopers en andere marginalen langs de Wenkebachweg in Oost. Nu niet meer. Het houdt een keertje op.

Blijkbaar denken de demonstranten er ook zo over. Het megacadeau met de gouden strik verbeeldt de gulle gift van de gemeente aan de eigenaar, de kinderen van de beruchte en (in 2003 vermoorde) vastgoedhandelaar Bertus Luske. Tenminste, de demonstranten zien het als een cadeau, want de gemeente „durft niet hard genoeg te kiezen”, wat dat ook moge betekenen.

De demonstranten, klem tussen het kraakverbod uit 2010 en publieke desinteresse, staan er alleen voor, letterlijk. Achter hen het kantoorpand van Luske’s kinderen die het pleit hebben gewonnen. De werfeigenaren komen niet naar buiten om het cadeau uit te pakken. Het cadeau kan weer terug naar de werf, tot de kerst, als de krakers van het terrein af moeten. Ze zullen er vast iets leuks mee doen. Iets dat past bij hun lieve tuintjes met bio-groenten, hun zelfgebouwde villaatjes, hun kampvuren en fietspiano’s.

Ze hebben kennelijk de fut niet meer voor een wanhoopsoffensief. Ik snap dat wel. Ze zijn de oprisping van een tijd die achter ons ligt. Het is niet anders.

Auke Kok is schrijver en journalist.