Direct naar artikelinhoud
Deja Vu

Een stampende processie werd de Romeinse brug van Maastricht fataal

Prent (waarschijnlijk uit de 19de eeuw) van de ramp met de brug.Beeld rv

Waar de Ponte Morandi in Genua het deze week op zomaar een regenachtige maandag begaf, bezweek de brug in Maastricht in 1275 op een hoogtijdag. 

Op 12 juli van dat jaar trok een processie door de stad. Misschien was het alleen het gewicht van de stoet mensen en hun kerkelijke attributen. Wellicht was het dat in combinatie met een soort ritueel marcheren, waarbij de constructie steeds op dezelfde momenten met een extra belasting kreeg te maken.

De oude brug begaf het met een onheilspellend gekraak.

In elk geval hield de brug het niet. Die begaf het met een onheilspellend gekraak. Het betekende niet alleen het einde van de oeververbinding maar ook de dood van vele processiedeelnemers. Ze verdronken in de Maas of werden bedolven onder onderdelen van de brug. Precieze slachtofferaantallen ontbreken. Mogelijk ging het om twee- tot vierhonderd doden.

Er bestaat ook een andere lezing van de gebeurtenissen. Die plaatst de ramp bijna drie jaar later, op 12 juni 1278. Van een processie was geen sprake. De stad vierde een werelds feest. Een dollende massa sloeg geen acht op een priester die de brug overstak om een zieke de eucharistie te brengen. Op dat moment van onvoldoende respect voor het heilig sacrament voltrok zich de ramp.

Straf

Het is een minder waarschijnlijk verhaal, maar wel een dat de autoriteiten beter uitkwam. Het legde alle schuld bij het gewone volk. De moraal was duidelijk: blijf nederig en godvrezend, anders kan de straf gruwelijk zijn.

In elk geval hield deze versie van het voorgevallene de inner van de tolgelden, het Sint-Servaaskapittel, buiten schot.

Mogelijk was de brug van voor de ramp - aangepast en wel - nog dezelfde als die de Romeinen in de eerste eeuw na Christus aanlegden, met stenen pijlers in het rivierwater en een houten overspanning. Voor die tijd werd geprofiteerd van een bij lage Maasstanden doorwaadbare plaats in de rivier, waar Maastricht haar naam aan dankt. Met de brug, een belangrijke schakel tussen de Noordzeekust en steden als Aken en Keulen kwam de nederzetting pas goed tot ontwikkeling.

Het Servaaskapittel verdiende goed met de brug. Uit bronnen blijkt dat lang niet al het tolgeld opging aan het onderhoud van de rivierpassage. Niet voor niets streden de prins-bisschoppen van Luik en de hertogen van Brabant (het Sint-Servaaskapittel viel ook onder hen) geregeld om het bezit van de brug.

Winstbejag

Alleen al in de dertiende eeuw gebeurde dat tot drie keer toe. Het is heel goed voorstelbaar dat al dat winstbejag en die strijd de staat van de brug niet ten goede kwamen.

Maastricht kreeg na de ramp van 1275 snel een nieuwe brug, iets noordelijker dan de oorspronkelijke. Dit bouwwerk, menigmaal aangepast en gerenoveerd, doet nog steeds dienst. Het getouwtrek over de zeggenschap over de brug kwam in 1284 ten einde, toen de twee rivaliserende machthebbers het eens werden over de tweeherigheid van de stad. Maastricht viel voortaan onder Luik en Brabant.

De 'nieuwe' brug van Maastricht.

In de jaren twintig van de vorige eeuw maakte Rijkswaterstaat wel plannen voor afbraak en vervanging van de van oorsprong middeleeuwse brug, omdat de oeververbinding niet zou voldoen aan de moderne 'eisen van verkeer, handel en industrie'.

Maastricht kwam massaal in verzet tegen dit voornemen, waarna de plannen werden afgeblazen. In 1932 kreeg de brug de naam van de patroonheilige van de stad, Sint-Servaas.

Echte Maastrichtenaren spreken vaak van de Aw Brögk (dialect voor de oude brug). Historisch is dat niet helemaal juist, want de resten daarvan liggen onder water. Een gebeeldhouwde Romeinse leeuw op een metalen standaard op de westoever van de Maas markeert de plek waar de mensen voor 1275 de rivier overstaken.

Paul van der Steen bekijkt in Déjà Vu wekelijks het nieuws door een historische bril. Lees meer afleveringen op trouw.nl/dejavu.

Lees ook:

Genua kan het niet geloven: 'Kan ik nog ooit terug in mijn huis?'

Italië-correspondent Pauline Valkenet sprak in Genua met inwoners die in een sporthal slapen omdat hun huis onder de ingestorte snelwegbrug ligt. Niemand kan geloven dat die immense brug die er altijd heeft gestaan patsboem is ingestort.