Direct naar artikelinhoud

Deze wijnboeren willen dat Nederland een voorbeeldland wordt voor ‘schone wijn’

Duurzame wijnboer Johan Rippen in zijn wijngaard in Lelystad.Beeld Herman Engbers

Nederlandse wijnboeren willen zich profileren met de schoonste wijn van Europa. Een goed verhaal, lijkt het, maar is er wel een markt voor?

Als wijnboer, zegt Johan Rippen, wil hij het spel van de natuur meespelen. “Ik gebruik geen chemische middelen om ziektes of ongedierte bij mijn druiven te bestrijden. Ik zet antischimmels of bacteriestammen in, zoals de natuur dat zelf ook zou doen.”

Even buiten Lelystad heeft Rippen sinds een kleine twintig jaar een biologische wijngaard. Op anderhalve hectare staan 1350 wijnstokken. De wijnbouw in Nederland, berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige zomer, zit in de lift. Gestaag stijgt het aantal wijngaarden (van 88 in 2016 naar 92 in 2017) en ook hun oppervlakte wordt steeds iets ­groter.

Maar Johan Rippen en zijn biologische collega’s – ze zijn met een handvol wijnboeren – zit iets dwars: in Nederland zijn de makers van biowijn gebonden aan strengere regels dan hun buitenlandse concurrenten. Hier geldt ­namelijk sinds 2000 een verbod op het gebruik van koper als bestrijdingsmiddel. Op zichzelf is dat terecht, vindt Rippen, want koper – en ook het veelgebruikte zwavel – is slecht voor het bodemleven. Het doodt niet alleen de schimmels die de druiven aantasten, maar óók de goede schimmels in de bodem. 

Natuurproduct is niet synoniem voor ecologisch verantwoord, zegt wijnboer Rippen: ‘Uranium is ook een natuurproduct’

Natuurproduct

In andere landen van de EU is het gebruik van koper wél toegestaan, de toelating is zojuist weer voor vijf jaar verlengd. Boeren die met koper werken, voeren als argument aan dat het een ­natuurproduct is. Kul, vindt Johan Rippen. ‘Natuurproduct’ is niet synoniem voor ‘ecologisch verantwoord’, volgens hem. “Uranium is ook een natuurproduct.”

De strengere regels zetten de Nederlandse boeren op achterstand. Europa heeft de minimumeisen geformuleerd, Nederland ­gebruikt zijn recht om aan de eigen producten strengere voorwaarden te stellen. Maar, zegt Rippen: van de nood kun je ook een deugd maken. Als je gedwongen bent om druiven te telen zonder schadelijke bestrijdingsmiddelen, biedt dat een kans om je te profileren als milieuvriendelijk. Na veel onderling bellen en mailen hebben de Nederlandse biologische wijnboeren de handen ineengeslagen. Vanaf vandaag draaien ze de zaak om: ze hebben niet een wettelijke achterstand op hun buitenlandse collega’s maar een ecologische voorsprong.

Natuurproduct
Beeld Herman Engbers

En dat willen ze de consument laten weten. Op de Biobeurs, vandaag en morgen in Zwolle, lanceren ze een keurmerk voor schone wijn. Op de flessehals zal een vignet komen dat duidelijk maakt dat de Nederlandse biowijn ­gemaakt is zonder koper of zwavel of kunstmest. “Let wel”, zegt Rippen, “het label zal niet officieel erkend zijn en wij kunnen het niet controleren of garantie beloven. Maar het is wel herkenbaar en informatief voor de consument.” Het voornaamste doel is misschien wel duidelijk maken dat biologische wijn uit het buitenland níet schoon is, en ongezond ­koperresidu kan bevatten. Rippen: “Door het label ‘biologisch’ denken kopers dat ze ecologisch verantwoorde wijn kopen uit een bekend wijnland. Maar eigenlijk worden ze misleid.”

Kennis delen

De ambities van Rippen en zijn collega’s reiken verder. Ze willen dat Nederland een voorbeeldland voor schone wijnbouw wordt. Daarvoor roepen ze de ‘Ontwikkelgroep Schone Wijnbouw NL’ in het leven. Die biedt aan ­alle wijnboeren, biologisch of gangbaar, kennis en kunde aan over natuurvriendelijke druiventeelt en wijnbouw. Rippen: “Waarom wij onze zelfvergaarde kennis willen delen met anderen? Omdat voor een schoner milieu iederéén moet meedoen. Wij kunnen als biologische boeren nog zo ons best doen, maar als de buurman vervuilend werkt, hebben wij daar ook nadeel van. Wij stellen onze expertise beschikbaar, zonder dat we boeren worden die leven van cursussen geven. We hebben geen winstoogmerk, alleen een vergoeding van kosten die we maken. Ik zie andere wijnboeren ook niet als concurrenten die ik nu in het zadel help.”

Er is financieel voordeel te behalen. Minder bestrijdingsmiddelen, dat scheelt flink in de kosten
Johan Rippen, wijnboer

Of gangbare boeren op biologische adviezen zitten te wachten? “Ik krijg de indruk van wel”, zegt Rippen. “Er is ook financieel voordeel te behalen. Als je toekunt met minder of geen bestrijdingsmiddelen, scheelt dat flink in de kosten. Dus als je het niet voor het milieu doet, kun je het doen voor je portemonnee.”

De Ontwikkelgroep heeft nog een ander doel: het verbeteren van de afzetmogelijkheden van schone wijn van eigen bodem. Daar lijkt nog een wereld te winnen. Want bij de ­biologische supermarkt is volop biowijn te koop – maar niet uit Nederland. De belangrijkste groothandels, Udea en Odin, leveren het niet. “Wel hebben we tijdelijk de wijnen van het merk Colonjes in ons assortiment gehad”, zegt kwaliteitsmanager Steven IJzerman van Udea. “Dat is een wijngaard uit Groesbeek.” Maar het aanbod van biologische wijn uit Nederland is (te) gering. “Nederland is als wijnland nog vrij pril.”

Woordvoerder Mari den Hartog van Odin zegt dat de groothandel ‘in gesprek’ is met Nederlandse wijngaarden. “Biologische wijn uit Nederland heeft onze interesse. Het zou maar zo kunnen dat we het in ons assortiment ­opnemen.”

Terughoudendheid

Volgens boer Johan Rippen heerst er bij de Nederlandse groothandels en horeca ‘terughoudendheid’ om schone wijn van eigen bodem in te kopen. “Ik kom weleens in een winkel waar ze Zuid-Spaanse biologische wijn verkopen in een aanbieding van drie flessen voor een tientje. Ik noem dat: slavenwijn. Gemaakt door onderbetaalde arbeiders uit Noord-Afrika. Wij stellen daar schone Nederlandse wijn ­tegenover. Dat moet de biologische consument aanspreken.”

Mari den Hartog van Odin hoort ervan op dat de productie van biologische wijn in Nederland zonder koper gebeurt, en dus milieuvriendelijker is dan wijn uit andere landen. “Dat is een goed punt, ik wist dat niet. Ik kan mij voorstellen dat er groep consumenten is voor wie dat een interessant gegeven is.”

Navraag bij zijn collega die de wijn inkoopt, leert Den Hartog dat hij wél bekend is met het duurzame karakter van de biowijn uit Nederland. En na nog een dag beraad brengt Odin een verklaring naar buiten: de groothandel wil Johan Rippen en zijn collega’s steunen en gaat hun wijn afnemen.

Heeft de schone Nederlandse wijn dan geen enkel nadeel ten opzichte van de buitenlandse biologische concurrentie? Misschien wel: de prijs. In de biologische supermarkt kost een buitenlandse fles rond de 7 euro. Rippen: “Op onze wijngaard maken we een premiumwijn, vanaf 12 euro per fles. Ja, dat is duurder. Maar dan zou ik tegen consumenten zeggen: koop er maar iets minder van, waar je des te meer van geniet.”

Resistente gewassen

Als bestrijdingsmiddelen niet gewenst of niet toegestaan zijn, kan een teler wellicht een gewas verbouwen dat dankzij veredeling resistent tegen ziekte is ­geworden. Biologische aardappeltelers doen dat al. In 2017 spraken zij af dat uiterlijk in 2020 alleen nog aardappelen (voor op tafel, voor chips en voor friet) worden geteeld die bestand zijn tegen de veelvoorkomende ziekte phytophthora. Dan hoeft geen bioboer meer in de verleiding te komen om ­tegen de regels in toch naar ­bestrijdingsmiddelen te grijpen of om te stoppen met de biologische werkwijze. Albert Heijn en Jumbo geven de nieuwe bio-aardappel voorrang in hun ­assortiment, zodat telers verzekerd zijn van afzet.

Voor biologische druiventelers ligt het gecompliceerder. De veredelingstechniek Crispr/Cas, waarbij de genetische samenstelling van de druif wordt aangepast, lijkt veelbelovend. Maar in Europa wordt de techniek ­beschouwd als genetische ­modificatie, waarvoor strenge eisen gelden. Daarnaast is de wijnbouw meer dan de aardappelteelt omgeven door cultuur. Een Chardonnay of Merlot is niet alleen een druif, maar een hele traditie die vaak nauw verbonden is met een ­bepaalde streek. Zelfs als een veredelde druif aantoonbaar milieuvriendelijker is, zullen wijngaarden niet snel hun historie overboord zetten. Wijnboer Johan Rippen: “Bij aardappelen bleek de resistentie tot nu toe steeds van korte duur. Maar stel dat het lukt om bij druiven een permanent resistent ras te kweken, en je wilt die telen, dan zul je de oude wijngaarden moeten rooien.”

Boerentroonrede

In Zwolle vindt vandaag en morgen de vijfde editie plaats van de Biolo-beurs. De vakbeurs richt zich op iedereen die werkzaam is in de biologische sector: van boer, de tussenhandel en de verwerkende bedrijven tot en met winkeliers. Voor het eerst opent de beurs met een ­boerentroonrede. Volgens de organisatoren van de beurs wordt de stem van de boer weinig ­gehoord, terwijl een omslag naar een duurzamere landbouw juist bij hem begint. Voortaan zal ieder jaar een spraakmakende jonge boer (ditmaal Bartele Holtrop uit het Friese Rotstergaast) de beurs openen met het uitspreken van zijn visie op toekomstbestendige landbouw.

Op de beurs bereiden vandaag enkele chef-koks gerechten met biologische seizoensgroenten en vlees van stieren, bokken en hanen. Mannetjesdieren hebben in de veehouderij weinig economische waarde, omdat ze geen melk of ­eieren produceren, en worden in Nederland nauwelijks als voedsel benut. Ten onrechte, menen de chefs, die stellen dat een ‘man in de pan’ smakelijk vlees oplevert.

Lees ook:

Nederlandse wijnboeren openen de aanval op hun Europese collega’s: weg met het lood!

Terwijl het in Nederland al bijna twintig jaar verboden is, kunnen Europese wijnboeren blijven werken met giftig koper. Nederlandse wijnboeren beginnen nu een duurzaam offensief.

Hoe goedkoop mag biologisch zijn?

Nu discountsupermarkten steeds meer biologische producten aanbieden, slaat in de biosector de twijfel toe: krijgen we straks intensief geproduceerde biobulk voor de massa?

Europa is er uit: biologische teelt is nu ook écht biologisch

Na drie jaar bakkeleien is Europa het eens over nieuwe regels voor biologische landbouw. Boer en consument moeten daar baat bij hebben.