Kostbare Maori-steen ligt nu in Lutjegast
Lutjegast
De eerste confrontatie tussen de Maori’s en Nederlanders verliep niet best. Ontdekkingsreiziger Abel Tasman stuurde in 1642 een paar mannen in een sloep naar de wal. Op het land hoorden zij een hoornsignaal. ‘De instructie van de VOC was in die tijd dat je het gedrag van andere volken het beste kon spiegelen om hun vertrouwen te winnen’, vertelt Tineke Algra van het Abel Tasman Museum in Lutjegast. Dus pakte de bootsman een trompet en bootste het signaal na. Het werd gezien als een oorlogsverklaring. Bij het gevecht dat volgde, kwamen drie Nederlanders om. Tasman maakte dat hij wegkwam.
Het contact tussen de Maori en Lutjegast (het geboortedorp van Tasman) bleef bestaan. Soms komen er Maori’s of oorspronkelijke bewoners naar het Tasman Museum. Algra herinnert zich nog het bezoek van een volledig getatoeëerde man, ‘een onderwijzer op het Noordereiland in Nieuw-Zeeland die meer over de geschiedenis wilde weten’. In het Abel Tasmanjaar (2017) ontstond goed contact met de nazaten van de oorspronkelijke stam waarmee de ontdekkingsreiziger in conflict kwam. Dat leidde tot een bijzondere gift. Zaterdag overhandigde stamhoofd Doug Huria in de Torenkerk van Lutjegast een pounamu aan de Groningers. ‘Het is een steen waaraan Maori bijzondere spirituele waarde toekennen’, zegt Algra. Als je de steen aanraakt zou contact ontstaan met de geest van de Maori. Tijdens de ceremonie zong het stamhoofd a capella de christelijke hymne ‘How great Thou art’.
De steen gaat naar het Abel Tasman Museum en is een teken van verzoening. Dat hij kostbaar is, blijkt uit het feit dat hij eigenlijk Nieuw-Zeeland niet uit mocht. ‘De Nederlandse ambassadeur Rob Zaagman heeft zich ervoor ingezet. Zulke stenen worden gezien als nationaal erfgoed. De gift is daarom op nationaal niveau besproken.’