Direct naar artikelinhoud
ProfielFABfilter

Digitale foefjes van dit duo zijn favoriet bij ’s werelds beste muziekproducers

Muziekproducers kunnen niet zonder: studiosoftware voor de verfijndste muzikale ingrepen. De digitale foefjes van fabrikant FabFilter uit Amsterdam zijn favoriet bij ’s werelds beste mixers. 

Floris Klinkert (links) en Frederik Slijkerman in hun kantoor aan de Amsterdamse Keizersgracht.Beeld Simon Lenskens

De meest gevreesde letter van het alfabet is voor muziekproducers de s, direct gevolgd door de t. Als het alfabet een schoolklas is, dan zijn de s en de t de branieschoppers die de verlegen leerlingen overstemmen, tenzij de docent ze in het gareel weet te houden. Dat was de missie van mixer Koen Heldens (Beyoncé, Run DMC, En Vogue) toen hij vorig jaar met de ruwe vocals van een nieuw nummer van de Amerikaanse rapper XXXTentacion aan de slag ging. Jocelyn Flores heette de stemmige ballade over Jocelyn Amparo Flores, een 16-jarig model dat in mei 2017 zelfmoord had gepleegd.

Profiel

Bedrijf: FabFilter
Waar: Amsterdam
Sinds: 2004
Aantal werknemers: 3
Jaaromzet: onbekend

‘De track Jocelyn Flores had enorm veel harde s’en en t’s’, vertelt Heldens, een Limburger die op zijn 19de naar Los Angeles emigreerde. De tekst van de op 18 juni bij een gewapende overval vermoorde XXXTentacion stond stijf van de sibilantie, producersjargon voor de vervelende neiging van de es-, tee-, sjt- en tjs-klanken in vocals om de rest van de muziek te overstemmen, met een sissend en snerpend geluid als gevolg:

Fuckin’ sickenin’; at the same time
Memories surface through the grapevine
’Bout my uncle playin’ with a slip knot
Post-traumatic stress got me fucked up

Zoals chirurgen scalpels en mesjes hebben voor hun operaties, zo gebruiken producers allerlei gereedschappen voor hun muzikale ingrepen. Een daarvan zijn de-essers, bedoeld om zang- of rappartijen te ‘ont-essen’, oftewel de sibilantie tussen de 3- en 10 duizend hertz te verminderen. Een nadeel is alleen dat het effect veelal te nadrukkelijk is, of dat niet alleen de t’s en s’en eronder lijden, maar ook de rest van de zang – alsof een chirurg tijdens een blindedarmoperatie niet alleen de appendix, maar ook meteen de hele dikke darm verwijdert. ‘De-essers geven vocals snel een benauwde of bedrukte toon, of schakelen te veel hoge frequenties uit’, zegt Heldens.

Niet lang voor het mixen van Jocelyn Flores had Heldens FabFilter ontdekt, fabrikant van de-essers, equalizers en andere digitale gereedschappen voor de studio. ‘Plug-ins’ heten deze gereedschappen, en het Amsterdamse driemansbedrijfje behoort ermee tot de wereldtop. De FabFilter Pro-DS bleek geknipt voor de vocals van XXXTentacion. ‘Geen enkele de-esser voldeed, behalve de Pro-DS. Je kunt er tot in detail de harde t’s en s’en mee controleren. Ik kon de Pro-DS extreme instellingen geven, zonder dat in het eindresultaat opviel dat de t’s en s’en werden onderdrukt.’

Oprichters Floris Klinkert en Frederik Slijkerman in hun Amsterdamse kantoor: ‘Na een jaar of vier, vijf was er wel een moment waarop we zeiden: het moet nu een keertje gaan lopen.’Beeld Simon Lenskens

‘Geen grapje, FabFilter is mijn favoriete plug-in-maker’, zegt de Amerikaanse mixer Scott Jacoby (Coldplay, Vampire Weekend, John Legend). Zoals olijfolie, knoflook en ui de basis vormen van talloze maaltijden, zo staan equalizers, compressors, reverb en nog wat plug-ins aan de basis van elke goede mix, legt Jacoby uit. EQ’s regelen de balans tussen de lage en hoge frequenties, compressors verkleinen het verschil tussen de hardste en zachte geluiden en reverb laat de instrumenten weergalmen alsof ze tegelijkertijd in dezelfde ruimte zijn opgenomen, van slaapkamers tot kathedralen.

‘Er zijn genoeg bedrijven met plug-ins die gekke geluidjes maken. FabFilter maakt juist de meest basale plug-ins, zoals EQ en compressors, de olijfolie en knoflook van het mixen. Hun plug-ins zijn een geweldige combinatie van techniek en gebruikersgemak. Je kunt er tot in detail mee inzoomen en minuscule aanpassingen doen, maar je kunt er ook heel snel mee werken omdat ze zo logisch in elkaar zitten.’

Frederik Slijkerman achter de computer met een stuk software van FABfilter.Beeld Simon Lenskens

De opmars van FabFilter, met Grammy-winnende klanten als de mixers Tom Elmhirst (Adele, Amy Winehouse, David Bowie), Dave Pensado (Beyoncé, Elton John, Michael Jackson) en Robbie Nelson (Beck, Mick Jagger, Paolo Nutini), is onlosmakelijk verbonden met de opmars van software in muziek. Het archetypische beeld van een producer of mixer is nog altijd een man achter een gigantisch mengpaneel, zijn weg vindend in een oerwoud van knopjes en schuifjes. In werkelijkheid gebeurt het mixen van veel albums tegenwoordig grotendeels of volledig digitaal, oftewel ‘in the box’, met een computer en wat studiosoftware. Een van ’s werelds grootste studiogoden, Andrew Scheps (Jay-Z, Red Hot Chili Peppers, Metallica, Johnny Cash en vele anderen), mixt de muziek van zijn klanten tegenwoordig met niet meer dan een laptop en een koptelefoon, zo goed is de kwaliteit van software anno 2018. En dat is weer mede te danken aan digitale uitvindingen van bedrijven als FabFilter.

Een jaar of tien geleden zag het er minder rooskleurig uit voor FabFilter-oprichters Floris Klinkert (41) en Frederik Slijkerman (40). De twee hadden elkaar ontmoet in 1996, als informaticastudenten met een gedeelde liefde voor computers en muziek. Hun eerste muzikale project was het ‘houtje-touwtje nabouwen’ van een analoge synthesizer, maar dan met nulletjes en eentjes op een computer. ‘Stiekem klonk-ie best goed’, vertelt Slijkerman in hun kantoor aan de Amsterdamse Keizersgracht. In 2004 richtten ze FabFilter op, maar de eerste jaren liep het niet storm, ondanks enthousiaste recensies in vakbladen. ‘Na een jaar of vier, vijf was er wel een moment waarop we zeiden: het moet nu een keertje gaan lopen’, zegt Klinkert. ‘We konden niet van FabFilter leven, we werkten er allebei parttime naast.’

Oprichters Floris Klinkert en Frederik Slijkerman: ‘Voor een deel bestaat succes uit: gewoon rustig blijven doorwerken.’Beeld Simon Lenskens

Het keerpunt kwam rond 2009, met de Pro-Q (een equalizer) en Pro-C (een compressor). ‘Dat was het moment waarop we ontdekten waar we echt goed in waren’, zegt Slijkerman. De muziekindustrie is het met Slijkerman en Klinkert eens: de Pro-Q (tegenwoordig Pro-Q 2) staat bijvoorbeeld vrijwel standaard bovenaan in de lijstjes met beste EQ’s, toch al het meest gebruikte gereedschap van de mixer.

‘Ik heb de Pro-Q 2 standaard op zo ongeveer elk kanaal als ik mix’, vertelt de Britse producer Robbie Nelson. ‘Hij ziet er mooi uit, is makkelijk te gebruiken en klinkt bovenal geweldig. Tijdens de opnames van het recente livealbum van de band Wild Beasts bijvoorbeeld kwam er veel ongewenst geluid in de microfoons doordat iedereen live in dezelfde ruimte speelde. Schoonmaakwerk is daarna nodig om de ongewenste frequenties te verwijderen. De Pro-Q 2 is daar perfect voor.’

Hoeveel omzet FabFilter draait, willen Klinkert en Slijkerman niet aan de grote klok hangen, maar de bewondering van een aantal van ’s werelds beste mixers en producers zegt genoeg over hun succes. ‘Ik geloof heel erg in de lange adem’, zegt Slijkerman. ‘Bij start-ups zie je te veel het idee: we pompen er een miljoen in en dan moet het binnen een jaar succesvol zijn.’ ‘Terwijl succes’, filosofeert Klinkert, ‘voor een deel simpelweg bestaat uit: gewoon rustig blijven doorwerken.’