Direct naar artikelinhoud
interviewTanja Jadnanansing

De stadsdeelvoorzitter en het bendegeweld in Amsterdam-Zuidoost: ‘Het gevoel wegnemen dat de burger er alleen voor staat’

Tanja Jadnanansing, stadsdeelvoorzitter in Amsterdam-Zuidoost. ‘We gaan de straat op, de deuren langs. We hebben appgroepen waar bewoners in zitten, vooral moeders.’Beeld Veerle Haan

Stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing wist onmiddellijk dat de moord op rapper Danzel Silos (Bigidagoe) tot veel onrust zou leiden in Amsterdam-Zuidoost. Hoe gaat zij daarmee om? ‘Bewoners moeten niet denken: ach, die overheid kan het niks schelen.’

Het eerste wat Tanja Jadnanansing, stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Zuidoost, deed nadat de in haar stadsdeel populaire rapper Bigidagoe werd doodgeschoten: een bus laten rondrijden in Holendrecht. Dat is de wijk waar zijn rapgroep Zone 6 volgens de politie een gevaarlijk grote invloed heeft.

‘In die bus kunnen mensen terecht met hun frustraties, bezorgdheid, angst of andere gevoelens’, vertelt ze in haar werkkamer, waar ze terugblikt op de schietpartij eind februari en dieper ingaat op de moeizame strijd tegen de vermenging van rappers en de onderwereld. ‘Ik sta daar zelf, maar ook leden van het team veiligheid van het stadsdeel, jongerenwerkers, straatcoaches. We schenken koffie en praten met mensen.’

Over de auteur
Haro Kraak is verslaggever van de Volkskrant en specialiseert zich in cultureel-maatschappelijke onderwerpen als identiteit, polarisatie en extremisme.  

Ze wist dat de dood van Danzel Silos, zoals de rapper echt heet, veel teweeg zou brengen in haar stadsdeel. Dat de onrust groot zou zijn in Zuidoost. Gelukkig, zegt ze, heeft ze de afgelopen jaren gebouwd aan een infrastructuur voor dit soort crisissituaties.

‘Binnen 48 uur beginnen we een buurtonderzoek’, zegt Jadnanansing (56). ‘We gaan de straat op, de deuren langs. We hebben appgroepen waar bewoners in zitten, vooral moeders. Zo hebben we meteen een barometer in de wijk: wat is er gaande?’

En wat hoorden jullie zoal in die bus?

‘Allereerst: fijn dat jullie er zijn. Het is belangrijk dat de bewoners niet denken: ach, die overheid kan het niks schelen. En dan komen ze met vragen. Veel vragen. Ze willen natuurlijk weten wie er ruzie heeft met wie, waar de dreiging vandaan komt. Sommige dingen kunnen we niet vertellen omdat het onderzoek nog loopt. Daarnaast is er ook gewoon verdriet over Danzel. Veel mensen kenden hem en missen hem.

‘We hopen met zo’n interventie het gevoel weg te nemen dat de burger er alleen voor staat. Dat is namelijk wel wat mensen vaak denken. Een stel bendeleden lijkt de dienst uit te maken in de wijk. De politie, de gemeente en het stadsdeel doen er alles aan om die bendes te onderzoeken, bestrijden en ontwrichten, maar dat komt niet altijd over op de bewoner. Die denkt: ik zit hier in de wijk, mijn kind wordt gechanteerd, er is hier bij de buren een explosief afgegaan. Die ziet niet wat de politie doet. Daarom proberen we zo zichtbaar te zijn en toe te lichten wat we doen.’

In de dagen na de schietpartij op Bigidagoe was de onrust in de stad groot. In één nacht waren er drie explosies in drie stadsdelen – Noord, Oost en Zuidoost, bij woningen die gelinkt konden worden aan de verdachte die vlak daarvoor was opgepakt op het vliegveld van Parijs. War, werd er op de muur gespoten. De burgemeester hoopte dat dit niet het begin was van een ‘explosie van geweld’. De politie hield rekening met een bendeoorlog tussen twee rivaliserende rapgroepen.

De begrafenisstoet van rapper Danzel Silos, artiestennaam Bigidagoe, begin maart in Amsterdam.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Een week later volgde een uitspraak in de ontvoeringszaak waarin Bigidagoe bij leven ook een verdachte was. Zijn vriend, de populaire rapper JoeyAK (echte naam: Joël H.), en zeven andere verdachten kregen celstraffen opgelegd van 2 tot 4 jaar voor hun betrokkenheid. De uitspraak was de voorlopige culminatie van een groot offensief van politie, justitie, gemeente en stadsdeel tegen Zone 6, een groep uit Holendrecht bestaande uit een paar rappers en tientallen andere leden.

Wat was uw eerste reactie op de veroordeling?

‘Als stadsdeelvoorzitter denk ik altijd als eerst: hoe gaan mijn bewoners hiernaar kijken? Wat ik vaak doe is naar de wijk toe fietsen. Om te luisteren wat mensen te zeggen hebben. Op deze vrijdag hadden we toevallig een evenement vanwege Internationale Vrouwendag. Er zaten allemaal moeders in de zaal. En daar praat ik dan mee. Wat doet dit met jullie?

‘De veroordeling was natuurlijk een belangrijke klap in de strijd tegen de invloed van deze bende in die wijk. Die invloed is geen geheim. De politie en overheid proberen die invloed echt te breken.’

In hoeverre lukt dat met zo’n uitspraak?

‘Dat kun je beter aan de politie vragen. De uitspraak valt in ieder geval toe te juichen. Ten eerste heeft het recht gezegevierd. Ten tweede wordt een aantal kopstukken hierdoor van de straat en uit die wijk gehaald.’

Zijn mensen bang om te praten? De ‘no snitch’-cultuur, niet klikken, is sterk.

‘We doen er alles aan om het vertrouwen van mensen te winnen. Dat werkt mondjesmaat. Dat we überhaupt met moeders in appgroepen zitten, was zes jaar geleden ondenkbaar. Daar hebben we echt stappen in gemaakt. We zeggen ook altijd tegen mensen: we kunnen nog zoveel doen, we kunnen tachtig bussen laten rijden en duizenden brieven sturen, maar als u niet wilt praten, dan wordt het ingewikkeld. Een voorbeeld: er worden veel jongeren afgeperst in ons stadsdeel. Een klein deel van hen durft het tegen z’n ouders te vertellen. En nog weer een kleiner deel daarvan praat met ons. Maar dat is wel nodig. Anders kunnen wij weinig doen.’

JoeyAK heeft al twee keer een album uitgebracht vanuit de gevangenis. Zo bouwt hij aan zijn gangsterimago. Vindt u dat frustrerend?

‘Ja, dat is een dilemma voor de politie en voor de overheid. Je zou hopen dat het niet zou kunnen. Maar veel rappers doen het, niet alleen JoeyAK. Het is helaas moeilijk om daartegen op te treden.’

De beschrijving van geweld en het straatleven in rapmuziek hoeft niet problematisch te zijn. Toch voelt iedereen aan dat er een grens wordt overschreden wanneer er werkelijk gewelddadige misdrijven worden gepleegd door die rappers.

‘Precies. Ik sprak net een paar jonge vrouwen die met mij wilden praten over de straatcultuur. Ze zeiden: rap is iets prachtigs, mevrouw, dat is straatjournalistiek, daar zou u goed naar moeten luisteren, want daar zitten boodschappen in. Als je ernaar luistert, weet je wat er speelt op straat. Het wordt natuurlijk ingewikkeld als zo’n tekst vervolgens wordt gebruikt door jongeren om te gaan rellen of om vijanden te bedreigen.’

De begrafenisstoet van de doodgeschoten rapper Danzel Silos.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Wat kunt u daartegen doen?

‘Ik kan als 56-jarige stadsdeelvoorzitter wel zeggen dat jongeren daar niet naar moeten luisteren, maar dat maakt het alleen maar spannender. Ik heb vanmorgen nog gesproken met een paar straatcoaches en beveiligers. Zij zeggen dat we de andere kant van de verhalen uit de onderwereld moeten vertellen. In die rapmuziek wordt een bepaalde levensstijl verheerlijkt. Wat als je de achterkant daarvan laat zien? Wat als je vertelt dat maar 1 procent van de criminelen in weelde leeft en de rest continu om zich heen moet kijken of ze niet worden neergeschoten?

‘Wij gaan dus met dat verhaal naar scholen, buurthuizen en sociale media. We zetten vooral in op de jongens uit groep 7 en 8. We hebben zogenoemde credible messengers, geloofwaardige boodschappers, die dat verhaal vertellen, van wie sommigen een verleden hebben in de criminaliteit, maar besloten hebben niet meer dat pad te bewandelen. Zij kunnen veel beter overbrengen wat de gevolgen zijn van een leven in de criminaliteit.’

Is daarmee op te boksen tegen rappers op sociale media met hun blingbling en dure auto’s? Dat verhaal is toch verleidelijker voor jongens van 12?

‘Die verleiding van de onderwereld is een veelkoppig monster dat ook een veelkoppige aanpak vereist. Dat komt natuurlijk niet alleen van die credible messengers, dat is maar één onderdeel. Het is de strijd die de politie voert tegen de georganiseerde misdaad. Het is de handhaving op straat. Maar het gaat ook om meer kansen voor jongeren in deze wijken, zodat ze niet zo makkelijk geronseld worden om een bestelling af te leveren bij de cokesnuivende types op de Zuidas. Je moet kijken naar de armoede, het onderwijs, werk. Het is en-en-en. Kijk, als het zo makkelijk was, hadden we het al gefikst.’

In de strijd tegen de vermenging van muziek en onderwereld zette burgemeester Femke Halsema onlangs een nieuw middel in: ze legde een online gebiedsverbod op aan een rapper, nadat hij online concrete bedreigingen had geuit tegen leden van een andere rapgroep. Met zo’n verbod kan een mogelijke verspreider van opruiende video’s worden opgepakt en verplicht om de filmpjes te verwijderen.

Het middel is juridisch omstreden. Sharon Dijksma, de burgemeester van Utrecht, legde in 2021 een online gebiedsverbod op aan een jongen die een oproep had geplaatst om in opstand te komen tegen het coronabeleid en het vuurwerkverbod. De rechter besloot later dat dit onrechtmatig was en dat de vrijheid van meningsuiting niet mocht worden ingeperkt.

Wat vindt u van dit middel?

‘Ik sta er positief tegenover, maar het is de vraag hoe de rechter erover denkt. Het is dus juridisch interessant wat er gaat gebeuren. Het is belangrijk dat we jurisprudentie hierover krijgen, zodat we weten: wat mag wel en wat mag niet? We moeten de regelgeving naar 2024 brengen. Nu lopen we achter de feiten aan. Die kinderen zitten online. Op sociale media gebeurt er van alles – kinderen zien een oproep om te gaan rellen, kijken naar heftige beelden van geweld of zitten in zogenoemde exposegroepen, waarin meisjes worden geslutshamed en geïntimideerd – en het is moeilijk er toezicht op te houden. Daar moeten we een antwoord op formuleren.’