Direct naar artikelinhoud
FestivalsCORE

De vier beste optredens van CORE en één waar we liever niet meer aan terugdenken

20230528 Brussel Belgium: Core Festival sfeerBeeld © Stefaan Temmerman

Met een prima affiche en twee dagen vol zon beleefde CORE een geslaagde tweede editie. Al was niet elk optreden een voltreffer. We pikten er de vier beste uit en één optreden waar we liever niet meer aan terugdenken.

Little Simz

Little Simz.Beeld © Stefaan Temmerman

In haar uppie verscheen Little Simz (★★★★☆) op dat veel te grote hoofdpodium, gekleed zoals we ons de doorsnee belastinginspecteur inbeelden. De mensen pluimen was dan ook waarvoor ze gekomen was, al was ze niet uit op centen maar op sentiment.

Met ‘Silhouette’ viel Little Simz binnen zonder kloppen. Vanaf dan tot ‘Introvert’ speelde Simz cavalier seul tot na driekwart show een gitarist en bassist haar vergezelden. Er zijn genoeg voorbeelden van rappers bij wie een soloslim uitdraait op een sisser, maar de concurrentie beschikt natuurlijk niet over de gaven van Simbi Ajikawo. Ze doet eerder aan prediken dan aan rappen, met het verschil dat ook de non-believers van begin tot eind aan haar lippen hingen.

Ze ratelde van tongbreker naar tongbreker. Of het nu het onderkoelde ‘No Merci’ was of de nieuwe bouncy clubtrack waarmee de London-born estate girl op een nieuwe muzikale richting hintte: Little Simz’ songs waren als processierupsen, hardnekkige beestjes waarvan hun aanwezigheid onvermijdelijke sporen naliet. Little Simz hééft het gewoon.

Angèle

Angèle.Beeld Koen Keppens

Tijdens haar eerste Belgische festivalshow van de zomer had Angèle (★★★★☆) tijd nodig om te overtuigen. De bruxelloise opende met ‘Plus de sens’, ‘Tu me regardes’ en ‘Pensées positives’, waarmee ze meteen haar zwakke punt blootlegde. Angèle bezit na twee albums nog te weinig topspul om anderhalf uur te kúnnen imponeren.

Ze compenseert vederlichte pop à la française met ingrepen die ook Dua Lipa en Katy Perry toepassen. Het is de show die primeert, wat resulteerde in prima projecties – van de rollercoaster in het begin tot haar rondvliegende hond Pepette –, opgefokte en daarom stadionvriendelijke versies van haar songs en danschoreografieën die niet baanbrekend zijn maar wel de juiste entertainmentwaarde hebben.

In het verleden durfde Angèle onzeker over te komen, maar de porseleinen popartiest is een ster op steroïden geworden. Ze straalt iets bovennatuurlijk uit – ze zingt zuiverder met de dag – maar haar allures blijven arrogantievrij. Dat zag je aan de manier waarop ze grijnsde na elke song, aan hoe ze meer wel dan niet haar tanden bloot lachte. Dat menselijke, dat maakt Angèle. Ze is de wereldster die zou kunnen aanbellen om een bus bickysaus te lenen.

Angèle heeft híts (‘Libre’, ‘Tout oublier’, ‘Je veux tes yeux’), híts met inhoud (‘Ta reine’, ‘Balance ton quoi’) en een hoog knuffelgehalte, waarvan de som een zelden geziene gunfactor is. Vanaf ‘Oui ou non’ tot afsluiter ‘Bruxelles je t’aime’ reed ze op een handvol mindere momenten na een vlekkeloos parcours, luidruchtig gesteund door háár stad. Ze heeft deze headlinespot met glans ingevuld. En ook al bevindt Angèle zich nog niet op het niveau van Dua Lipa, ze komt er heus wel.

Unknown Mortal Orchestra

Lees ook
Beeld © Stefaan Temmerman

Unknown Mortal Orchestra (★★★★☆) zocht zijn toevlucht in het schemerlicht. Was het een manier om een overrijpe steenpuist te verdoezelen, of eerder het statement dat het niet gaat om wie de muziek speelt maar wel hoe die klinkt?

Wat de Nieuw-Zeelandse psychrockers in een goedgevulde Endoma-tent brachten, was verrassend, veelzijdig en met de perfectie flirtend. ‘Multi-Love’ werd met gekrijs onthaald als was het ‘Drunk In Love’ van Beyoncé. In een ideale wereld zou ‘Necessary Evil’ een nummer één-hit zijn, terwijl ‘So Good At Being in Trouble’ live nog meer dan op plaat een anthem was – een ode aan de onvolmaaktheid – waarvan de songtekst op een spreuktegel thuishoort.

Zanger-gitarist Ruban Nielson liet complexe gitaarsolo’s overkomen als kinderspel, al ervoeren we de virtuositeit van de band nooit als patsergedrag, en ondanks het korrelige karakter van ‘Meshuggah’ en ‘Nadja’ ging de psychpop van Unknown Mortal Orchestra binnen als ordinaire radiopop. Op CORE beseften we precies pas écht wat voor een wereldband Ruban Nielson bezit.

DOMi & JD Beck

Domi & JD Beck.Beeld Koen Keppens

DOMi & JD Beck (★★★★☆) verwerkten ongelijke delen jazz, fusion, funk en hiphop tot hakkelende popsongs op maat van een whiskyproeverij (‘Take A Chance’), ruimtereis (‘Smile’) of proclamatie van ingenieursstudenten (‘Bowling’), wat bovendien wonderwel werkte in een ongezellige festivaltent. DOMi strooide vanop een wc-pot vingervlugge solo’s in het rond die JD Beck beantwoordde met gekke drumpartijen.

Elitair kwam het Frans-Amerikaanse duo nooit over. Kan je een act die de banale bindteksten niet schuwt (“shit, we have to sing again, and I’m out of breath”, grijnsde JD Beck) en een Minion projecteert zelfs van snobisme beschuldigen? Nee, de manier waarop DOMi & JD Beck Gen Z met jazz leerde kennismaken, was even verrassend als indrukwekkend.

PinkPantheress

Lees ook
Beeld Koen Keppens

“I did French at school, à l’école”, stoefte PinkPantheress (★★☆☆☆), maar de lessen aardrijkskunde zaten even ver als haar kennis over de Guldensporenslag. “Dit is mijn eerste keer in België!”, riep ze hysterisch, de volle 280 dagen nadat ze op Pukkelpop een belabberde indruk naliet. Met ultrakorte maar piekfijne popsongs als ‘Pain’, ‘Break It Off’ en ‘Just For Me’ heeft de Britse sensatie drum-‘n-bass geïntroduceerd bij een generatie die na 2000 is geboren. Maar dat je weet hoe het internet werkt, betekent nog niet dat je ook in het echte leven de moeite bent om te volgen.

Na een handvol nummers legde PinkPantheress haar sacoche weg (“en dat doe ik normaal nooit”, zei ze trots) maar in de plaats van uit te denken wat je met een handtas op een podium aanvangt, onderzoekt ze beter hoe een microfoon werkt. De weinige keren dat ze effectief zong, legde de bevolking van het Ossegempark vrijwillig het loodje om haar kattengejank niet meer te hoeven aanhoren. “Maar ‘Take Me Home’ is echt moeilijk om te zingen”, klonk het verontschuldigend.

Na een halfuur was PinkPantheress weg, nam haar dj de honneurs waar, waarna het TikTok-idool terugkwam voor een slechte playbackshow van vijf minuten. Tijdens afsluiter ‘Boy’s a Liar Pt. 2’ bleek de mager gevulde tent toonvaster dan de persoon die de kost verdient met zingen. Dit was geld scheppen zonder gêne.