Direct naar artikelinhoud
Reizen

Fietsen langs de Golfe du Morbihan

Fietsen langs de Golfe du Morbihan
Beeld Annemarie Bergfeld

Vier van de 21 Tour-etappes lopen deze zomer door Bretagne. De Nederlandse journaliste Karen Meirik, die langs een van de etappes woont, fietst een stukje met zoon Yann in de aanhangfiets.

Als het luxe kuuroord van Crouesty als een groot en wit passagiersschip opdoemt achter de pijnbomen, hebben we er al een dikke 20 van de 50 kilometer opzitten. Zoon Yann (5) is mee, hij neemt een snipperdag van school. De opdracht van vandaag: onze achtertuin, de Golfe du Morbihan, op de fiets ontdekken.

Vanaf Sarzeau, waar de komst van de Tour de France al uitbundig wordt gevierd, rijden we naar de noordkant van het schiereiland Rhuys. Hier kijken de huizen uit over de Golfe du Morbihan, Bretons voor ‘Kleine zee’. Deze binnenzee, bezaaid met eilandjes, kreeg onlangs de status van nationaal park. Het is een walhalla voor vogels. Er zitten lepelaars, rietgorzen, blauwborstjes en nog zo’n tweehonderd andere soorten. Toch is het vrolijke gekwetter onderweg vooral afkomstig van mijn zoon op de aanhangfiets achter me.

Onze tocht voert langs kleine dorpjes met kapiteins- en vissershuizen, tuinen met palmbomen, agapanthes en uitbundig bloeiende rozen. Bij Tumiac gaan we onder de snelweg door. Dan komen we op de Rue Jules César. Is dit de oude Romeinse heerweg? Ik stop om een foto te maken. Een echte Gallois staat erop dat we bij hem binnenkomen en stelt zich voor. Hij blijkt af te stammen van de Romeinen en de Bretonnen. Hij is zeeman en vertrekt eind van de maand weer voor een langere periode.

Fietsen langs de Golfe du Morbihan
Beeld Annemarie Bergfeld

Hoe toepasselijk, een Romeinse zeeman. In ‘De Bello Gallico’ beschrijft Julius Caesar hoe de Romeinse oorlogsschepen hier voor de kust in 56 voor Christus een indrukwekkende Keltische vloot versloegen. Het betekende de ondergang van het zeerijk van de Veneten. In de buurt kunnen we de Butte de César beklimmen, de oude grafheuvel vanwaar de Romeinse veldheer de slag zou hebben bekeken.

Deze plek is ontworpen voor zomerpret

We stappen weer op de fiets. Ook qua geur is het landschap afwisselend: de zware kamperfoelie, het optrekkertje van de pijnbomen, de zoet-weeïge lucht van zeewier die doet verlangen naar oesters. Hier leven mensen al duizenden jaren van de zee. Op een uitstekende landtong bij Arzon staat een megalithisch monument, een Cairn, waar ik graag binnen had willen kijken. Maar het hek bij de ‘Petit Mont’ is dicht, dus rijden we door naar de haven van Crouesty om te lunchen.

Crouesty is authentiek noch pittoresk, maar deze grote en moderne jachthaven geeft me altijd een vrolijk vakantiegevoel. Het geluid van de wind en het klapperen van de verstaging tegen de aluminium masten, samen met de flanerende toeristen: deze plek is ontworpen voor zomerpret. Langs de kade tientallen restaurantjes en barretjes, maar ook winkeltjes met lokale producten als zeep, koekjes, speelgoed, badkleding. Yann wil lunchen bij snackrestaurant Igloo, vanwege de stoelen in de vorm van ijshoorntjes. Behalve ijs kunnen we kiezen uit hamburgers, friet, crêpes en chichis (gefrituurde deegslierten). Dat betekent een dikke streep door de typisch Bretonse boekweitpannekoeken die ik in gedachten had.

Fietsen langs de Golfe du Morbihan
Beeld Annemarie Bergfeld

Iets verderop, bij de vuurtoren van Port Navalo, kun je voor minder dan 10 euro het pontje nemen naar de andere kant van de ingang van de Golfe. Daar ligt Locmariaquer, volgens sommigen ooit de hoofdstad van de Veneten. Het is een route langs indrukwekkende menhirs, die helemaal doorloopt tot aan de beroemde velden van Carnac. Maar wij blijven op het schiereiland Rhuys en slaan linksaf naar Kernel, een mooi bewaard gebleven haventje aan de noordkant.

Boven op de Butte is het niet moeilijk je even in Caesars sandalen te wanen

Natuurlijk willen we de Butte de César bekijken, de oude grafheuvel waar de grote Julius zelf op de top zou hebben gestaan bij de beslissende zeeslag tegen de Veneten. Uit de verte is het een rare bult in het landschap, maar omhoog klimmend over de smalle trap van rotsen, voelt de lucht zwaar van de voorbije eeuwen. De varens en struiken zijn hoog, we zijn omgeven door een mysterieuze mantel van groen.

Fietsen langs de Golfe du Morbihan
Beeld Karen Meirik- Annemarie Bergfeld

Boven op de Butte is het uitzicht een veldheer waardig. Je ziet zowel de Atlantische kust als de binnenzee en het is niet moeilijk je even in Caesars sandalen te wanen.

Yann springt en huppelt de heuvel af, hoewel het paadje glibberig is van de regen van de voorbije week. Beneden wil hij nóg een keer. Aangezien hij zo koppig is als Bretons graniet geef ik maar toe. Na een derde beklimming is het wel genoeg. “Kom, we gaan terug naar de fietsen.” Geen reactie.

“Mamma, ik ben hier!”, klinkt het een eeuwigheid later vanaf het pad naar de fietsen. “Ik was supersnel gerend, zag je me?” Met Yann veilig vastgegespt in de aanhangfiets, rijd ik terug naar Sarzeau.

Fiets op de boot

Wie meer dagen de tijd heeft, kan verschillende routes aan elkaar knopen door de pontjes te nemen bij Le Passage (door naar Séné en Vannes), Le Tour du Parc (door naar Penerf en Billiers) en van Port Navalo naar Locmariaquer. De boot nemen om een dag te fietsen op Ile aux Moines of Ile d’Arz is ook een aanrader.

Moulin à Maree

Op deze fietstocht passeren we verschillende getijdemolens, een typisch Bretons fenomeen. De verschillen tussen eb en vloed kunnen hier tot wel 8 meter oplopen, dus was het getij altijd al een interessante manier om molens aan te drijven.

In de rubriek 'Reizen' leest u reisreportages vanuit bijzondere bestemmingen, boeiende steden en verre streken. Met reistips. Lees hier meer reisverhalen.