Direct naar artikelinhoud
Column

Dividend belasten is schadelijk, maar niet zo schadelijk als belasting op arbeid

Dividend belasten is schadelijk, maar niet zo schadelijk als belasting op arbeid

CDA-leider Buma heeft deze week een opening geboden in het zich voortslepende debat over het afschaffen van de dividendbelasting. Hij wil zijn positie bepalen op grond van inhoudelijke argumenten, zei hij, en niet zozeer op basis van politieke.

Laten we in deze week van Prinsjesdag proberen de kern te vinden waar het bij deze discussie inhoudelijk om gaat. Dat is (ik licht straks toe): de schade van de marginale belastingeuro.

Laat de hoeveelheid inkomsten die de overheid nodig heeft gegeven zijn. Dit vereenvoudigt de redenering zonder die geweld aan te doen. Laat een deel van deze inkomsten in de schatkist binnenkomen door het heffen van belastingen op zaken die maatschappelijk schade berokkenen, bijvoorbeeld op alcohol, op milieuvervuiling, en op tabak. Laat er dan nog een groot gat in de begroting overblijven.

Om dit gat te vullen, moet de overheid belastingen gaan heffen die goedbeschouwd onwenselijk zijn. Een verstandige overheid wil liefst helemaal geen belasting heffen op arbeid, kapitaal, technologie of zelfs maar op consumptie. In de kern zijn dit maatschappelijke nuttige zaken. Een overheid wil de inzet van arbeid niet ontmoedigen door er belasting op te heffen. De overheid wil kapitaal niet belasten, maar wil juist dat er veel technologie en kapitaal wordt ontwikkeld, opgebouwd en ingezet om de arbeid productiever te maken. En de overheid wil juist dat mensen consumeren, om de vruchten van de productie door arbeid en kapitaal te kunnen plukken.

Maar omdat er een gat in de begroting zit, heeft de overheid geen andere keus. Iets moet worden belast. Maar wat?

De verstandige overheid kiest zijn tarieven op elk van de grondslagen (arbeid, kapitaal, consumptie) zo, dat de schade door belastingheffing van de laatste euro voor elk van de grondslagen gelijk is. Schadelijk zijn de heffingen sowieso, de kunst is de minst schadelijke mix te vinden. Als bijvoorbeeld, de schade van een heffing op consumptie relatief laag is, en op arbeid relatief hoog, dan vermindert de overheid de totale schade van belastingheffing door de belastingen van arbeid te verschuiven naar consumptie.

Het kabinet snapt dit ook, want in de Miljoenennota staat aangekondigd dat het lage BTW-tarief komend jaar omhoog gaat van 6 naar 9 procent, onder gelijktijdige verlaging van de belasting op arbeid. Dat is verstandig.

Hoe past de dividendbelasting in deze redenering? Voorstanders van afschaffing stellen dat de belasting schadelijk is voor de economie. De schade ontstaat, zeggen ze, doordat multinationals hoofdkantoren uit Nederland kunnen verplaatsen, cq, hier niet vestigen. Dat is dus valide, al moet worden opgemerkt dat het kwantitatieve belang hiervan onduidelijk is. De kosten voor de schatkist zijn wel helder: 1,9 miljard euro, structureel (dus elk jaar weer).

Een verstandige fractieleider stelt zich dan de vraag: hoe verhoudt dit zich tot alternatieven, zoals handhaving van de dividendbelasting, en een verlaging van 1,9 miljard van de belasting op arbeid? Of: een verlaging met 1,9 miljard van de vennootschapsbelasting in Nederland?

En welke alternatieve belastingverlaging van 1,9 miljard hij ook doordenkt, steeds zal het antwoord zijn: dit alternatief is aantrekkelijker. De schade door de dividendbelasting is zowel onduidelijk als beperkt in omvang; de schade van elke andere belasting, of het nu inkomstenbelasting, btw of vennootschapsbelasting is, is duidelijk en groot.

Als fractieleider Buma op inhoudelijke gronden zijn keuze wil maken, heeft hij dus een politiek probleem op te lossen met de premier. Misschien moet hij het eens proberen met een arm op diens schouders en de vraag: ‘Mark, hoe kan ik je comfort bieden?’

Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren?
Email: frank@argumentenfabriek.nl