Direct naar artikelinhoud
column

Het succes van de EU lijkt belangrijker dan de werkelijkheid die achter ons ligt

Ger Groot.Beeld Trouw

Bijna is het vijftig jaar geleden dat ‘The Left Hand of Darkness’ van Ursula K. Le Guin verscheen. De Amerikaanse science-fictionschrijfster, de ‘grand old lady’ van het genre, heeft dat zelf niet meer mogen beleven. Ze overleed in januari van dit jaar op 88-jarige leeftijd. ‘The Left Hand of Darkness’ was niet haar eerste roman, wel het boek waarmee ze de Hugo én de Nebula Award won en definitief haar naam vestigde.

Ik las ‘De linkerhand van het duister’, zoals de Nederlandse titel luidt, min of meer bij toeval, in een vliegtuig hoog boven de oceaan. Dat is niet alleen een ideale plek voor dit genre literatuur. Mijn veiligheidsriem voorkwam ook dat ik van verbazing van mijn stoel viel. Vrijwel alle SF-literatuur gaat meer over het heden dan over de toekomst, maar zo kras had ik het zelden gezien. Wat Le Guin erin beschrijft is weinig minder dan de Europese Unie, die toen nog EEG heette en nog geen decennium oud was – maar dan uitvergroot op galactische schaal.

‘Ekumen is onze Aardse wereld,’ legt in het boek een gezant van een verbond van planeten uit aan een hoogwaardigheidsbekleder op een wereld die daar nog geen deel van uitmaakt. ‘In de wandeling wordt het de Huishouding genoemd, of de Haard. Het is feitelijk geen regering. Het is een poging het mystieke te herenigen met het politieke, en is als zodanig natuurlijk grotendeels een fiasco. Maar dat fiasco heeft de mensheid tot nu toe meer goed gedaan dan de successen van alles wat daarvoor kwam. Het is een samenleving en heeft, althans in aanleg, een cultuur. Het is een vorm van educatie. Communicatie en samenwerking zijn er wezenlijk voor.’

Die samenwerking, zo legt de gezant uit, ontsproot aan een verwoestende ruimteoorlog waarvan het verbond zich nog altijd aan het herstellen is. Het is ‘een vereniging van werelden met een zekere mate van gecentraliseerde organisatie,’ zo legt hij uit. Maar ‘ze functioneert via coördinatie, niet door het uitvaardigen van regels. Ze dwingt geen wetten af; beslissingen worden bereikt door beraadslaging en overeenstemming… Wanneer lidstaten in botsing komen, bemiddelt de Ekumen en probeert tot juridische of ethische aanpassingen te komen.’ Zou dat werkelijk mislukken, dan komen dwingender mechanismen in beeld, zo geeft hij toe, maar tot nu toe is het niet zover gekomen.

Misschien is het juist haar succes waaronder de EU het meeste lijdt

Aan het eind van de jaren ’60 moet dat bijna utopisch geklonken hebben. Het was een tijd waarin alleen een wereldregering volgens de meeste mensen garant kon staan voor duurzame vrede. Maar in een politieke werkelijkheid die nog beangstigender door grote machtsblokken verdeeld werd dan nu leek zo’n vrijwillige statenbond al heel wat. Béter misschien nog dan een echte wereldregering, die gemakkelijk iets totalitairs kon krijgen, zo lijkt Le Guin te willen zeggen. Ook de planeet die de gezant in het boek probeert over te halen tot een soort associatieverdrag, gaat uiteindelijk overstag.

Wat is er gebeurd dat de EU niet langer als een utopisch begin van een vreedzame statenbond wordt waargenomen, maar als een tirannieke moloch die vanuit de hoogte oekazes uitvaardigt en volkeren knecht? Zozeer dat weinigen in de beschrijving van Ekumen nog de feitelijke werking van de EU zullen herkennen. Wat is er aan de andere kant gebeurd dat het vertrouwen in supra-nationale instellingen van overleg en consensus wereldwijd lijkt weg te smelten?

Het gezonde verstand overwint

Aan het ‘fiasco’ waaraan Le Guins gezant ironisch refereert kan het niet gelegen hebben. Het succes van het verenigde Europa kan door niemand zonder blozen worden ontkend: een in de wereldgeschiedenis ongehoorde welvaart en een al even ongehoorde periode van vrede in het Europa van de Unie. Nee, alles is nog lang niet ideaal. Maar intussen lijkt datgene wat ons scheidt van dat ideaal belangrijker te zijn dan wat ons scheidt van de werkelijkheid die achter ons ligt: een geschiedenis van verwoestende oorlogen, alledaagse armoede en een volstrekt gebrek aan politieke zeggenschap van bijna iedereen.

Misschien is het juist haar succes waaronder de EU het meeste lijdt. Het mensenras verdraagt misschien geen beklijvend, maar monotoon geluk. Het wil reuring, opwinding die het van de weeromstuit voor een groot en meeslepend leven houdt. Voor je het weet is het dan weer oorlog en kan alles opnieuw beginnen. Tegen dat verlangen naar avontuur is geen argument, geen statistiek, geen gematigd woord bestand. Ook dát heeft de geschiedenis laten zien.

Ursula Le Guin laat haar roman anders eindigen. Het gezonde verstand overwint; de vreemde wereld die door de hoofdpersoon bezocht wordt accepteert het associatieverdrag en maakt een eind aan de tirannie die er heerste. In onze werkelijkheid ging het andersom. Wíj waren het die, vanuit onze ‘Ekumen’, ons eigen aanbod van associatie aan Oekraïne introkken. En terwijl Merkel en Macron daaraan dezer dagen uit alle macht tegengas trachten te geven, laten andere Europese regeringen, partijen en burgers weinig na om onze eigen utopie-in-de-dop om zeep te helpen. Hoog boven de oceaan viel ik van verbijsterde wanhoop alsnog bijna uit mijn vliegtuigstoel.

Ger Groot doceerde filosofie aan de universiteiten van Rotterdam en Nijmegen. Voor Trouw bekijkt hij de actualiteit door een filosofische bril. U kunt zijn columns hier vinden.