Direct naar artikelinhoud
Analyse

Kan het stikstofbeleid naar wens van de BBB in de ijskast worden gezet?

Naar aanleiding van de grote verkiezingsoverwinning van BBB willen CDA en VVD het stikstofbeleid aanpassen. Gezien de BBB-agenda kan dit alleen maar een afschaling van het tempo en/of de reductiedoelen betekenen. Maar wat is daarvoor de wettelijke ruimte?

Boer rijdt mest uit, waarbij ammoniak (stikstof) vrijkomt. CDA en VVD willen het stikstofbeleid aanpassen na de verkiezingsoverwinning van de BBB.Beeld Arie Kievit

Het CDA is door paniek bevangen na het pak slaag dat de partij woensdag van de kiezer kreeg. Partijleider Wopke Hoekstra wil dat het kabinet een ‘koerswijziging op grote dossiers’ inzet, omdat de electorale afstraffing niet ‘consequentieloos’ kan blijven.

Ook VVD-leider Mark Rutte geeft te kennen dat de verkiezingsuitslag wat hem betreft het kabinetsbeleid zal beïnvloeden. De premier had het vrijdag over een ’schreeuw van het land die in het kabinet gehoord moet worden’. ‘De uitslag gaat dus, dat kan niet anders, een rol spelen in het beleid. Die gaat impact hebben.’

BBB is in alle provincies de grootste geworden en neemt het voortouw in de formatiebesprekingen. Veel provinciale VVD’ers en CDA’ers waren voor de verkiezingen al kritisch over de stikstofplannen waar de handtekening van hun landelijke leiders onder staat. Voor hen is het aanlokkelijk een onversneden rechtse coalitie te vormen die op ruimtelijke ordening en milieu (de beleidsterreinen waar de provincie over gaat) geen concessies hoeft te doen aan linkse coalitiepartners.

‘Te weinig beweegruimte’

Provinciebesturen met BBB als grootste coalitiepartner zullen niet meewerken aan de uitvoering van het huidige stikstofbeleid. BBB presenteert zich naar buiten toe als redelijke partij die tot compromissen bereid is. Maar de stikstofstandpunten die de partij uitdraagt zijn zo extreem, dat de BBB niet al te veel richting het kabinet kan opschuiven zonder haar geloofwaardigheid te verliezen.

In een gezamenlijk ‘tienpuntenplan stikstof’ schrijven BBB en JA21 dat de Wet Natuurbescherming op de schop moet. Die wet verplicht de Nederlandse overheid bedreigde natuur adequaat te beschermen. BBB en JA21 vinden dat de wet te streng is en ‘te weinig beweegruimte’ biedt voor boeren en andere economische activiteiten.

Ook willen BBB en JA21 dat de maximumnorm voor stikstofneerslag op natuur (Kritische Depositiewaarde, KDW) uit de wet verdwijnt. Het huidige kabinetsbeleid is volledig op die norm gebaseerd. 74 procent van de natuurgebieden moet in 2035 onder de KDW zitten. In het regeerakkoord is bovendien afgesproken dat het doeljaar wordt vervroegd naar 2030.

Enige toetssteen voor de rechter

BBB is uiteraard tegen die voorgenomen versnelling, maar eigenlijk überhaupt tegen stikstofbeleid. Citaat uit het verkiezingsprogramma: ‘Alle stikstofmaatregelen gaan van tafel en er komen geen nieuwe maatregelen.’ De oproep om de KDW te laten vallen roept vraagtekens op, want die kan gek genoeg nadelig uitpakken voor boeren. Milieuactivist Johan Vollenbroek heeft gezegd dat het kabinet hem geen groter plezier kan doen dan de KDW uit de wet te schrappen.

De KDW is op dit moment namelijk de juridische basis voor het verlenen van vergunningen aan boeren en bouwondernemers. De rechter heeft een toetssteen nodig om te beoordelen of een nieuwe activiteit de natuur schade berokkent. De enige wetenschappelijke toetssteen is op dit moment de stikstofneerslag. Zonder KDW komt de vergunningverlening op de tocht te staan, want dan is niet meer te ‘bewijzen’ dat de natuur geen schade lijdt.

Dat BBB van de KDW af wil, is desondanks goed te verklaren. De veehouderij is de grootste producent van stikstofneerslag op natuurgebieden. Door stikstof te schrappen als wettelijke graadmeter voor het behalen van natuurdoelen, hoopt BBB de noodzaak voor krimp van de veestapel weg te nemen.

Beukenbossen op omvallen

Wat ook vreemd lijkt, is dat BBB, JA21 en LTO in hun beleidsvoorstellen pleiten voor meer metingen in natuurgebieden en meer onderzoek naar de staat van de natuur. De kans is groot dat die extra metingen en onderzoeken zullen aantonen dat de natuur er slechter bij ligt dan het kabinet aanneemt. Uit onderzoek dat al gedaan is, blijkt immers dat beukenbossen letterlijk op omvallen staan en dat de biodiversiteit in Nederland razendsnel afneemt.

Maar extra onderzoek en metingen kosten tijd en tijdens de bijbehorende, ingelaste ‘beleidspauze’ kan de landbouw weer even op de oude voet voort. Bovendien komt er van uitstel nogal eens afstel. Dus als Hoekstra en Rutte de boerenpartij écht willen paaien, moeten ze op zijn minst de stikstofreductiedoelen op de lange baan schuiven.

Om D66 aan boord te houden zullen ze een formeel besluit daartoe echter vermijden. Terugkomen op de coalitieafspraak om het doeljaar te vervroegen van 2035 naar 2030 is lastig te verkopen aan Sigrid Kaag en partijgenoten. Hoewel: CDA, VVD en ChristenUnie hoeven dat niet te verkopen, want feitelijk hebben ze die concessie al binnengehaald.

IJkmomenten

D66 is er immers mee akkoord gegaan dat er twee ‘ijkmomenten’ in de wet worden opgenomen. In 2025 en 2028 gaat het kabinet ‘heroverwegen’ of het stikstofreductiedoel voor 2030 nog haalbaar is. D66 interpreteert dat als waarborg dat er in 2025 extra stikstofmaatregelen komen als het niet snel genoeg gaat met de ammoniakreductie. De andere drie partijen zeggen: als de doelen onhaalbaar blijken, kunnen we over twee jaar alsnog tot vijf jaar (of nog meer) uitstel besluiten.

Traineren is in Den Haag een beproefde methode om politieke onenigheid te verbloemen. De provincies moeten op 1 juli gedetailleerde stikstofplannen inleveren bij stikstofminister Christianne van der Wal. Een aantal heeft al aangekondigd dat ze die deadline niet gaan halen. Als het kabinet soepel wil zijn, ligt uitstel voor de hand.

Van der Wal heeft aangekondigd dat er voor eind november voldoende aanmeldingen moeten zijn voor de uitkoopregeling voor piekbelasters. Zo niet, dan zal het kabinet per 2024 ‘dwingend instrumentarium’ toepassen om de medewerking van boeren af te dwingen. Ook die soep zal wel niet zo heet gegeten worden. Achter de schermen distantieerden CDA, VVD en ChristenUnie zich al voor de Statenverkiezingen van eventuele dwangmaatregelen. Die weerzin zal er niet minder op zijn geworden.

Rommelende overheden

De ideale politieke uitweg is een extra onderzoek uitzetten, een nieuwe adviescommissie instellen of ‘eenmalig’ deadlines verschuiven. D66 kan dan volhouden dat het beleid wordt uitgevoerd als gepland. De andere drie coalitiepartners krijgen ondertussen wat ze willen: uitstel van pijnlijke maatregelen tot na de Tweede Kamerverkiezingen van 2025.

En de rechter dan? De rechtbanken zetten toch het land op slot als het kabinet geen serieus stikstofbeleid voert? Ja, maar een overheid staat in zekere zin boven de wet als die overheid willens en wetens rechterlijke uitspraken negeert. De Zwolse rechtbank heeft de provincie Overijssel opgedragen boeren zonder natuurvergunning dwangsommen op te leggen, maar Overijssel weigert dat tot dusver gewoon.

Met de wettelijk vereiste stikstofberekeningen voor bouwprojecten kan gesjoemeld worden. De Rijksoverheid deed dat al met de berekeningen voor vliegveld Lelystad. Dit kwam alleen aan het licht dankzij een oplettende burger, een ingenieur, die onder een van de beoogde aanvliegroutes woont. Maar vliegveld Lelystad is een groot project met veel potentiële gehinderden. Het is voor omwonenden en milieuactivisten ondoenlijk om alle stikstofberekeningen bij alle vergunningaanvragen voor woning- en stallenbouw na te rekenen. Gemeenten en provincies die bestuurd worden door BBB’ers kunnen op dit punt gemakkelijk een oogje toeknijpen zonder daarvoor te worden afgestraft. Ze krijgen hoogstens een rechtszaak aan hun broek.

En ook dat heeft vaak weinig gevolgen. Het Nederlandse bestuursrecht is slecht in staat rommelende overheden tot de orde te roepen. Bestuursrechters kunnen vergunningen die gemeenten en provincies ten onrechte hebben afgegeven weliswaar vernietigen, maar die provincie of gemeente kan diezelfde vergunning dan doodleuk opnieuw verstrekken met een andere motivering. Dat gebeurt ook, soms tot vier keer aan toe. Rechtszaken, inclusief bezwaar en beroep, duren vaak jaren. Advocaten van milieuorganisaties moeten soms tien tot vijftien jaar procederen over één boerenstal om hun definitieve gelijk te halen.

De Europese Unie kan Nederland sancties opleggen voor het schenden van de Europese natuurbeschermingswet, maar de ervaring leert dat lidstaten het héél bont moeten maken voordat de EU echt zijn tanden laat zien.