Waarom rijden er niet veel meer auto’s op lpg?
„Onbegrijpelijk dat er zo weinig aandacht is voor het rijden op lpg”, mailde een lezer. Ook het management van Prins Autogassystemen uit Eindhoven snapt dat niet.
In de bedrijfshal van Prins in Eindhoven staat de witte Audi Q3 van marketingdirecteur Angelique Berden. Vanzelfsprekend rijdt ze op lpg ofwel autogas. Onder de motorkap is daar heel weinig van te zien. Helemaal rechts is een platte computer tegen de zijkant gemonteerd en links een kleine elektronisch geregelde verdamper. Alleen een kenner merkt de extra onderdelen op.
„Dit is een voorbeeld van een nieuwe auto met de modernste technieken die zonder enige hapering op lpg rijdt”, zegt verkoopdirecteur John Wouters. „De eigenaar is goedkoper uit en het is beter voor het milieu.”
Even een rekensom. De Audi rijdt 20.000 kilometer per jaar. Met een gemiddeld verbruik van 1 liter op 10 kilometer tankt Berden dus jaarlijks 2000 liter brandstof. Een liter benzine kost ongeveer 2 euro, een liter lpg ongeveer 0,80 euro. Berden bespaart dus 2400 euro per jaar op de brandstof.
De wegenbelasting is daarentegen duurder voor lpg: 140 euro per maand in plaats van 80 euro. In 1 jaar is Berden dus 720 euro extra wegenbelasting kwijt. Dat brengt de besparing op 1680 euro per jaar. Het inbouwen van de lpg-installatie kost ongeveer 2500 euro, dus na anderhalf jaar is die investering terugverdiend. Na die periode is het voor de lpg-rijder genieten geblazen bij het tankstation.
Geen wonder dat Berden en Wouters zich verbazen dat lpg niet veel populairder is in Nederland. Van de 9,2 miljoen personenauto’s in Nederland rijdt maar 1 procent op lpg. En dat percentage is al een heel aantal jaren stabiel.
Problemen
Mogelijk spelen indianenverhalen een rol. Bijvoorbeeld dat lpg voor technische problemen zou zorgen. „Dat is iets van 30 jaar geleden”, zegt Wouters. „Nu zeker niet meer.” Hij vertelt dat van elk nieuw model auto een exemplaar bij Prins op de testbank terechtkomt. „Wij reguleren en testen dan onze lpg-software net zolang totdat hij helemaal perfect werkt. Vervolgens slaan we die software op in de cloud en is hij beschikbaar voor alle Prins-inbouwstations in meer dan zeventig landen.”
Naast de witte Audi van Berden staat bijvoorbeeld een zwarte Toyota Tundra in de werkplaats. Een zware pick-up, waarvan er maar weinig in Nederland rondrijden. De lpg-installatie is reeds ingebouwd, een monteur is bezig de lpg-computer in te regelen, zodat de motor als een zonnetje blijft lopen.
Naast de Toyota staat een vrachtwagen, een Astra, een Italiaans merk. Vier felgroene tanks staan opgestapeld achter de cabine. In de tanks zit cng, gecomprimeerd aardgas. Deze truck gaat naar Nigeria, waar aardgas volop beschikbaar is. Het is er goedkoper dan diesel. Door het bijmengen van aardgas verbruikt de vrachtwagen straks 40 tot 50 procent minder diesel.
Van alle gassystemen die Prins tegenwoordig ontwikkelt, is 60 procent bedoeld voor lpg, 25 procent voor cng, 10 procent voor lng (vloeibaar aardgas) en 5 procent voor waterstof. „Het verschilt heel erg per land welk type gassysteem we er verkopen”, zegt Wouters. „Zuid-Afrika heeft bijvoorbeeld waterstof genoeg, dus daar zijn die systemen in opkomst. Amerikanen zijn weer meer geïnteresseerd in lpg.”
Goed personeel binnenhalen is, net als bij veel andere bedrijven, voor Prins een uitdaging. Zeker in Eindhoven, waar werk genoeg is. Toch mag Wouters niet klagen. „We zijn een interessant bedrijf voor werknemers die van auto’s en internationaal zakendoen houden en daarbij ook nog eens een zeer positieve bijdrage willen leveren aan het milieu.”
Uitstel
Een bedreiging voor het rijden op alternatieve brandstoffen zien Berden en Wouters in de afspraak van de klimaatministers van de Europese Unie dat vanaf 2035 alle nieuw verkochte auto’s in de EU elektrisch moeten zijn. Wouters denkt dat het niet zo’n vaart zal lopen: „Je ziet dat de verkoop van elektrische auto’s hapert, dus ik denk dat 2035 sowieso niet gehaald gaat worden. Misschien komt er van uitstel wel afstel.”
Eén succes heeft het bedrijf in ieder geval al binnen: de geplande verhoging van de wegenbelasting voor lpg eind 2026 is van de baan. Wouters: „Het was natuurlijk ook onzinnig om de belasting van een superschone brandstof te verhogen en die van veel vervuilender brandstoffen gelijk te houden.”
De beide managers hopen dat dit succes een vervolg krijgt en dat auto’s die op alternatieve brandstoffen rijden, in de toekomst meer gewaardeerd en gekocht zullen worden vanwege de lage CO2-uitstoot. „Wij zorgen wel voor een 100 procent betrouwbaar inbouwsysteem.”
