Foto: Eva Plevier/ANP

reconstructie

Pro-Palestijnse protesten in Amsterdam lopen uit op rellen en geweld. Maar wie begon?

Rechtse politici waren er als de kippen bij om hun afschuw uit te spreken over de rellen tijdens de pro-Palestijnse protesten bij de Universiteit van Amsterdam maandag. Maar wie provoceerde wie? Begonnen de demonstranten of werden ze uitgedaagd?

Een man met een donkere baard, een rode Palestijnse sjaal om zijn hoofd geknoopt. Opgefokte blik in de ogen, een houten lat in zijn rechterhand. Hij staat even stil op die kade in Amsterdam. Dan brengt hij de lat omhoog, doet een stap naar voren en haalt hard uit naar een man met een petje. Hij raakt hem op zijn heup.

Deze indringende beelden van de pro-Palestijnse demonstratie op het terrein van de Universiteit van Amsterdam gingen maandagavond razendsnel rond op sociale media.

Te zien is ook hoe een tweede man de eerste te hulp schiet. Hij draagt een rood shirt, een zonnebril en zijn Palestijnse sjaal is zodanig rond zijn hoofd geknoopt dat hij onherkenbaar is. Ook hij heeft een lat, waarmee hij inslaat op een man die de schermutselingen met zijn telefoon staat te filmen. Direct daarna stormt hij op een volgend slachtoffer af.

Schoonvegen

Politici reageerden direct op de ongeregeldheden, en dan vooral op de beelden van deze meppende mannen. ‘Schoonvegen die bende en oppakken dat tuig’, schreef Caroline van der Plas (BBB) op X.

‘Als je maar hard genoeg ‘genocide’ roept en lang genoeg antisemitisme laat voortwoekeren, dan wordt vanzelf elk middel heilig’, noteerde oud-ChristenUnie-leider Gert-Jan Seegers. ‘Zelfs het aftuigen van Joodse studenten.’

Geert Wilders schreef de volgende dag bij het filmpje: ‘Amsterdam 6 mei 2024. Daarom PVV.’

Minister van Justitie en VVD-leider Dilan Yesilgöz zei voor de camera van de Telegraaf: ‘Dit is gewoon puur tuig en dat moet aangepakt worden.’

Foto: Eva Plevier/ANP

Deze politici legden de schuld van de ongeregeldheden bij de pro-Palestijnse activisten. Maar is dat wel terecht? Volgens verschillende getuigen sloeg de vlam pas in de pan nadat een groep van circa tien mannen stennis kwam schoppen op de demonstratielocatie. Wie waren zij? En wie provoceerde wie?

Op basis van openbare bronnen, waaronder foto’s van aanwezige fotografen en filmbeelden op sociale media, probeerde de Volkskrant deze vragen te beantwoorden. Daaruit blijkt dat het verhaal genuanceerder ligt.

Het begin

De bezetting van het puntje van Roeterseiland begint maandagmiddag. Demonstranten barricaderen twee voetgangersbruggen. Twee andere toegangswegen langs een universiteitsgebouw timmeren ze dicht met alles wat ze kunnen vinden: pallets, latten, deuren, meubels en grote kabelspoelen. Schroeven, tiewraps en touwen moeten alles bij elkaar houden.

Foto: Joris van Gennip

Studenten van de Vrije Universiteit, de Universiteit van Amsterdam en het Amsterdam University College, medewerkers van de drie instituten en sympathisanten zetten tientallen tenten op. Er hangen spandoeken en posters met teksten als ‘Ceasefire now’, ‘Let Gaza live’ en ‘Queers for Palestine’.

De demonstranten zijn duidelijk van plan dit deel van het universiteitsterrein voorlopig te bezetten, zoals pro-Palestijnse studenten de afgelopen weken ook in de Verenigde Staten delen van de campus bezet hielden. Op een zeil ligt proviand klaar: bergen bananen, zakken vol appels en tientallen flessen water.

Onherkenbaar

Aanvankelijk verloopt de bezetting van Roeterseiland gemoedelijk, al is de ontvangst van sommige leden van de pers allerminst hartelijk. Een video-verslaggever van de Telegraaf wordt het filmen onmogelijk gemaakt, demonstranten drijven een verslaggever van PowNed het terrein af. Ook een fotograaf van de Volkskrant wordt geïntimideerd door een demonstrant.

Veel actievoerders proberen onherkenbaar te blijven onder een capuchon, achter een mondkapje of door een traditionele Palestijnse sjaal om het hoofd te knopen. De meesten willen niet met de media praten en verwijzen door naar de woordvoerder.

Deze woordvoerder, een student die zich ‘Spike’ noemt, legt uit welke eisen de demonstranten hebben. Ze willen niet alleen dat de Amsterdamse universiteiten transparant zijn over hun financiële en wetenschappelijke banden met Israëlische universiteiten, maar ook dat ze die banden doorknippen, ‘omdat alle universiteiten in Israël profiteren van de apartheid, de genocide en de etnische zuivering van Palestina’, aldus Spike.

Foto: Joris van Gennip

Integraalhelm

Rond een uur of zes ’s middags zijn een paar honderd mensen aanwezig. Er worden extra tentjes opgezet, mensen luisteren naar toespraken, her en der wordt een watermeloen aangesneden. De sfeer is gemoedelijk.

Dat slaat rond half negen om, melden zowel getuigen als de politie. Dan dringt een groep buitenstaanders het afgezette terrein binnen, van wie enkelen gezichtsbedekkende kleding dragen. Een van hen heeft een integraalhelm op, een ander een bivakmuts in de kleuren van voetbalclub Maccabi Tel Aviv.

Op een filmpje is te zien hoe een donkere jongen met een blauwe trui en een blauw petje verbaal tekeergaat tegen de pro-Palestijnse demonstranten. ‘Hou je kankerbek dan!’, schreeuwt hij. ‘Opkankeren!’

Na wat geduw en getrek steken enkele indringers fakkels aan, waarmee ze dreigend door de menigte lopen. Een demonstrant slaat een fakkel uit iemands hand, waarna hij een duw krijgt. Enkele indringers gooien fakkels naar de tenten. Zeker één tent dreigt in brand te vliegen.

Een van de pro-Palestijnse demonstranten - de man met de rode Palestijnse sjaal, die later met een lat zou slaan - pakt een fakkel op, rent over het terrein en houdt deze bij het gezicht van een van de indringers.

‘Het was levensgevaarlijk’, zegt Martijn Dekker, die als hoofddocent verbonden is aan de UvA. Hij was aanwezig omdat hij de studenten wilde steunen en hun eisen onderschrijft. ‘De brandwonden staan nog op mijn vingers. Ik heb de fakkels opgeraapt en in het water gegooid.’

‘Wandemonstratie’

Wie waren de binnendringers? EW - het voormalige Elsevier Weekblad - publiceerde dinsdag een interview met twee anonieme Joodse tegendemonstranten. Daarin vertellen ze dat ze maandagavond met ‘in totaal vijftien Joodse jongens’ het tentenkamp waren binnengedrongen.

‘We wilden niet vechten’, zeggen ze. ‘Maar wel wilden we bewust onrust veroorzaken. Dat zou de politie, de gemeente en de universiteit misschien overhalen om iets te doen tegen deze wandemonstratie.’

De mannen vinden dat de gemeente en de politie te weinig doen tegen pro-Palestijnse protesten. ‘We wilden met een tegengeluid komen’, zeggen ze. ‘Bovendien zagen we dat dit niet echt een pro-Palestijns protest was, maar eerder een antisemitische demonstratie. Pure Jodenhaat.’

De Volkskrant heeft op de geanalyseerde beelden geen antisemitische uitlatingen aangetroffen.

Meppen op de kade

Binnen een paar minuten verdrijven de demonstranten de indringers van het terrein. Daarmee verplaatsen de gevechten zich naar de Nieuwe Prinsengracht, net buiten de barricades. Daar gaan de mannen in sjaals met latten de tegendemonstranten te lijf. De man met de Macabbimuts gooit nog twee fakkels over de barricade het kamp in.

Rond die tijd weet een pro-Palestijnse demonstrant een Israëlische vlag te bemachtigen, vermoedelijk van een van de indringers. Daarmee loopt hij naar het tentenkamp. De vlag komt terecht bij de man met de rode sjaal om z’n hoofd, die op een bankje klimt en het ding in brand steekt.

‘Allahu Akbar’, roept hij.

‘Allahu Akbar’, roepen een paar omstanders.

Ontruiming

Nadat de tegendemonstranten zijn vertrokken, keert de rust weer even terug binnen de barricades. Toch wordt het geen kalme nacht.

Rond half drie besluit de driehoek van burgemeester, politie en Openbaar Ministerie het terrein te ontruimen vanwege erfvredebreuk. Aan een oproep van de universiteit om het terrein te verlaten hebben de demonstranten geen gehoor gegeven. Het protest zorgde voor een ‘zeer onveilige situatie’, aldus de driehoek, ‘mede door de barricades waardoor hulpdiensten het terrein niet konden betreden’. Ook de opstootjes zijn meegenomen in de besluitvorming.

Zachtzinnig gaat het er niet aan toe. Met een shovel werkt de politie zich door de barricades. Agenten slaan er met hun wapenstokken flink op los. De demonstranten bekogelen agenten met vuurwerk en met de bakstenen die ze uit het trottoir hebben getrokken.

Tegen vijf uur ’s ochtends is de bezetting voorbij. De ophef nog niet. Er is al een Kamerdebat aangevraagd.

Met medewerking van Xander van Uffelen.

Over de auteur

Rik Kuiper is regioverslaggever van de Volkskrant in de provincies Utrecht en Flevoland.

Erik Verwiel werkt op de dataredactie van de Volkskrant en specialiseert zich in onderzoek naar openbare bronnen.