Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Mijn zoon Ziyech

Ruud Krol was voor mij een vadervariant, Finidi George (we schelen precies één week) een gedroomde broer en Hakim Ziyech is mijn zoon. Niet echt natuurlijk, ik ben zelfs nooit in Dronten geweest.

Ik kijk naar het wonder Ziyech zoals ik naar mijn kinderen kijk op zaterdagochtend. Ik volg de wedstrijd wel, maar speur vooral naar wat hij precies doet. Als er iets misgaat bij Marokko, spiek ik of hem iets te verwijten viel. Bij elke veelbelovende aanval bedenk ik een theorie die zijn bijdrage essentieel maakte.

De commentatoren van de BBC waren lyrisch over hem in de eerste helft tegen Portugal. Zijn naam werd uitgesproken als een toverspreuk: Zay-yach! Ik zwol op van trots bij elk tikje, elke pass, elke dribbel. Maar ja, wat heb je aan een assistkoning zonder spits? Alle voorzetten stierven in schoonheid. In de tweede helft zag ik mijn zoon moe worden.

Ik gaf het op; fatalisme hoort soms ook bij vaderschap. Ik zag niet eens dat hij het was die in de negentigste minuut van rechts naar binnen sneed en uithaalde. Pepe blokte de bal en vierde dat als een wereldtitel.

Mijn zoon rende meteen door om ook de corner te nemen. Laat maar jongen, dacht ik. Ik ga alvast een gevulde koek voor je kopen.

schrijft tijdens het WK voetbal een wisselcolumn met Emilie van Outeren