Direct naar artikelinhoud
Exclusief

Taxichauffeurs ergeren zich aan verkeersbeleid Amsterdam: ‘Het werken wordt ons op een aantal plekken onmogelijk gemaakt’

Taxichauffeur Stef Keij probeert zich een weg te banen door de binnenstad van AmsterdamBeeld Joris van Gennip

De auto wordt hoe langer hoe meer een ongenode gast in de binnenstad van Amsterdam en taxichauffeurs voelen dat het meest. Het Parool maakte een rit door de stad met taxichauffeur Stef Keij. ‘De knip bij de Weesperstraat wordt een zooitje.’

Begrijp hem goed: hij is helemaal niet tegen een autoluwe stad. Stef Keij begrijpt als de beste dat minder auto’s in de stad betekent dat hij met zijn taxi niet eindeloos in opstoppingen staat, dat hij meer beladen kilometers maakt als hij niet de hele tijd staat te wachten op een enorme hoeveelheid auto’s voor hem. “Autoluw biedt mij als taxichauffeur ook een kans.”

Maar vraag hem naar het afsluiten van de Weesperstraat ter hoogte van de Nieuwe Keizersgracht, de veelbesproken en door de gemeente langgewenste ‘knip’ en Keij reageert direct: “Ik hoop dat het een zooitje wordt, dat de boel helemaal in de soep loopt. En dat gaat ook gebeuren: sluit de Weesperstraat af en we zullen zien dat de boel tot in de verre omtrek vastloopt. Ik voorzie verkeersinfarcten overal.”

Effect van een knip

De bewuste proef met de knip werd eerder uitgesteld vanwege de corona-uitbraak en kon vervolgens niet doorgaan omdat eerst de werkzaamheden aan de Piet Heintunnel moesten worden afgerond. Maar tussen 12 juni en 23 juli zal worden onderzocht wat er op straat en in de directe omgeving gebeurt, als de Weesperstraat tussen zes uur ’s ochtends en elf uur ’s avonds wordt afgesloten voor auto’s. Die zes weken moeten een beeld geven van wat de effecten zijn op het verkeer, de veiligheid en de leefbaarheid in het gebied.

Het is ingrijpend en omstreden, want met ruim 1500 passerende auto’s per uur is de Weesperstraat de belangrijkste verkeersader van de oostelijke binnenstad. En niet alleen de kop van de straat gaat dicht, ook komen er – om sluipverkeer te voorkomen – tijdelijke afsluitingen in de Anne Frankstraat bij de Latjesbrug, op de Hoogte Kadijk en de Kattenburgergracht ter hoogte van het Kattenburgerplein. ’s Nachts zijn alle afsluitingen open omdat er dan veel minder verkeer is.

Getergd tot op het bot

Soepel stuurt Keij zijn taxibus door de straten van Amsterdam. Het is een doordeweekse avondspits en het valt best mee, zegt de chauffeur die zich de afgelopen periode meer en meer heeft ontpopt tot woordvoerder van een tot op het bot getergde taxibranche. Terwijl hij over het Mr. Visserplein rijdt en koers zet richting Blauwbrug, haalt hij de opstopping aan waarin hij – als het niet anders kan – vaak staat op deze plek. “De Bijenkorffile begint hier meestal. Die naam klopt niet want het is eigenlijk een binnenstadfile die toevallig langs de Bijenkorf gaat. Het merendeel van het verkeer uit die file heeft niet het warenhuis als eindbestemming. Als je erin staat kun je ook als taxichauffeur geen kant op: je moet wel aansluiten in de optocht. En je draagt er dus aan bij.”

Het is de steen des aanstoots voor hem en zijn collega’s: ook taxichauffeurs die in het bezit zijn van een trambaanontheffing mogen op het Muntplein niet linksaf slaan richting Vijzelstraat, over de trambaan dus. “Op deze en op veel andere plekken wordt ons het werken onmogelijk gemaakt. Er is geen enkel begrip voor onze positie, voor de manier waarop wij een belangrijk aanvullend onderdeel zijn van de mobiliteit in deze stad.”

Niet geliefd

Zou het iets te maken hebben met de beeldvorming rond taxichauffeurs die regelmatig de regels overtreden en zich daardoor niet altijd geliefd hebben gemaakt bij beleidsmakers? Keij knikt. “Er zijn in deze branche mensen die zich niet gedragen zoals zou moeten. Jonge jongens die zich gek hebben laten maken door TikTokfilmpjes waarin ze vijf- tot tienduizend euro per maand wordt beloofd. Dat blijkt in de praktijk dan tegen te vallen, maar dan zitten ze al aan dure leasecontracten vast.”

Maar het merendeel van de chauffeurs deugt, dat zijn mensen die lange dagen maken om een boterham te verdienen, zegt Keij. “Die houden zich aan de regels, maar het wordt de chauffeur vaak wel heel moeilijk gemaakt.”

Hoofdpijn

En dan is de proef met de knip op de Weesperstraat nog maar het begin: het stadsbestuur kondigde in maart aan te willen gaan doorpakken met het autoluwe beleid. Dat betekent dat op een reeks van drukke plekken doorgaand autoverkeer onmogelijk zal worden gemaakt. “Dramatisch,” zegt Keij, terwijl hij aansluit in de file op de Prins Hendrikkade. “Het gaat betekenen dat we nog meer dan voorheen met heel veel auto’s door smalle straten moeten. Veel stilstaan betekent langere ritten en minder inkomsten. Dat gaat hoofdpijn worden.”

Keij begrijpt ook wel dat alleen klagen niet helpt. Samen met gelijkgestemden is hij bezig met het oprichten van een vereniging voor taxichauffeurs. “We moeten samen optrekken, anders zijn we kansloos tegen de gemeente. En we willen ook duidelijk maken waar oplossingen liggen.”

Want, zoals gezegd: Keij ziet ook wel dat er soms wel érg veel auto’s door deze best wel krappe stad rijden. “Ik ben niet mordicus tegen minder auto’s. Maar de gemeente begrijpt niet dat de meeste mensen hier niet voor hun lol rijden: ze zijn hier omdat ze geen andere manier hebben om op hun bestemming te komen. Ken jij mensen die zomaar in de auto stappen om een stukje door de stad te gaan rijden?”

Extra kilometers

Laat alleen bestemmingsverkeer toe in de binnenring, zegt Keij. “Taxi’s, loodgieters, mensen die mantelzorgen. En, rijdend op de Nieuwe Westerdokstraat: “Kijk, allemaal buitenlandse kentekens. Als je toch iets wil doen, zorg dan dat toeristen de mogelijkheid benutten om buiten het centrum te parkeren. Mensen die de weg niet kennen, maken zó veel kilometers in de stad: dat zou al een slok op een borrel schelen.”

Een stukje verder, op de Piet Heinkade, staat het stil. Het is zo’n beetje de enige logische oost-westroute door de stad. Zelfs als het niet overdreven druk is, zoals vanavond, is het hier optrekken en stilstaan, optrekken en stilstaan. “Tja, wat doe je eraan? Als ik hier boos om zou worden, was ik niet geschikt voor dit werk. Je moet een beetje zen zijn, je moet gewoon blijven inademen en dan weer uit. Taxirijden is slikken en doorgaan.”

Over de auteur: Marc Kruyswijk schrijft meer dan tien jaar als verslaggever voor Het Parool over wonen in Amsterdam en verkeer & vervoer in de stad.