Direct naar artikelinhoud
Grondrechten

Demonstraties worden steeds extremer, is het recht toe aan vernieuwing?

De Zweedse Greta Thunberg neemt begin april deel aan een blokkade van de A12. Thunberg was aanwezig omdat er tijdens de actie nieuwe internationale acties tegen fossiele subsidies werden aangekondigd.Beeld ANP

Het aantal protestacties waarbij bewust de grenzen van het recht worden opgezocht of overschreden, neemt toe. Het kabinet laat daarom onderzoeken of het demonstratierecht aan vernieuwing toe is.

Het blokkeren van snelwegen, het bezetten van vliegvelden of het veroorzaken van gevaarlijke verkeerssituaties door brandstichting op of langs snelwegen: demonstraties nemen de laatste tijd vaker extreme vormen aan. Bovendien neemt het aantal protestacties toe.

Het kabinet zit met die ontwikkelingen in zijn maag en laat daarom onderzoeken of het demonstratierecht nog wel voldoende aansluit bij de actuele ontwikkelingen. Dat schrijven demissionair ministers Hugo de Jonge (binnenlandse zaken) en Dilan Yesilgöz (justitie en veiligheid) vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer.

Rechten van de één belangrijker dan de ander

Volgens de ministers overtreden groepen demonstranten vaker bewust de wet met als doel zoveel mogelijk aandacht te krijgen en beleid te beïnvloeden. “Dat is niet alleen schadelijk, het vraagt ook grote inzet van politieagenten die niet in de wijken hun belangrijke werk kunnen doen”, stelt Yesilgöz.

Er zijn daarnaast ook acties waarbij demonstranten niet direct regels overtreden, maar die wel op gespannen voet staan met de grondrechten van anderen, bijvoorbeeld protesten bij woningen van politici of abortusklinieken. Die druisen in tegen het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Bij dit soort acties kunnen lokale overheden vaak lastig ingrijpen, omdat demonstraties nu alleen ingeperkt of verboden mogen worden als dat in het belang is van de verkeersveiligheid, volksgezondheid of om wanordelijkheden te bestrijden.

De Jonge vindt dat ‘iedereen moet kunnen demonstreren’, maar het demonstratierecht is volgens hem ‘geen vrijbrief om doelbewust regels te overtreden en de belangen van anderen aan te tasten’.

Volgens de minister is er nu te weinig ruimte om een belangenafweging te maken tussen het demonstratierecht en andere grondrechten, waardoor de indruk kan ontstaan dat ‘de grondrechten van de één belangrijker zijn dan die van de ander’. “Als we hiervoor wegkijken, lopen we het risico dat het draagvlak voor het demonstratierecht onder druk komt te staan”, waarschuwt De Jonge.

Impact op de nationale veiligheid

Het onderzoek moet in kaart brengen hoe andere landen demonstraties aanpakken en welke waarborgen voor de bescherming van het demonstratierecht zij hebben. De onderzoekers spreken daarnaast met de instanties die zich dagelijks inzetten om de protestacties veilig te laten verlopen, zoals burgemeesters, het Openbaar Ministerie en de politie.

Het onderzoeksteam neemt ook koranverbrandingen onder de loep. Onlangs verbood de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch het verbranden van het voor moslims heilige boek. Dat deed hij niet alleen uit vrees voor wanordelijkheden, de burgemeester werd ook gewezen op de mogelijke impact die koranverbrandingen kunnen hebben op de nationale veiligheid. ‘In het onderzoek wordt daarom ook bekeken hoe andere landen omgaan met de nationale veiligheid als grond voor eventuele beperkingen’, schrijven De Jonge en Yesilgöz.

Lees ook: ‘Het demonstratierecht inperken is gemakkelijker gezegd dan gedaan’

In de Tweede Kamer is woensdag gedebatteerd over het demonstratierecht. Moet dat worden ingeperkt, of zou dat een schending zijn van de burgerrechten? En welke inperkingen zijn er redelijkerwijs mogelijk?