Hoe een Rotterdamse reder de paria van Panama werd

Niels Groenewold

Hoe een Rotterdamse reder de paria van Panama werd

De Rotterdamse scheepvaart­ondernemer Niels Groenewold breidde zijn Verenigde Tankrederij met succes uit naar Panama. Maar dan volgt tegenslag op tegenslag: de dood van een werknemer, een olielek én een onderzoek naar belasting­ontduiking. Nu wil de president het bedrijf het land uit hebben.

In het kort

  • De president van Panama wil het dochterbedrijf van een Rotterdamse rederij het land uitsturen.
  • Na onderzoeken naar de dood van een matroos, belastingontduiking en milieuvervuiling is de maat vol.
  • De Verenigde Tankrederij vervoert al jaren olie bij het Panamakanaal voor bedrijven als BP.

Met een zwaai van zijn wijsvinger geeft de Panamese president eind februari het bevel om het imperium van Niels Groenewold in Panama te beëindigen. ‘VT nogwat? Die vergunning laat ik intrekken.’

VT staat voor Verenigde Tankrederij Holding, waarvan de Rotterdammer Niels Groenewold (50) de eigenaar is. Tientallen tankers brengen olie van Exxon, Shell en andere grote spelers naar schepen die het als brandstof gebruiken. Maar nu staat Groenewold met zijn oren te klapperen.

Tijdens het wekelijkse tv-uurtje van president José Raúl Mulino vraagt een journalist naar VT Shipping International, de Panamese dochteronderneming, waarmee Groenewolds concern ongeveer een vijfde van de omzet behaalt. Hij heeft nét de verlenging van zijn vergunning binnen om nog eens vijf jaar schepen van olie te mogen voorzien op de Panamese wateren. Maar dan, tussen persvragen over Trump en China door, krijgt journalist Alma Solís het woord. ‘Waarom krijgt een Europees bedrijf waar onderzoeken naar lopen opnieuw een vergunning?’

Daarop maakt de president zijn gebaar: die vergunning moet van tafel. En zo lijkt het na vijftien jaar plots gedaan met Groenewolds Panamese avontuur.

Illustratie: Erik Kriek voor het FD
Illustratie: Erik Kriek voor het FD

Groenewolds Verenigde Tankrederij is ruim honderd jaar oud, en welbekend in de wereld van olievervoerders. Groenewold voorziet schepen van brandstof op de Nederlandse binnenwateren. In 2010 slaat hij een grote slag: het oliebedrijf BP haalt hem naar Panama. Omdat het lokale bedrijven niet vertrouwde, denkt Groenewold. Later wordt hij ook actief in Spanje en Malta.

Zijn Nederlandse concurrenten zijn vol bewondering. ‘Niels is een man met visie. Niemand doet wat VT doet, door zowel in Nederland als overzees schepen van brandstof te voorzien’, zegt Alexander Wanders van UniBarge.

Panamese concurrenten zijn minder over Groenewold te spreken. Zij zetten met een advocaat alles op alles om de Hollander het land uit te krijgen. De ophef zwelt aan, tot de president aan toe.

Toch varen de schepen van Groenewold vier maanden na de vingerzwaai van de president nog steeds, mét vergunning. Hoe kan dat? En hoe is het zo ver gekomen dat zelfs de president van Panama zich ermee is gaan bemoeien? Dat verhaal begint meer dan een jaar geleden. VT Shipping raakt achtereenvolgens betrokken bij onderzoeken naar de dood van een matroos, belastingontduiking en milieuvervuiling.

Illustratie: Erik Kriek voor het FD
Illustratie: Erik Kriek voor het FD

Een dodelijk ongeluk

‘Het gaat niet passen.’ Cristian Fernández Cumbrera (30) wurmt zich op 12 maart 2024 in zijn reddingsvest, harnas en helm op de scheepsschommel van de tanker Kollum. Het smalle houten plankje heeft aan elke hoek een touw, ter hoogte van zijn gezicht komen de lijnen samen in een grote lus. Straks moet de Panamese matroos, bungelend aan een hijskraan op het dek boven de baai van Panama, veilig onderhoud uitvoeren aan de zijkant van het schip van het Nederlandse bedrijf.

Roest aan de buitenzijde van de 119 meter lange tanker van VT Shipping moet eraf. Fernández gaat het schoonschuren. Deze middag in maart, terwijl het schip voor anker ligt in de Baai van Panama, is daar de uitgelezen dag voor. En Fernández, met zijn gespierde, getatoeëerde lijf, is de uitgelezen persoon. Maar met deze uitrusting gaat het niet lukken, want hij zit klem.

De stuurman kijkt toe terwijl Fernández zijn reddingsvest en overall uitdoet. Zo past hij wel op de schommel.

Een tweede matroos takelt Fernández met de hijskraan omhoog en overboord. Op het houten plankje schommelt hij anderhalve meter boven het hevig golvende zeewater. In zijn hand heeft hij een staalborstel vast die met een lange gele kabel in het stopcontact op het dek zit. De kapitein wandelt nog even de vijftig meter van zijn stuurhut naar waar Fernández overboord hangt en reikt hem zijn smartphone aan, om een voor- en na-foto te maken.

De na-foto zal er nooit komen.

Terwijl Fernández bungelend aan het schuren is, maakt het schip een schommeling. Een gekke golf, denken de crewleden, anders dan normaal.

Dan plonst de staalborstel in het water.

De crew kijkt over de rand van de tanker. Fernández hangt slap in de schommel en reageert niet. Hij glijdt langzaam van het plankje af. De stuurman schreeuwt. De andere matroos trekt de stekker uit het stopcontact. En de voeten van Fernández, die raken het water.

De stuurman brult naar een langsvarend vissersbootje. De vissers hijsen Fernández aan boord. Op dat moment heeft hij nog een hartslag.

Dertig minuten later bereikt het bootje de wal. De ambulancemedewerkers staan klaar om de eerste hulp van de stuurman over te nemen, maar ze kunnen niets meer voor Fernández doen. Het is te laat.

Op straat in Panama-Stad staat Niels Groenewold te vloeken. Hij heeft al die protocollen. Zijn mensen zijn getraind, de schepen gecheckt. Alles is zo vaak doorlopen. Hoe kan dit in godsnaam gebeuren?

Meteen wordt calamiteitenplan 4, het zwaarste, in werking gezet. Verzekeringen worden gebeld, advocaten ingeschakeld. Groenewold houdt alles nauwgezet in de gaten: hij wil zeker weten dat iedereen in het proces zich aan zijn taak houdt.

Bij toeval is Groenewold ten tijde van het ongeluk in Panama. Toch gaat hij niet naar het schip, waar de maritieme autoriteit meteen een onderzoek naar de dood van Fernández optuigt. Dat is de taak van zijn Nederlandse compliancemanager.

Project van lange adem

Al sinds de zestiende eeuw zijn er plannen om in Panama de Atlantische Oceaan te verbinden met de Grote Oceaan. Toch duurt het tot diep in de negentiende eeuw voordat de eerste schep de grond ingaat. Een Fransman die eerder aan de wieg stond van het Suezkanaal start in 1881 met de aanleg van het kanaal. Malaria, gele koorts en technische complicaties leiden echter tot faillissement.

In 1904 nemen de Amerikanen de bouw over. Tien jaar later is het zo ver: op 15 augustus 1914 vaart de SS Ancon als eerste schip door het 81 kilometer lange Panamakanaal. Een directe verbinding tussen de Atlantische en de Grote Oceaan is een feit.

Drukke vaarroute

Tegenwoordig is het Panamakanaal van cruciaal belang voor de internationale scheepvaart. Doordat schepen niet langer om Zuid-Amerika heen hoeven te varen, besparen ze tijd. Zo scheelt een trip van New York naar Los Angeles ongeveer 15.000 kilometer, oftewel zo’n drie weken vaartijd.

Het Panamakanaal staat op de vijfde plaats in de lijst van drukste vaarroutes ter wereld. Jaarlijks passeren zo’n 14.000 schepen het kanaal, variërend van kleine zeiljachten tot gigantische containerschepen.

Die doorvaarten leveren Panama veel geld op. Zo betalen rederijen van grote containerschepen en olietankers wel $300.000 per doorvaart. Daarmee is het Panamakanaal goed voor zo’n 7% van de Panamese economie.

Grootste binnenvaarttanker

Rondom het kanaal varen duizenden schepen. Al die schepen moeten van brandstof worden voorzien. Dat is het werk van bunkerbedrijven zoals de Verenigde Tankrederij (VT). Ook vervoert VT olieproducten van en naar raffinaderijen in opdracht van oliemaatschappijen en -handelaren zoals Chevron, Trafigura en Vitol.

Nederland is nog altijd de grootste markt voor VT. Het bedrijf vaart vooral in de regio Amsterdam-Rotterdam-Antwerpen, waaronder voor Shell. Daar vaart ook de Vorstenbosch van VT, de grootste binnenvaarttanker ter wereld.

Hoewel de Verenigde Tankrederij al honderd jaar bestaat en Groenewold het bedrijf van zijn vader Johan heeft overgenomen, is het geen familiebedrijf. Johan wordt in 2000 directeur-eigenaar. De jongere Groenewold begint in 1991 als matroos, wordt daarna kapitein, en neemt alle aandelen en het directeurschap over als Johan in 2009 onverwachts overlijdt.

In 2022 wil Groenewold alleen nog maar eigenaar zijn. Dat betekent niet dat hij niet meer betrokken is. Vanuit Panama en zijn kantoor in Rotterdam blijft hij zich inzetten om de slogan van VT waar te maken: zero spills, no incidents.

Nu heeft hij toch met een incident te maken, een dodelijk incident zelfs. De kabel van de schuurmachine was beschadigd, concludeert de maritieme autoriteit. Matroos Fenández is geëlektrocuteerd. Waarschijnlijk kwam de kabel of de staalborstel in contact met het water toen de golf tegen het schip klotste. Van VT mag die staalborstel buitenboord helemaal niet gebruikt worden.

Het Panamese openbaar ministerie start een onderzoek naar de toedracht van het bedrijfsongeval. Een officier van justitie gespecialiseerd in moordzaken neemt de leiding, en de Panamese justitie betitelt het als een onderzoek naar de toedracht van ‘dood door schuld’.

De nabestaanden van Fernández huren advocaat Sidney Sittón in. Hij vertegenwoordigde eerder een Panamese oud-president, weet de media goed te vinden en heeft 28.000 volgers op X. Bovendien heeft Sittón een verleden met VT Shipping. Als vertegenwoordiger van de vijf Panamese concurrenten van VT Shipping heeft hij Groenewolds bedrijf al menigmaal voor de rechter gesleept, zij het zonder succes.

Omdat Fernández niet de juiste bescherming droeg, eist Sittón $3 mln schadevergoeding voor zijn nabestaanden, en twintig jaar cel voor degenen die in zijn ogen verantwoordelijk zijn, onder wie Groenewold zelf.

Het is niet zo dat het voorval Groenewold koud laat. Fernández laat een meisje van 4 achter. En het is niet het eerste tragische ongeluk in Groenewolds carrière: ‘Ik draag drie kruisen op mijn rug.’ Toch wil hij niet schikken. Als hij schikt, bekent hij schuld, vindt hij. En wie er precies schuldig is, dat is volgens hem nog niet duidelijk. De verzekering van VT Shipping ziet schikken wel als optie, maar komt er met Sittón vooralsnog niet uit.

Illustratie: Erik Kriek voor het FD
Illustratie: Erik Kriek voor het FD

Belastingontduiking

Het ongeluk is niet het enige waar VT die zomer mee te maken krijgt. Al geruime tijd gaan er brieven over VT Shipping over en weer tussen Panamese ministeries, de belastingdienst en de verstrekker van vergunningen. De belastingdienst doet onderzoek naar belastingontduiking bij VT Shipping. Iemand had anoniem de overheid getipt — en in Panama is die dan verplicht daar een onderzoek naar te starten.

De afdeling voor georganiseerde misdaad van de belastingdienst staakte het eerste onderzoek naar belastingontduiking, omdat er geen bewijs was gevonden. Al vóórdat het officieel was afgesloten startte de afdeling anticorruptie — na nog een anonieme tip — wéér een onderzoek. Deze keer niet naar VT Shipping zelf, maar naar hoe werknemers van de Panamese belastingdienst VT Shipping hebben onderzocht. Dat onderzoek loopt nog.

De centrale vraag in de onderzoeken is of VT Shipping recht heeft op de licentie om olie te mogen vervoeren in de belastingvrije handelszone voor olie van Panama. Met die licentie kan VT Shipping aan de belastingdienst bewijzen wat het bedrijf doet, en dan hoeft het bijna geen vennootschapsbelasting te betalen. Zonder die licentie mag het bedrijf niet opereren in Panama.

Volgens Groenewold is er niets aan de hand: VT Shipping doet het al jaren zo.

Om aan de Panamese wet te blijven voldoen, heeft Groenewold in 2022 wel wat moeite moeten doen. Sinds dat jaar moeten tankerbedrijven volledig in Panamese handen zijn — iets waar Groenewolds concurrenten, en hun advocaat Sittón, zich hard voor maakten.

Groenewold heeft het opgelost door een stichting en een ander bedrijf in het leven te roepen, waar hij de dochter VT Shipping aan verkocht. Door middel van een ‘bodemlozeputlening’ van honderd jaar komt jaarlijks een deel van het Panamese geld alsnog bij Groenewold terecht. Het geld uit Panama vormt een vijfde van de wereldwijde omzet van ruim €80 mln.

Zakendoen in landen als Panama is niet gemakkelijk, weet Groenewold. Hij ziet er een uitdaging in: hoe harder Panama hem probeert weg te duwen, des te harder hij werkt om er te blijven. Vanuit zijn kantoor in de Rotterdamse haven, met een portret van zijn vader en heel veel schilderijen van schepen aan de muur, blijft hij stug door ondernemen.

Maar half oktober vorig jaar komt hij onverwachts meer in de schijnwerpers te staan dan hem lief is.

Illustratie: Erik Kriek voor het FD
Illustratie: Erik Kriek voor het FD

Milieuvervuiling

Met een knal spat de rubberen slang uit elkaar waarmee de tanker Kollum olie het containerschip van de Deense rederij Maersk inpompt. Een zwarte plens stort omlaag het Panamakanaal in. Er klinkt geschreeuw. Een matroos weet een kraan dicht te draaien en de stroom stop te zetten. Maar in de wateren van Panama, waar de Kollum al jaren rondvaart, drijft op deze ochtend van 21 oktober zo'n 150 liter zwarte smurrie. En de zijkant van het containerschip — een van de grootste ter wereld — kleurt pikzwart.

Het is opnieuw een incident op de Kollum, na de dood van matroos Fernández. Als Groenewold met het nieuws gebeld wordt, staat hij weer te vloeken, dit keer in zijn Rotterdamse kantoor. Een olielekkage, dat is nogmaals calamiteitenplan 4, de zwaarste categorie.

Voor advocaat Sittón komt het niet als een verrassing. De schepen van Groenewold zijn een tikkende tijdbom, vindt hij, en die horen niet in Panama thuis. Die olielekkage ‘in ons mooie land’ is daar alleen maar meer bewijs van. Op X plaatst hij de dag na de lekkage een bericht: ‘Het ministerie van milieu heeft geen vinger uitgestoken om de lekkage te onderzoeken’, en hij tagt de milieuminister.

De tweet heeft effect. De volgende dag reageert minister Juan Carlos Navarro op X met ‘Sidney, goedemiddag’, en de mededeling dat zijn ministerie die ochtend een onderzoek naar de milieuschade van de lekkage is gestart.

Groenewold houdt zich gedeisd. Zijn mensen ruimen de olie op, een grote lekkage was het immers niet. Ruim twee dagen later kan containerschip Sally weer verder op haar tocht door het Panamakanaal. VT krijgt vooralsnog geen boete voor de milieuvervuiling. Groenewold vindt dat niet raar — een boete krijg je toch alleen als je bewust iets fout doet? Zo'n lekkage kan gebeuren. En met de twintigduizend scheepsbewegingen die VT Shipping jaarlijks uitvoert valt dit mee. Daarbij kwam de lekkage door een te hoge druk in de slang — waarschijnlijk een fout van de matrozen van de Sally, die een kraan niet open hadden gedraaid.

Advocaat Sittón heeft een andere verklaring voor het uitblijven van een boete. Hoe kan VT Shipping ons land vervuilen, de familie van onze overleden inwoner niet compenseren en ook nog eens geen belasting betalen? vraagt Sittón op X. ‘Deze Nederlanders lappen de Panamese wetten aan hun laars. Wie beschermt dit bedrijf? Waarom gedragen hoge ambtenaren zich raar?’ Daar is volgens Sittón maar één antwoord op: omkoping. Bewijzen kan hij dat niet. Volgens Groenewold slaat de aantijging nergens op.

Waar of niet, de beschuldigingen van Sittón raken een snaar in Panama. Sinds de olielekkage heeft de pers volop aandacht voor VT Shipping. Journalist Mónica Palm van de grote krant La Prensa Panamá publiceert in november het ene na het andere krantenartikel over het bedrijf. ‘Belastingontduiking? Openbaar ministerie onderzoekt VT Shipping’, kopt de krant bijvoorbeeld.

Op sociale media regent het verontwaardigde reacties. Hoe kan dit buitenlandse bedrijf hier zo veel schade aanrichten? Groenewold negeert de verwijten — ze zijn volgens hem niet op feiten gebaseerd. Daarbij weet hij dat Sittón de huisadvocaat van zijn concurrenten is en korte lijntjes met de pers heeft.

Ondanks alle ophef stuurt de Panamese secretaris van energie Groenewolds bedrijf in januari 2025 een verlenging van zijn vergunning toe, om nog eens vijf jaar olie te vervoeren in Panama. Voor de Rotterdammer is het een bevestiging: zie je nou wel dat we het goed doen?

Maar dan krijgen de media er lucht van. ‘De overheid verlengt de exploitatievergunning van een maritiem bedrijf dat door het openbaar ministerie en de belastingdienst werd onderzocht’, staat er op 17 februari in La Prensa Panamá.

Groenewold laat het van zich afglijden, tot die desastreuze persconferentie van de president drie dagen later. ‘VT nogwat is het bedrijf toch?’ zegt de president. ‘Ik heb de secretaris van energie opdracht gegeven om de vergunning in te trekken.’

Groenewold weet niet wat hij hoort: maakt de president nu live op televisie een einde aan VT Shipping in Panama? Een dag later stapt hij in het vliegtuig. Rond dezelfde tijd ontvangt hij een dagvaarding van Sittón via het OM, het vervolg van de zaak over de dood van Fernández, want dat loopt nog.

Toch heeft de president het in Panama blijkbaar niet altijd voor het zeggen. Terwijl de secretaris van energie in de media verkondigt dat zijn advocaten op zoek zijn naar een legale manier om de licentie van VT Shipping in te trekken, krijgt VT Shipping een brief van diezelfde secretaris. Daarin staat dat de vergunning niet wordt ingetrokken en dat ze daar bij het secretariaat ook niet mee bezig zijn. Intussen laat zijn woordvoerder aan het FD weten dat er ‘bij het secretariaat van energie procedures lopen met betrekking tot VT Shipping’. De woordvoerder wil dat niet verder toelichten.

Ook het onderzoek bij de belastingdienst loopt nog, net als de procedures rond het olielek en de dood van Fernández. Toch is het voor Groenewold duidelijk: zijn mensen hebben niets fout gedaan. Panama is jaloers omdat wij de opdrachten krijgen in plaats van lokale bedrijven, concludeert hij. Die Sittón en zijn journalistenvriendjes veroorzaken een hetze. En volgens hem wordt onvrede van Panamezen over hun eigen land onterecht op zijn bedrijf afgereageerd: ‘Ik ben het pispaaltje van Panama.’

Verantwoording

Dit onderzoek kwam tot stand door gesprekken met Niels Groenewold, Sidney Sittón, journalisten in Panama, de Autoriteit van het Panamakanaal, de Maritieme Autoriteit van Panama en app-berichten met Panamese ministers.

Het FD bekeek de jaarverslagen en deed een archiefonderzoek. De redactie bezit documenten van rechtszaken en de inspectieverslagen over de dood van de matroos en de olielekkage. De scènes op de Kollum zijn gereconstrueerd door de ooggetuigenverslagen.

Niels Groenewold stelt dat VT Shipping Panamees is. De Panamese dochters worden geconsolideerd in het jaarverslag van de holding Verenigde Tankrederij.

In het jaarverslag uit 2022 staat dat ‘alleen de vorm van aandeelhoudersbelang gewijzigd [is], zonder dat daadwerkelijk waardeoverdracht heeft plaatsgevonden’. Over 2023 kwam nog steeds een vijfde van de omzet van Verenigde Tankrederij uit Panama, ook al was het aandeelhoudersbelang 0%.

Op 18 juni zegt de advocaat van VT dat de strafzaak over de dood van de matroos ‘inmiddels’ is afgesloten. Advocaat Sittón zegt diezelfde dag tegen het FD dat dit niet zo is.