Direct naar artikelinhoud
NieuwsMisdaad

Hoofdverdachte in zaak ‘martelcontainer’ toont zichzelf in promotievideo als aandoenlijke baby

Met het filmpje Wie is Robin? toonde verdachte Robin van O. vrijdag in de ‘martelcontainer-zaak’ dat hij heus geen meedogenloze crimineel is. 

Robin van O. (middelste rij, tweede van rechts) met medeverdachten op een rechtbanktekening.Beeld ANP

Op alle beeldschermen in de ‘Bunker’ – de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam Osdorp – verschijnt vrijdagmiddag de foto van een slapende baby in een bedje. Die aandoenlijke baby is een van de twee hoofdverdachten in de strafzaak over de zeven ‘martelcontainers’ die dit voorjaar zijn ontdekt in loodsen in Wouwse Plantage en Rotterdam.

De baby, de inmiddels 40-jarige Robin van O., staat terecht omdat hij wordt gezien als leider van de groep verdachten die de zeecontainers ombouwden tot zes geluiddichte cellen en een martelkamer waarin handboeien, vingerklemmen, scalpels, klauwhamers, tiewraps, een tandartsstoel, een gasbrander en gestolen politie-uniformen zijn gevonden.

Met het filmpje Wie is Robin? wil verdachte Van O. de rechtbank en het publiek laten zien dat hij niet de gewetenloze misdadiger is waar het Openbaar Ministerie hem voor houdt. Gedurende tien minuten verschijnen kinderfoto’s, begeleid door muziek en een commentaarstem. Van O. was ‘een creatief, tekenend kind’ en (bij een foto van de jonge Van O. in zwembroek) ‘een groot zwemtalent’. De hbo-student grafische vormgeving combineerde zijn sporthobby met zijn marketingkennis in een succesvol fitnessconcept. Totdat, zegt de stem, er ineens aanslagen op zijn fitnessbedrijf werden gepleegd en ‘criminelen met desinformatie het Openbaar Ministerie op het verkeerde been zetten’.

‘Ik geef direct toe: het is een beetje Amerikaans’, zegt Van O.’s advocaat Sanne Schuurman over de promotievideo. Het tien minuten durende filmpje is volgens hem bedoeld als tegenwicht tegen de negatieve publiciteit over zijn cliënt, en de ‘karaktermoord’ die op Robin van O. zou worden gepleegd.

Tien verdachten

Vrijdag was de tweede pro-formazitting in de martelcontainerzaak, die officieel Douglasville heet. De zaak is inmiddels uitgebreid van zes naar tien verdachten. Na de vorige pro-formazitting in september werd hoofdverdachte Roger P., alias ‘Piet Costa’, aangehouden omdat hij de opdrachtgever zou zijn voor het ombouwen van de zeecontainers. In ontsleutelde EncroChat-berichten noemt P. die containers de ‘ebi’, verwijzend naar de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. Een gevangenis dus, voor de onderwereld. Volgens de aanklager wilde P. er rivalen in (laten) mishandelen. In een chatbericht zou P. zelf hebben geschreven: ‘Ik hoop dat ik de kans krijg om ze te martelen.’ P. zat tijdens zijn aanhouding in oktober al vast voor een cocaïnezaak.

Volgens het Openbaar Ministerie blijkt uit het rechercheonderzoek dat de verdachten behalve de twee ontdekte loodsen in Wouwse Plantage en Rotterdam nog een derde loods moeten hebben, of tot doel moeten hebben gehad, ‘maar deze is helaas nog niet gevonden’.

Advocaat Schuurman betoogt dat het hacken van het encryptie-communicatiemiddel EncroChat door de Franse politie en het delen van de ontsleutelde chats, beelden, wachtwoorden en contactlijsten met de Nederlandse politie onrechtmatig zijn. Hij beroept zich daarbij op een uitspraak van het Europees Hof in oktober, dat stelt dat het vergaren van privégegevens op deze manier alleen mag als de staatsveiligheid in het geding is, en in sommige uitzonderingsgevallen.

Het is volgens Schuurman maar zeer de vraag of Nederland wel aan de criteria van uitzondering voldoet. Hij verzocht vrijdag daarom om de machtiging van de rechter-commissaris voor toestemming tot inzage in alle encrochat-gegevens, plus alle onderliggende processen-verbaal en alle stukken met betrekking tot de samenwerkingsovereenkomst tussen de Franse en de Nederlandse recherche.

Volgens de aanklager zou Schuurman de uitspraak van het Europees Hof ‘een bom onder dit proces’ hebben genoemd. ‘Wij noemen het echter een losse flodder.’

Het proces Douglasville naar de martelcontainers begint vermoedelijk volgend voorjaar inhoudelijk.