Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Laat ze hun verhaal doen, al is het honderd keer

Ongeluk Oss In Oss was Slachtofferhulp donderdag meteen ter plaatse met vijftien mensen. Kinderen verwerken zo’n incident anders dan volwassenen.

De berging van de Stint bij een spoorwegovergang in Oss waar donderdag vier kinderen omkwamen.
De berging van de Stint bij een spoorwegovergang in Oss waar donderdag vier kinderen omkwamen. Foto Vincent Jannink/ANP

In de snackbar bij de spoorwegovergang, in de sporthal, op scholen, op het kinderdagverblijf. Op het politiebureau, waar getuigen werden gehoord. Slachtofferhulp Nederland was donderdag snel na het ongeluk op veel plekken in Oss aanwezig. Hoe gaat zoiets in zijn werk? En wat zeg je tegen mensen die zoiets gruwelijks zagen gebeuren of een klasgenoot verloren?

„Luisteren, luisteren, luisteren”, zegt woordvoerder Jytte Reichert. „Zorgen dat mensen niet alleen zijn in die eerste moeilijke uren. Ook al vertellen ze wel honderd keer hetzelfde verhaal.”

Lees ook een reportage uit Oss: ‘Niet kijken’, roept de eerste man ter plaatse. ‘Dit willen jullie niet zien’

Stress, woede, verdriet

Bij een ongeluk zoals dat in Oss, zegt Reichert, weet de politie direct dat Slachtofferhulp ter plaatse moet komen. Er komt een crisisteam (met GGD, ggz, politie, gemeente, brandweer) dat locaties „inricht”, zoals de sporthal. Naar Oss gingen in totaal vijftien medewerkers van Slachtofferhulp. Op het hoofdkantoor zaten nog twintig mensen aan de telefoon. „Veel mensen belden ons op”, zegt Reichert. „Ze hebben het ongeluk gezien of waren in de buurt.”

Medewerkers van Slachtofferhulp letten erop of iemand vrienden of familie heeft. Ze wisselen gegevens uit en bellen later nog eens terug. „Soms voelen mensen geen behoefte om te praten, maar bellen een paar dagen of weken later alsnog.” Slachtoffers die iemand hebben verloren, krijgen structurele en zwaardere hulp.

Wie getuige is van een ernstig ongeluk, kan stressklachten krijgen. Ook angst, woede en verdriet zijn gebruikelijk. „Dat hoort bij het verwerkingsproces. We zeggen: geef het de ruimte en probeer erover te praten. En weet dat een proces grillig kan verlopen. Mensen schrikken er weleens van dat het na twee goede weken weer wat minder kan gaan.”

Lees ook dit verhaal over de Stint: een elektrisch karretje bedoeld als veilig alternatief

Tekenen en spelen

Kinderen worden bijgestaan door de jeugdgezondheidszorg. Slachtofferhulp adviseert volwassenen wel hoe ze het beste kunnen omgaan met kinderen die iets hebben meegemaakt. De belangrijkste adviezen: bied aan om te praten, maar dring er niet op aan. En pak zo snel mogelijk het normale ritme weer op, want daar doe je ze het grootste plezier mee. Ook al wil je ze voor je gevoel misschien in de watten leggen.

„Een meisje zei gisteren tegen een van onze medewerkers dat ze van haar moeder vandaag niet naar school hoefde, maar dat ze zelf wel graag wilde”, zegt Reichert. „Ze durfde dat niet te zeggen omdat ze wist dat het lief bedoeld was van haar moeder.” Een ander meisje zei dat een van haar vriendinnen was verongelukt, en dat ze alleen maar gruwelijke verhalen te horen kreeg. „Toen hebben we haar geadviseerd aan de mooie dingen te denken die ze samen hebben meegemaakt.”

Aparte ruimte

Het verwerkingsproces van kinderen loopt anders, zegt Reichert. Ze gaan een ongeluk naspelen of tekenen erover. „Het kan ook zijn dat een kind zegt: ik vind het niet zo erg want het was geen vriend van me. Het is belangrijk kinderen daar de ruimte voor te geven.”

Slachtofferhulp was vrijdagochtend op basisschool De Korenaer, waar de vier overleden kinderen op school zaten. Ook het kind dat zwaargewond in het ziekenhuis ligt, zat daar op school. Ouders zijn daar opgevangen in een aparte ruimte. De kinderen hebben in de klas met hun leraar gepraat over wat er is gebeurd.