Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Planten en dieren surfen op kelpvlotten naar Antarctica

Biologie Pakketten van kelp brengen planten en dieren naar Antarctica. De eerste pioniers worden binnen een paar decennia verwacht.

Durvillaea (zuidelijke bruinwieren)
Durvillaea (zuidelijke bruinwieren) Ceridwen Fraser

Drijvende planten en dieren kunnen bij sterke wind bovenop de golven ‘surfen’ en zo vanuit gematigde streken Antarctica bereiken, ook tegen zeestromingen in. Dat concludeerden Australische onderzoekers deze week in Nature Climate Change uit de vondst van pakketten zeewier op Antarctica. Als het warmer wordt, neemt daarmee de kans toe dat nieuwe planten- en diersoorten zich op Antarctica zullen vestigen

Rond Antarctica lopen verschillende gordels van zeestromingen in verschillende richtingen. Die zeestromen staan onder invloed van de heersende winden. Waar stromingen bij elkaar komen, duiken ze de diepte in. Zo ontstaan biologische barrières: zeedieren en -planten kunnen daar niet zomaar voorbij. Biologen gingen er dan ook vanuit dat Antarctica biologisch gezien geïsoleerd is. Dat zou ook verklaren waarom je daar veel planten en dieren aantreft die nergens anders ter wereld voorkomen.

Indische oceaan

De Australische onderzoekers vonden op het Antarctische King George Island, onder Zuid-Amerika, pakketten van kelp: bruine wieren met grote bladeren die in ondiepe kustwateren leven. Kelp komt op Antarctica niet voor. Met moleculaire analyses konden de biologen nagaan waar de pakketten vandaan kwamen. Deels kwamen ze van Kerguelen, een eilandengroep in de Indische Oceaan, net onder de lijn die van Zuid-Afrika naar Australië loopt. Dit pakket had zo’n 25.000 kilometer afgelegd. Een ander deel kwam van Zuid-Georgië, dat ten zuidoosten van Zuid-Amerika ligt. Dit kelp had zo’n 20.000 kilometer gedreven voordat het aanspoelde.

Zuid-Georgië ligt maar een paar duizend kilometer bij King George Island vandaan. Dat het kelp toch zo’n lange weg had afgelegd, komt doordat het eerst het hele continent is rondgedreven. Dat berekenden de onderzoekers op basis van nieuwe computermodellen, mede ontwikkeld door Erik van Sebille van de Universiteit Utrecht. Die computermodellen hielden voor het eerst niet alleen rekening met zeestromingen, maar ook met de golfbewegingen van de bovenste laag oppervlaktewater onder invloed van stormen.

De modellen lieten zien dat één op de miljoen drijvende voorwerpen die je ‘loslaat’ op Kerguelen, binnen drie jaar op Antarctica aanspoelt. Voor Zuid-Georgië is dat een op de vijfhonderd. Ook vanuit Chili en het Australische Macquarie Island komt een klein deel van de drijvende objecten uiteindelijk op Antarctica terecht.

Kelp dient als vlot voor allerlei planten en dieren, waaronder algen, zeepokken, kreeftjes, schelpdieren en zelfs zeesterren en zeeëgels. Die komen dus af en toe op Antactica terecht, al vele duizenden jaren lang. Toch hebben zich sinds het hoogtepunt van de laatste ijstijd, zo’n 25.000 jaar geleden, geen nieuwe planten en dieren op het Zuidpoolcontinent gevestigd. Dat komt, aldus de onderzoekers, doordat het Antarctische klimaat te ruig is voor planten en dieren van elders.

Maar klimaatverandering kan dat veranderen, zo waarschuwen ze. Daardoor neemt de kans toe dat verstekelingen zich definitief op Antarctica vestigen. De kans daarop is het grootst bij migratie vanaf sub-Antarctische eilanden zoals Zuid-Georgië en Macquarie Island. De onderzoekers verwachten de eerste pioniers uit die streken zich binnen een paar decennia op Antarctica.