Direct naar artikelinhoud
Televisie'Succession'

Hoe de Amerikaanse prestigereeks ‘Succession’ tv-geschiedenis wist te schrijven

Kendall Roy (Jeremy Strong), Marcia Roy (Hiam Abbass) en Logan Roy (Brian Cox) in een heftige woordenwisseling tijdens het eerste seizoen van 'Succession'.Beeld Alamy Stock Photo

Met een chachacha in een directiekamer en iemand die met holle ogen naar de ruisende oceaan staart: zo eindigde Succession, het beste wat er is gebeurd voor televisie sinds Mad Men. Hoe heeft deze Amerikaanse prestigereeks tv-geschiedenis geschreven?

Shit show at the fuck factory. Dat was in 2018 de titel van de tweede aflevering van HBO-serie Succession, maar het zou evengoed de ondertitel van de hele reeks kunnen zijn. In de krabbenmand in en rondom het New Yorkse media-imperium Waystar Royco en zijn stichtende familie Roy gebeurde er de afgelopen vier jaargangen altijd wel iéts wat de verhoudingen tussen de personages overhoop gooide. En dat lieten ze elkaar, onverbloemd, weten. Zo bijtend, theatraal en vervuld van steenharde beledigingen zijn dialogen in een tv-reeks niet meer geweest sinds Deadwood, een HBO-serie die bijna twee decennia geleden eveneens haar kijkers verrukte met een gracieus spel van knarsende volzinnen en schuttingtaal.

Zeker het relatief vroege heengaan van kolerieke pater familias Logan Roy (Brian Cox) in de derde aflevering van dit laatste seizoen had in Succession het effect van een clusterbom: ineens werd pijnlijk duidelijk hoeveel te licht zijn kinderen Kendall (Jeremy Strong), Roman (Kieran Culkin) en Siobhan (Sarah Snook) wegen om het roer van het familiebedrijf over te nemen. En beet iedereen in dit wrange theater ineens luid en bruut om zich heen.

De drie Roy-erfgenamen, plannen smedend.Beeld HBO

Iedereen klootzak

De allersnelste pitch die wellicht iedereen gebruikt om Succession te typeren – “iedereen is een klootzak” – is niet inaccuraat, maar ze doet tegelijkertijd dit briljante zakentreurspel te kort. Ja, iedereen in de reeks is gedreven door opportunisme, narcisme, inhaligheid en nog een paar van de allermorsigste kwaliteiten die een mens kan hebben. Maar er zijn significante verschillen en gradaties. Bij de drie kinderen spelen er bijvoorbeeld daddy issues mee; niet het minst bij Roman, die ergens tijdens zijn jeugd het soort verknipte seksualiteit opliep die hem tijdens de begrafenis van de ouwe luidop doet fantaseren over seks met die zijn recentste echtgenote bovenop de lijkkist.

Er zijn de Disgusting Brothers: Shivs echtgenoot Tom Wambsgans (Matthew Macfadyen), een onderkruiper die zich naar het topkader van Waystar Royco heeft gewurmd, en het wezelachtige neefje Greg (Nicholas Braun), die aan het einde van de slotaflevering nog een wanhopige judasstreek uithaalt omdat hij zijn veel te riante salaris ziet verdampen. Eerstgeborene Connor (Alan Ruck) uit Logans eerste huwelijk, die 100 miljoen dollar heeft verpist aan zijn lachwekkende verkiezingscampagne voor het Amerikaans presidentschap, hangt ook een beetje rond in de periferie van dit alles. En sinds het einde van het derde seizoen werd Lukas Mattson (Alexander Skarsgård) aan dat potje toegevoegd, een letterlijk berekende Zweedse techondernemer wiens muziekstreamingbedrijf GoJo zo groot werd dat het mastodont Waystar Royco wil opslokken.

Tom Wambsgans (Matthew Macfadyen) en Greg Hirsch (Nicholas Braun), a.k.a. de 'Disgusting Brothers'.Beeld AP

Gesloten circuit

Laat ons het ook eens hebben over een troef van Succession die misschien iets te vaak over het hoofd wordt gezien: het geniale, gepast nerveuze camerawerk. Toen Kendall aan het einde van seizoen één zijn vader ging vertellen dat hij hem heeft verraden, bleef de camera beduusd achter de rug van de oudste zoon. In de finale die gisteren verscheen flitste het beeld constant tussen de bakkeleiende broers en zus door toen die een ultieme verbale strijd met elkaar voerden in een lege kantoorruimte. En ieder groentje in de filmschool vertellen ze dat inzoomen binnen in een shot amateurswerk is, maar de cinematografen van Succession doen dat dus lekker wèl.

Uit min of meer datzelfde vaatje: decors en kostumering. Succession gaat behoorlijk diep in die details: de makers werken met wealth consultants die hen precies vertellen welk soort pakken en horloges de personages zouden dragen, en – belangrijker nog – hoe ze fluks door het leven dartelen. Had u al gemerkt dat de Roys haast nooit een overjas dragen? Dat komt omdat dit soort lui die niet nodig hebben: al hun verplaatsingen gebeuren in een hermetisch circuit van voorgereden auto’s en meteen opstijgende privéjets.

Vele lagen

Het zakenidioom in Succession klopt, het geopolitieke universum waarin de serie zich afspeelt is niet te onderscheiden van het echte. En ook de portrettering van de mediawereld zit helemaal erop. Maar dat alles is slechts één laag in de vertelling die Succession naar het scherm bracht. Een echelon hoger dan dat is het een studie van macht, narcisme en moreel verval. De gebeurtenissen woelen ook constant naar nieuwe dieptes in alle sujetten hun verderf en psychologisch lijden. De dialogen zitten vol literaire verwijzingen: in de finale werd Cicero nog erbij gehaald, en in het verleden werd er kwistig gerefereerd aan Charles Dickens, William Shakespeares King Lear en Alexandre Dumas’ De graaf van Monte-Cristo. En dan die vele, vele symbolische referenties. Zoals de drie Roys in de slotaflevering, die de avond voor de belangrijkste bestuursmeeting van hun leven zwemmen in water waarin er misschien wel haaien zwemmen.

Succession is een reeks die zo gelaagd is dat u ze nog minstens drie keer helemaal opnieuw kunt bekijken: telkens zult u nieuwe details opmerken in de dialogen, in het decor, of in de allerkleinste gedragingen. Zoals dat ene personage dat aan ’t eind de bestuurskamer verlaat met een zwierige chachacha, in de vlucht een ander zijn onbeduidendheid onderstrepend met een slappe handdruk. Niet gemerkt? Dat alleen al is reden genoeg om opnieuw te kijken.