Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Bij grote droogte krijgen de dijken voorrang

Droogteprotocol Dorst? Even geduld. Bij grote droogte is het eerste water bedoeld voor de dijken. Dat houdt ze stabiel. Op inspectie met de beheerder.

Inspecteurs Stefan Loosen en Clara Schuwer van het hoogheemraadschap inspecteren de dijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel op scheuren en gaten.
Inspecteurs Stefan Loosen en Clara Schuwer van het hoogheemraadschap inspecteren de dijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel op scheuren en gaten. Foto’s Robin Utrecht

Daar is ie. Een kuil in de dijk. Gevuld met water. „Die melding hebben we eerder deze week binnengekregen”, zegt Stefan Loosen. „Deze schade is vermoedelijk veroorzaakt door een trekker, tijdens het maaien.”

De brede, diepe kuil in het dertig meter brede talud van de dijk is geen reden om in paniek te raken. Toch wil je zoiets niet hebben, in een gevaarlijk droge zomer als de huidige. Bij de kuil hebben vrijwillige dijkwachters een witgeschilderd houten paaltje geslagen. Loosen: „We hebben advies gevraagd. We laten dit repareren. De aannemer gaat het stukje dijk ontgraven en weer aanvullen met klei.”

Lees ook: Dreigend watertekort, Code Geel voor waterbeheerders

Loosen (47) is beheerder regionale waterkeringen bij het Rotterdamse hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, en coördinator van de inspecties tijdens de droogte. Samen met collega Clara Schuwer (38) is hij vandaag op inspectie in Nieuwerkerk aan den IJssel. Gewapend met prikstokken wandelen ze over de kruin van de kade, het hoofd gebogen, speurend naar scheuren, verzakkingen, vervormingen, natte plekken – alles wat een uit veen samengestelde kade kan verzwakken.

Laagste punt

Stabiliteit van de waterkeringen is voor Nederland prioriteit nummer één, ook tijdens droogte. Als het huidige watertekort de komende weken verder oploopt en er keuzes moeten worden gemaakt over de waterverdeling, dan krijgt het op peil houden van de watergangen voorrang op, bijvoorbeeld, drinkwatervoorziening, landbouw en scheepvaart.

Het Zuid-Hollandse Nieuwerkerk aan den IJssel staat onder meer bekend als gemeente met het laagste punt van Nederland. „We zitten hier op 6,67 meter onder NAP”, weet Clara Schuwer. Water in overvloed, zou je zeggen.

Toch kan ook hier de aanhoudende droogte in Nederland enorme schade veroorzaken; veenkades kunnen uitdrogen, wegdrijven en water doorlaten, in dit geval het water van de Ringvaart, langs de wijken die zijn gebouwd in diepe polders van Nieuwerkerk. „We willen dat de kans daarop nul is”, zegt Loosen.

Schrikbeeld voor de Nederlandse waterschappen is de dijkdoorbraak in de zomer van 2003, toen een zestig meter lang stuk uitgedroogde veendijk brak en 230.000 kubieke meter water het Utrechtse dorp Wilnis in stroomde. Vijftienhonderd mensen werden geëvacueerd, de schade bedroeg 12 miljoen euro.

Bekijk ook onze beeldserie: Zo ziet droogte in Nederland eruit

Elf jaar later oordeelde het gerechtshof in Den Haag na lange procedures dat het verantwoordelijke waterschap het verschuiven van de dijk niet kon worden verweten. Maar sinds het fiasco hebben waterschappen hun 2.500 kilometer aan ‘droogtegevoelige keringen’ in vooral Friesland, Holland en Utrecht toch grootscheeps aangepakt. Er zijn „honderden miljoenen euro’s geïnvesteerd om de regionale keringen waar nodig aan te pakken en te verbeteren”, laat de Unie van Waterschappen weten. Veenkades zijn versterkt met zand of klei. Bij aanhoudende droogte geldt een landelijk draaiboek en treedt het ‘droogteprotocol’ in werking; waterkeringen worden extra geïnspecteerd, indien nodig gerepareerd en eventueel natgehouden.

De inspecteurs in Nieuwerkerk aan den IJssel wandelen ongeveer een kilometer over de vier meter hoge dijk, een van de zestig kilometer ‘droogtegevoelige dijken’ van het hoogheemraadschap. Twee inspecteurs werken dezer dagen gemiddeld acht tot tien kilometer per dag af. Een dijkvak wordt eens in de twee weken gecontroleerd, met hulp van honderdtwintig vrijwillige dijkwachters.

Oneffenheden

Af en toe noteert inspecteur Clara Schuwer haar bevindingen op een tablet, met gedetailleerde formulieren, volgens een vaste formule: waarnemen, positie bepalen, raadplegen en vastleggen, door het maken van foto’s. Ze zien geen calamiteiten, alleen „acceptabele oneffenheden”, zoals een holletje van een muis, een mol of een hond. „Een dijk mag wel een beetje zweten”, zegt Loosen.

De inspecteurs worden regelmatig staande gehouden door hondenuitlaters, gretig wijzend op hinderlijke afstapjes en nieuwsgierig naar wat de inspecteurs hebben aangetroffen. Maakt u zich geen zorgen, is de boodschap. De veenkade, die een woonwijk beschermt, is al eerder verzwaard met klei en lijkt stabiel genoeg om zelfs uitputtende droogte te doorstaan.

Lees ook: ‘Droogte dreigt ramp te worden’ - de zomer van 1976 was nóg erger

„Als ik zie hoe de dijken er nu bij liggen, dan is dat véél beter dan toen ik veertien jaar geleden met dit werk begon”, zegt Stefan Loosen. Een week na de dijkdoorbraak in Wilnis verzakte in augustus 2003 ook in het gebied van dit hoogheemraadschap een veenkade, bij Terbregge in Rotterdam, over enkele tientallen meters. De verzakking leidde alleen tot enkele ondergelopen volkstuinen.

„Zoiets ga ik nu niet meemaken”, zegt Loosen, toch nog een beetje voorzichtig.