Direct naar artikelinhoud
Analyse

Onder druk van boeren sneuvelt de ene na de andere groene ambitie van de EU

Na Europabrede boerenprotesten is de Europese groene revolutie tot stilstand gekomen en deels zelfs teruggedraaid. De gevolgen voor klimaat en milieu zijn aanzienlijk, en het einde van de contrarevolutie is nog lang niet in zicht.

Koeien tussen dode eikenbomen in Natura 2000 gebied Brabantse Wal. De bomen zijn afgestorven door te veel stikstof.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De ene na de andere duurzaamheidsmaatregel daalde de afgelopen jaren neer uit Brussel. Onder de noemer van de Green Deal predikte de Europese Unie een groene revolutie. Verzet was er wel, maar Europa zette moedig voort. Dit was immers nodig voor een schone toekomst. Totdat boeren door heel Europa in opstand kwamen. Sinds de trekkerdemonstraties van begin dit jaar wordt de ene na de andere maatregel ingetrokken of verwaterd. Wat is er allemaal aangepast, en wat zullen de gevolgen zijn?

Subsidies minder groen

Europese landbouwministers hebben dinsdag ingestemd met een Commissievoorstel om de groene ambities van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) te temperen. Boeren die in aanmerking willen komen voor EU-subsidies moeten zich houden aan negen basisvereisten voor een milieuvriendelijke landbouwpraktijk. Onder meer verplichtingen voor bodembedekking en gewasrotatie, om respectievelijk uitspoeling van meststoffen en bodemziektes te voorkomen, zijn afgezwakt. Het voorschrift om een deel van het bouwland braak te laten liggen is vrijwillig gemaakt.

Verder krijgen lidstaten veel meer ruimte om uitzonderingen te maken. Hun strategische plannen, waarin ze duidelijk maken hoe ze de Europese richtlijnen toepassen, mogen ze voortaan niet een maar twee keer per jaar wijzigen. Daarbij vervalt de plicht om te checken of de nieuwe plannen stroken met de meest recente Europese milieuwetgeving.

Over de auteur
Maarten Albers is economieverslaggever van de Volkskrant. Hij schrijft onder meer over landbouw en de voedingsindustrie.

Ten slotte worden kleine boerderijen met minder dan 10 hectare vrijgesteld van controles en boetes op niet-naleving van alle negen basisvereisten. Dit betreft 65 procent van alle ontvangers van subsidie (in Nederland 23 procent), maar slechts 10 procent van alle landbouwgrond. De negatieve effecten op het milieu vallen daarom mee, stelt de Commissie.

Of dat zo is, en in hoeverre het ook geldt voor het hele pakket, is nog maar de vraag. De Commissie heeft het voorstel met stoom en kokend water opgesteld en bij hoge uitzondering geen effectbeoordeling uitgevoerd. Wat de gevolgen zullen zijn voor mens en natuur is dus nog onduidelijk. Duitsland zou tijdens de vergadering zorgen hebben geuit over de milieu-impact van de versoepelingen, en onthield zich uiteindelijk als enige land van stemming.

Geen halvering pesticiden

In het heetst van de Europabrede boerenprotesten, begin februari, schrapte de Commissie al de ambitie om het pesticidengebruik in de landbouw in 2030 te halveren. Daarmee gaf ze overigens weinig weg; het voorstel was al weggestemd door het parlement en kreeg ook niet genoeg steun van de lidstaten.

Pesticiden doden niet alleen het onkruid waartegen ze worden ingezet. Ook het bodemleven en insecten zoals bijen gaan eraan ten onder. Pesticiden kunnen bovendien in het drinkwater terechtkomen. Volgens sommige wetenschappers leiden de middelen tot ziektes als parkinson en kanker, hoewel sluitend bewijs daarvoor ontbreekt.

Geen klimaatbijdrage van de landbouw

Op dezelfde dag in februari presenteerde de Commissie haar nieuwe klimaatdoel voor 2040: 90 procent minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990. De landbouw is goed voor zo’n 10 procent van alle uitstoot van broeikasgassen, maar werd in het nieuwe klimaatdoel volledig ontzien. In de ontwerpaanbeveling van de Commissie stond nog dat de landbouwuitstoot in 2040 met 30 procent moest zijn afgenomen ten opzichte van 2015, in de definitieve versie was zelfs dat weinig ambitieuze doel geschrapt.

De uitstoot van broeikasgassen door de Europese landbouw is sinds 2010 grofweg gelijk gebleven. Nieuwe klimaatdoelen en -beleid lijken dus onontbeerlijk om die trend in de komende jaren om te buigen. Zonder bijdrage van de landbouw is het doel van 90 procent reductie in 2040 nagenoeg onhaalbaar.

Koeien tellen niet mee voor vervuilende emissies

Deze maand volgde een stemming in het Europees Parlement over aanpassing van de richtlijn voor de uitstoot van vervuilende stoffen door grote bedrijven. De Commissie en het parlement hadden eerder afgesproken dat de richtlijn voor meer kippen- en varkenshouders zou gaan gelden, en voor het eerst ook voor rundveehouders. In totaal zouden de 13 procent grootste veehouderijen in de EU onder de richtlijn vallen, goed voor 60 procent van de ammoniakuitstoot in de landbouw en 43 procent van de methaanuitstoot.

Rechtse Europarlementariërs wisten echter op het laatste moment deze deal te verwateren. Onder de nieuwe richtlijn vallen nu iets meer kippen- en varkenshouders dan voorheen, maar rundveehouders blijven voorlopig buiten schot.

Natuurherstelwet hangt aan zijden draadje

Als klap op de vuurpijl strandt de door boeren zo gevreesde natuurherstelwet vermoedelijk net voor de eindstreep. De laatste stemming door de lidstaten, die eigenlijk gepland stond voor afgelopen maandag, is op het laatste moment uitgesteld. EU-voorzitter België waagt nog een laatste poging om de wet te redden.

De huidige Europese natuurwetgeving schrijft alleen voor dat natuur niet mag verslechteren. Met de natuurherstelwet zouden lidstaten zich ook moeten inspannen om natuur die in slechte staat verkeert te herstellen, en zijn daar deadlines aan verbonden. Een flinke uitdaging dus, zeker voor een land als Nederland, dat al niet voldoet aan de huidige natuurwetgeving. Toch blijkt uit berekeningen dat de maatschappelijke baten voor Nederland, zoals klimaatwinst en meer voedselzekerheid, aanzienlijk hoger zijn dan de lasten.

En verder?

Het einde van de versoepelingen en terugtrekkende bewegingen van de EU is nog niet in zicht. Maandag pleitte een groep lidstaten onder leiding van Oostenrijk voor versoepeling van de Europese anti-ontbossingswet omdat die problematisch zou zijn voor boeren. In Brussel is bovendien sinds januari een ‘strategische dialoog’ gaande over de toekomst van de landbouw, een soort Landbouwakkoord op Europees niveau.

Ondertussen blijven de verkiezingen voor het Europees Parlement van juni als een donkere wolk boven het overige duurzaamheidsbeleid hangen. Peilingen voorspellen winst voor radicaal-rechtse partijen, die meeliften op de boerenprotesten en elke mogelijkheid aangrijpen om de Green Deal verder af te breken. Ook de centrum-rechtse Europese Volkspartij werpt zich op als beschermheer van het platteland. Krijgen die partijen na de verkiezingen een stevigere vinger in de pap, dan zijn de protestboeren voor de komende vijf jaar verzekerd van een luisterend oor in Brussel.