Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Uitgelachen

Marcel van Roosmalen

Ik interviewde cabaretier Ronald Goedemondt twee keer. De eerste keer aten we wentelteefjes in een café in Amsterdam-Zuid. Toen na drie kwartier bleek dat mijn telefoon helemaal niets had opgenomen, schold hij me uit. „Het begint met ‘incompetent’ en eindigt op ‘oetlul’. Oo, de eerste veertig minuten… Daarna begon jij over jezelf te praten, over dat schrijven van je. Als je het gesprek straks terugluistert, hoor je alleen jezelf. En dat dan met Whitney Houston op de achtergrond.”

Dat nam ik wel op.

Voor ons tweede interview nam hij me mee naar de outlet Batavia Stad bij Lelystad. Hij vroeg toen om de vijf minuten of het dit keer wel lukte om ons gesprek op te nemen. Het dieptepunt was een rondleiding op een replica van een VOC-schip, waar we twee stelletjes in identieke jassen zagen.

Sindsdien verrassen we elkaar soms met ervaringen waarvan de één denkt dat de ander het ook vreselijk vindt.

Gisteren stond hij met het nieuwste model Tesla op het parkeerterrein naast mijn huis in Wormer. De elektrische auto had verwarmde stoelen en kon ‘dansen’. Dat wil zeggen: er kwam muziek uit, de deuren zwaaiden open en dicht en de lampen knipperden.

Ik vond er geen bal aan en had het bovendien al weleens gezien bij een optocht van duurzame voertuigen in Leeuwarden. De buren vonden het wel mooi, ze kwamen er tenminste hun huizen voor uit. Ze stonden erbij en keken ernaar.

Een buurman vroeg: „Mag het nog een keer?”

Ronald zei dat hij de auto een dagje mocht gebruiken en vroeg of ik zin had in een ritje. Ik mocht zeggen naar welke kutplek ik wilde. „Heb jij weer een column, toch? Want zo denken jullie toch?”

Voor ik het wist zei ik ‘Velp’, kon ik meteen controleren of mijn moeder al was ingesneeuwd.

Toen ik naast hem zat sloeg hij me op mijn been en vroeg of ik ook zo benieuwd was hoe hard die auto eigenlijk kan.

„Kijk ze, de stumperds”, zei Ronald toen we iedereen inhaalden en mijn dorp uitvlogen.

Later die middag reed hij in een parkeergarage tegen een paal. Er viel een stuk plastic uit de Tesla, dat we met veel moeite op z’n plek duwden.

In Velp aten we bij Chinees-Indisch Restaurant Blue Lotus. Het ventilatierooster was er verstopt, waardoor we nog wel een tijdje naar bami zullen ruiken. Op het parkeerterrein lieten we de auto nog een keer dat dansje doen. Wat we niet wisten was dat de Tesla-accu van zo’n dansje leegloopt. Bij Zevenaar maakten we een noodstop bij een officieel oplaadpunt. Nadat we een half uur in de vrieskou hadden staan zwijgen zei Ronald: „Nou, dit was lachen.”

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.