Direct naar artikelinhoud
Reconstructie

Het kanaal is lek maar de provincie Overijssel wil het niet weten

Gestutte huizen langs de Vriezenveenseweg in Vroomshoop.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Als de provincie Overijssel in 2011 begint aan het verbreden van het Kanaal Almelo-De Haandrik is dat de opmaat tot een catastrofe: in enkele jaren tijd ontstaat schade aan 430 huizen langs het kanaal. Maar volgens onderzoek is er geen duidelijk verband. De inwoners zijn verbijsterd.

Toen Arjan Otter in 2006 neerstreek aan de Schoolstraat in Geerdijk dacht hij zijn droomhuis te hebben gevonden. Een vrijstaande woning met uitzicht voor en achter. Vijf slaapkamers, een joekel van een tuin achter het huis, een oprit met garage. ‘Hier wilde ik wel oud worden.’

Vijftien jaar later is Otters droomhuis veranderd in een spookhuis. Vloeren verzakken, deuren sluiten niet meer, bij de schuifpui zit een spleet van twee vingers dik waar de wind doorheen waait, overal zitten scheuren in de muren en plafonds. ‘Je moet je best doen om een muur te vinden waar géén scheur in zit’, grijnst Otter (53) cynisch.

Naar de boosdoener hoeft hij niet ver te zoeken, zegt Otter, wijzend naar het koffiebruine water dat voorbij zijn voordeur stroomt. ‘Het kanaal heeft mijn huis naar de kloten geholpen.’

Schoolstraat 67 staat aan kanaal Almelo-De Haandrik, een 34 kilometer lange vaarverbinding tussen Almelo en Coevorden die als een streep door het Twentse landschap loopt. Tussen 2011 en 2016 werd het kanaal verbreed. Sindsdien regent het klachten van kanaalbewoners, vooral rond Vroomshoop en Geerdijk. Inmiddels zijn er 430 huizen met schade. 

Het kan niet anders of daar zit een samenhang tussen, zegt Otter. ‘Als alleen mijn huis was beschadigd, dan kan het nog aan het huis liggen. Als het er een paar honderd zijn, dan moet het wel door het kanaal komen.’ Maar na jaren van frustratie luidt in mei 2020 de conclusie van een onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de provincie Overijssel: de oorzaak van de schade is niet eenduidig, slechts een deel is te verklaren door de werkzaamheden.  

Hier klopt iets niet, denkt Stefan van Baars (52), emeritus hoogleraar grondmechanica en funderingstechniek, als hij over het rapport hoort. Hij besluit zelf op onderzoek uit te gaan, rijdt in december 2020 van zijn zelfgebouwde huis in Zuid-Frankrijk naar Vroomshoop en belt onaangekondigd aan. Binnen vier maanden schrijft hij drie vlammende rapporten. En dan komt de zaak toch in beweging.  

Het kanaal is lek maar de provincie Overijssel wil het niet weten

Keukenvloer verzakt, muren beschimmeld

Rij van Daarlerveen vier kilometer naar het noorden en je ziet op tal van plekken huizen en bedrijfspanden die met steigerpijpen en houten balken worden gestut. Overal waar je aanbelt, klagen bewoners: de een heeft water in de kelder, de ander scheuren in de muren. Sommigen hebben alles tegelijk. Groningse toestanden aan een Overijssels kanaal, hoor je ze hier zeggen.

Het witte huisje van Hans en Marianne Potgieter aan de Vriezeveenseweg in Vroomshoop staat helemaal in de steigers; zowel de voor- als de zijgevel wordt gesteund met zware houten balken. Anders zakt de boel helemaal weg, zegt Marianne.

Binnen laat ze zien hoe de keukenvloer is verzakt. ‘Er zit gewoon een kuil in.’ Muren zijn beschimmeld en vertonen barsten. Marianne wijst naar het pad voor het huis. ‘Dat is al twee keer opgehoogd. De riolering is vernieuwd; die was ook verzakt.’

Kanaal Almelo-De Haandrik wordt halverwege de 19de eeuw gegraven om turf uit de veengebieden per schip af te voeren. In de loop der tijd is het een paar keer verbreed en verdiept om grotere schepen de ruimte te geven. Begin deze eeuw is het weer zover: het kanaal moet geschikt worden gemaakt voor schepen van 700 ton.

De opdracht gaat naar Heuvelman Ibis, een baggeraar uit Delfzijl die de klus voor 1,8 miljoen euro belooft te klaren, veel minder dan concurrerende partijen rekenen. In 2011 kan het werk beginnen. Maar al vanaf de start gaat er van alles mis.

De gemeenten waar het kanaal doorheen stroomt, zijn pijlsnel met hun vergunningen. Twenterand, waar Vroomshoop onder valt, geeft de eerste vergunning af binnen zestien werkdagen af en de tweede in drie werkdagen, blijkt uit documenten die door bewoners zijn opgevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). Er wordt niet of nauwelijks getoetst wat de gevolgen zijn voor de omgeving.

Keukenvloer verzakt, muren beschimmeld
Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Klapankers en een beschadigde sliblaag

Hoewel het kanaal uitgediept zou worden tot schepen van 700 ton, blijkt uit documenten dat er op plekken tot 1000 ton is opgewaardeerd. In een vergunningsaanvraag sprak adviesbureau Royal Haskoning over twee soorten verankering voor de damwanden: groutankers en schroefankers. Uiteindelijk worden klapankers geplaatst. Dat gaat met veel geweld gepaard, met risico op verzakte wegen en funderingen.

Rond 2013 beginnen de klachten zich op te stapelen. Kelders staan blank, vloeren trekken krom, schimmel groeit op de muren. Soms knapt een gasleiding. Aanvankelijk hadden ze het niet eens zo in de gaten, zegt Marianne Potgieter: een scheurtje in een oud huis, wie kijkt daarvan op? ‘Maar het werd erger en erger.’

In opdracht van de provincie doet Royal Haskoning een analyse van wateroverlast in Daarlerveen. Daaruit blijkt dat op plekken waar dieper is gebaggerd, het water aan de zijkant van het kanaal omhoog komt. Volgens de onderzoekers is de waterdichte sliblaag onder het kanaal mogelijk beschadigd waardoor het water weglekt. De lekken worden gedicht met betoniet klei.

In januari 2014 neemt Arcadis 220 bodemmonsters, verspreid over het kanaal, waaruit af te leiden is hoe weinig slib er nog is. Dan wordt in december 2015 een nieuw lek ontdekt bij Geerdijk, vermoedelijk veroorzaakt door de aanleg van een zinker, een buis voor kabels. In januari wordt het gat gedicht. Twee maanden later zijn alle werkzaamheden aan het kanaal afgerond. De binnenvaart is er blij mee, de vracht verdubbelt in de jaren daarna.

Klapankers en een beschadigde sliblaag
Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

Het explosieve rapport

Maar de klachten van bewoners blijven komen. Uit vijf huizen zijn mensen al verhuisd. Bij drie staan er noodcontainers in de tuin. Twee gezinnen zijn uit huis geplaatst omdat het pand onbewoonbaar is verklaard. Boven op de schade komt psychisch leed.

Daar loopt men in deze regio niet mee te koop, zegt Harry Broekhuizen, voorzitter van de stichting Kant nog Wal (de spelfout is opzettelijk, want aan het kanaal is ‘ook van alles mis’). ‘De mensen hier zijn binnenvetters. Dit zijn trotse, stugge, noeste arbeiders. Die zoeken niet snel de publiciteit.’

Zijn stichting, die voor de gedupeerde bewoners opkomt, maakt in 2020 een boekje over de problemen onder omwonenden. Ze rapporteren depressies, lichamelijke klachten door stress, maken zich zorgen of hun huis ooit nog verkocht kan worden. Er zijn spanningen binnen het gezin, mensen zien pensioenen in rook opgaan. Een aantal gedupeerden krijgt psychische hulp van de gemeente.

In reactie op de klachten laat de provincie de onderzoeksinstituten TNO en Deltares onderzoek doen. Kosten: 534 duizend euro. Daarbovenop komt 75 duizend euro voor de adviescommissie die op basis van het onderzoek aanbevelingen doet. In mei 2020 komen de resultaten naar buiten, en die maken de bewoners woedend. 

Het intrillen van damwanden en klapankers overschreed soms de normen, maar dat zou slechts een klein deel van de schade verklaren. Door het verschuiven van de damwanden was water gelekt, maar de gevolgen zijn onduidelijk. Het baggeren zou niet tot verhoogd grondwater hebben geleid. 

Zand spoelt niet weg onder de huizen, volgens het onderzoek, maar verdwijnt mogelijk door oxidatie van veen; de grond onder de huizen klinkt in. In veel gevallen zou schade zijn terug te leiden tot verbouwingen van de bewoners. Bovendien: aan het kanaal staan de oudste huizen van de regio, wellicht ligt het daaraan. 

Een adviescommissie die voor de provincie het onderzoek begeleidt, concludeert in mei 2020: ‘In nagenoeg alle panden is sprake van scheuren die niet kunnen worden gerelateerd aan effecten vanuit de ondergrond en daarmee niet aan de werkzaamheden in en rond het kanaal.’ 

Het tegengeluid: het kanaal is lek

Als Stefan van Baars dat leest, valt hij bijna van zijn stoel. Drie jaar eerder ging hij met emeritaat als hoogleraar in Luxemburg. Hij leeft nu in zijn eentje van zijn spaargeld in Zuid-Frankrijk, zodat hij alle tijd heeft om naar eigen inzicht op misstanden af te gaan. Zoals hij dat al deed toen in 2003 de dijk bezweek bij Wilnis en hij gelijk kreeg over de oorzaak: door droogte was het veen lichter geworden en gaan schuiven. 

Vanaf december 2020 bezoekt Van Baars getroffen huizen aan het kanaal en schrijft drie rapporten over de kwestie waarin hij met een andere oorzaak op de proppen komt dan alle onderzoekers tot dan toe: het kanaal is lek.

Door het baggeren is de bodemlaag beschadigd en is piping ontstaan, zegt Van Baars: ondergrondse waterstromen die onder de huizen doorlopen en zand meevoeren. Een bekend fenomeen bij dijkbeheerders. Het zou hier niet gaan om ‘klassieke piping’, waarbij zand bovengronds wordt afgezet met zandwellen, maar om piping die het fijne zand meeneemt naar een diepere, grove zandlaag. 

Deltares zegt de klassieke vorm van piping wel onderzocht te hebben, maar heeft daar geen aanwijzingen voor gevonden. Omdat het niet als potentiële oorzaak werd gezien, is het niet benoemd in het rapport. ‘Met de kennis van nu’, zegt emeritus hoogleraar Frits van Tol, reviewer van het onderzoek, ‘was het misschien goed geweest om dat wel te vermelden.’ 

Andere vormen van piping vindt Van Tol nog steeds niet aannemelijk, ook niet na lezing van de rapporten van Van Baars. Van Tol verwijst naar een onderzoek uit 1977 van het Centrum Onderzoek Waterkeringen waaruit blijkt dat zulke atypische piping, ook wel interne erosie, bijna niet voorkomt in de Nederlandse zandsoorten. 

Maar volgens Van Baars is er geen andere verklaring mogelijk en wordt dit onderzoek er achteraf bijgehaald om het gebrekkige Deltares-rapport te verdedigen. De suggestie dat zand weg is door inklinkend veen kan niet kloppen, zegt hij. Langs het kanaal zit weinig veen; de huizen met de meeste schade staan niet op veen. Bovendien zijn de klachten ontstaan na de werkzaamheden terwijl het oxideren van veen jarenlang duurt. Wel heel toevallig als die problemen juist nu ontstonden.

Het tegengeluid: het kanaal is lek
Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

De rol van de provincie Overijssel

De samenstelling van de commissie is volgens Van Baars ondermaats. Er zat wel een trillingsexpert in, maar geen pipingdeskundige. De voorzitter is een advocaat gespecialiseerd in overheidschaderecht. ‘Waarom laat je een jurist advies geven over een technisch onderzoek?’ De aanbevelingen stroken bovendien op punten niet met het onderzoek. Deltares heeft daar niets van gezegd. ‘Dat is niet onze rol’, zegt Van Tol. ‘De adviescommissie moet een eigen oordeel vormen.’ 

De opeenstapeling van fouten en problemen heeft volgens Van Baars nog een andere oorzaak: de provincie heeft in deze kwestie te veel petten op. ‘Eerst is de provincie verantwoordelijk voor het ontwerp en de goedkeuring. Dan voor de handhaving en de toetsing. Als het is misgegaan laat de provincie een onderzoek uitvoeren. Tot slot bepaalt de provincie ook de hoogte van de schadevergoeding en wie ervoor in aanmerking komt. Dat kán niet.’

Hier toont zich hetzelfde patroon als bij de schade door de aardgaswinning in Groningen, zegt de emeritus hoogleraar: burgers die in het nauw komen door de overheid. ‘Er is iets fundamenteel mis in Nederland. Overal is de deskundigheid wegbezuinigd en komen er managers voor terug. Om projecten te realiseren gaat de overheid publiek-private samenwerkingen aan, waarbij de aansprakelijkheid wordt afgeschoven op bedrijven. Een instituut als Deltares kan vervolgens zonder tegenspraak onvolledige conclusies trekken. En een rechter zal altijd Deltares geloven, dus een zaak aanspannen heeft nauwelijks zin. Toon als burger maar eens aan dat je schade hebt door de overheid.’

De rapporten van Van Baars hebben de zaak in beweging gebracht. Op de dag dat hij de laatste zinnen schreef aan zijn derde rapport, kreeg hij een verzoek: de provincie laat een nieuw aanvullend onderzoek door Deltares uitvoeren, specifiek gericht op piping, en Van Baars mag het begeleiden. Ook kan hij experts voordragen. Nog deze zomer moet het nieuwe rapport uitkomen. 

Onrust bij bewoners: lage schadevergoedingen

Onder de bewoners groeit intussen de onrust. De laatste tijd heeft de provincie taxateurs de schade op laten nemen. Bij de familie Potgieter is die getaxeerd op 50 duizend euro. Niet eens genoeg om alle gaten en scheuren te dichten, sneert Marianne. ‘En wat heb je daaraan als de oorzaak niet wordt aangepakt? Dan zijn die scheuren over een paar jaar weer terug.’

Bij huizen waar de werkzaamheden de schade hebben veroorzaakt, volgens het eerste onderzoek, krijgen bewoners een schadevergoeding. Voor alle andere huizen met schade is een subsidieregeling opgesteld om de panden ‘deugdelijk te herstellen’, zegt gedeputeerde Bert Boerman. Hij verzekert dat alle schade wordt vergoed als het nieuwe onderzoek de provincie geheel aansprakelijk stelt. In extreme gevallen zal de provincie huizen opkopen, dat is nu twee keer gebeurd.

‘De eerste schaderapporten laten een spoor van paniek, stress en ontreddering achter’, zegt Broekhuizen van Kant nog Wal. ‘Dit zijn mensen die normaal gesproken trouw zijn aan de overheid. Daar is niet veel meer van over.’ Vorige week besloot de provincie een second opinion op een deel van de taxaties te laten uitvoeren. ‘We waren zelf ook verbaasd over de lage bedragen en willen dat de rust terugkeert’, zegt Boerman. Hij belooft dat schade die in de tussentijd toeneemt ook vergoed wordt. 

Bij Arjan Otter zijn de experts ook geweest. Zijn schade werd getaxeerd op 90 duizend euro. Een lachertje, zegt Otter die zelf in de bouw zit. ‘Ik heb er een aannemer bij gehaald. Dit valt niet te herstellen, zei hij. Dit huis is rijp voor de puinbak.’ Otter is inmiddels verhuisd naar een tijdelijke woning. Maar hij is niet van plan het hierbij te laten. ‘Toen ik dit huis in 2006 kocht was er niks aan de hand. Ik moet wel doorvechten, actievoeren. Desnoods bezet ik de brug.’